Economie en openbare financiën
Vijf kernthema’s van deze cursus:
1. Economie en de publieke sector
2. Fundamenten van de welvaartseconomie
3. Collectieve keuzetheorie
4. Doel en werking van het belastingsysteem
5. Denken als een 21ste eeuw econoom.
Hoorcollege 1 (1-05)
Gemengde economische orde:
Een economisch systeem waarin zowel openbare als private ondernemingen voor komen. In
een gemengde economie worden elementen van het kapitalisme en socialisme
gecombineerd. In sommige landen wordt de economie ook wel beschreven als
staatskapitalisme.
Overheid doet ertoe:
- Ze kunnen ingrijpen bij ad hoc situaties. Stelt regels voor en treed op in bv.
landbouw. Boeren moeten hierop aanpassen en reageren.
- Onderwijs. Overheid zorgt voor regulatie en kaders.
- Overheid moet ook economische dossiers handhaven.
Onzichtbare hand (Adam Smith): Smith gaat steeds uit van de vrijheid van handelen van het
individu. Als dat zijn eigenbelang kan nastreven, leidt dat automatisch tot de bevordering
van het gezamenlijk belang. De optimale situatie ontstaat als het ware door een 'onzichtbare
hand' – een metafoor die wereldberoemd is geworden
Mercantilisme: overheid kan fungeren als aanjager van de economie. Om ervoor te zorgen
dat het vrije markt beter functioneert en welvaart vergroot. Politiek is zo veel mogelijk
gericht op het verminderen van import (enkel goedkope basisgoederen) en het vermeerden
van export (van waardevolle goederen).
Wat als de markt faalt?
Overheid moet het markt falen tegengaan door:
Stabilisatie. Door bijvoorbeeld externe factoren zoals oorlogen of pandemie.
Ongelijkheid en onrechtvaardigheid. Vanuit democratisch perspectief. Markten
produceren altijd ongelijke uitkomsten. (Opleiding, Steden, Westen)
= verzorgingsstaat.
Kan de overheid dan niet falen? (Risico’s)
, Reguleringsonzekerheid. Als er geen helder beleid is en zekere keuzes.
Bijv. bij landbouw met stikstofcrisis= combinatie van een lang slepend proces.
Cliëntelisme: een economisch systeem waarin zowel openbare als private
ondernemingen voorkomen. In een gemengde economie worden elementen van
het kapitalisme en socialisme gecombineerd. In sommige landen wordt de
economie ook wel beschreven als staatskapitalisme. Er is vaak een politieke
verbinding op economische vlakken, waardoor politici zich gaan mengen ten
koste van het algemeen belang.
Zoeken naar eigen voordeel: Door arbitrair getrokken lijnen hebben bepaalde
mensen/organisaties meer voordeel. Bv met een districtenstelsel. Partijen
hebben eigen belangen, ook economisch. Ze vinden steeds een nieuwe rol voor
zichzelf.
Resultaten in zogenaamde gemengde economie:
Bestaat uit een mix van private en publieke (en maatschappelijke) activiteiten, die
elkaar aanvullen.
Die beïnvloed wordt door publieke regelgeving, belastingen en subsidies.
Waarvan de samenstelling wordt bepaald door historische en institutionele patronen
en politieke voorkeuren.
Privatisering:
Bijvoorbeeld PTT was een staatsbedrijf dat later werd afgestoten en zo ontstond KPN en
POSTNL. Dit werden winstgevende, private bedrijven.
Nationalisering:
Bedrijven met zo’n groot algemeen (nationaal) belang dat deze wel gestabiliseerd moet
worden door de overheid. Het ligt in het algemeen belang, zoals het OV. Het is zo belangrijk
dat je geen risico meer kan nemen.
Productiemogelijkheidcurve:
Dit zijn de mogelijkheden voor een mix van privaat en publieke goederen. Je wil zo veel
mogelijk in lijn zitten voor efficiëntie.
Is een grafiek die de productieratio's vergelijkt van twee goederen waarvoor in het
productieproces dezelfde productiefactor wordt gebruikt.
Economen besturen schaarste en allocatie:
1. Wat wordt er geproduceerd?
2. Hoe wordt het geproduceerd?
3. Voor wie wordt het geproduceerd?
4. Hoe worden besluiten genomen?
Nachtwakersstaat: zorgen voor essentiële punten (beperkt scala aan activiteiten, zoals
infrastructuur, leger en veiligheid) maar verder zo min mogelijk uitgaven en
verantwoordelijkheid bij de overheid.
Structurele uitgaven en verantwoordelijkheden van de overheid namen toe,
naarmate er een verzorgingsstaat ontstond. Economische aandeel nam toe.
, Collectieve lasten: economisch deel dat bij de burger wordt gelegd, zoals belastingen.
- Wagner: op het moment dat een land industrialiseert, neemt het BBP en de welvaart
toe. Maar ook de overheid gaat meer uitgeven en bemoeit zich meer met de
economie van een land.
- Peacock: ‘Plateautheorie’ in bepaalde momenten van crisis, gaat men in crisismodus
en wordt de overheid opeens heel belangrijk. Daardoor gaan de uitgaven van de
overheid omhoog en nemen de collectieve lasten toe. Na de crisis nemen deze wel
enigszins af, maar niet volledig want burgers accepteren dit en raken eraan gewend.
- Beaumol: ‘Kostenziekte’ een groot deel van kosten zit in de verbeterring van
productieprocessen (met name van goederen) Bij diensten is er weinig te verbeteren
qua efficiëntie, er zit weinig rek in, terwijl dit bij productie van goederen wel kan. De
overheid focust zich dus te veel op diensten. Salarissen van ambtenaren stijgen mee,
terwijl de efficiëntie niet zo veel omhooggaat.
Internationale vergelijking is problematisch: (appels met peren vergelijken)
- Want wie of wat is de overheid?
Rijk, provincies of gemeenten
Waterschappen, waterbedrijven
Ziekenhuizen, zorginstellingen, scholen, universiteiten
Post, telefoon, spoorwegen
Elk land heeft een ander systeem waardoor je ze niet zomaar met elkaar kunt vergelijken en
diensten worden op andere manieren geleverd.
- Hoe worden producten en diensten betaald?
Verzorgingsstaat
Nachtwakersstaat
Budgetrecht verantwoording
Sommige activiteiten zijn in het ene land privaat en het andere land publiek.
Tekortfinanciering: budgettaire driehoek
Saldo- inkomsten-uitgaven (deze moeten met elkaar verenigd worden)
Schuld = optelsom saldi uit het verleden. Hiermee moet altijd rekening gehouden worden.
Type overheidsinterventies:
1. Overheid als producent (boetes, paspoorten, zorg en onderwijs leveren vanuit de
overheid).
2. Overheid als regelgever en handhaver (inkomstenbelasting, minimumloon,
vergunningen).
3. Overheid als afnemer (aankoop van straaljagers, asfalt, aannemingsdiensten door
overheid van private ondernemingen).