Paragraaf 3
Celmembraan: bestaat uit een dubbellaag van fosfolipiden met eiwitten en cholesterol.
De fosfolipidestaarten liggen naar elkaar toe en zijn hydrofoob, ze stoten water af. Dat water bevindt
zich binnen en buiten het membraan. de koppen van de fosfolipiden zijn hydrofiel en trekken water
aan. In het membraan zitten eiwitten met receptoren eraan die reageren met bepaalde stoffen.
Cellen begrensd
Celmembranen zijn een dubbele laag fosfolipiden met cholesterol en eiwitten. De staarten van de
fosfolipiden zijn hydrofoob, ze stoten water af, en de koppen zijn hydrofiel, ze trekken water aan.
De koolhydraatketens zijn receptoren, stoffen van buitenaf koppelen aan deze. Elke receptor bindt
met één bepaalde stof en reageert daar op een specifieke manier op. Met receptoren onderscheidt
de cel lichaamseigen en lichaamsvreemd, ook zijn hierdoor verschillende bloedgroepen.
Celmembranen passeren
Kleine moleculen bewegen door de fosfolipidemoleculen, dit heet diffusie: het kost de cel geen
extra energie en het is dus passief transport. Grote moleculen, ionen, polaire stoffen of
voedseldeeltjes kunnen niet door de fosfolipidelaag, zij gebruiken de eiwitpoorten in het
celmembraan. Dit heet gefaciliteerd transport, en het kost de cel geen extra energie. Als transport
tegen de concentratie in is kost het wel energie: actief transport.
Passief transport
Passief transport gaat via:
Diffusie tussen fosfolipiden (O2 en CO2)
Eiwitpoorten (glucose en ionen als Na+ en K+)
Waterkanalen (water)
De transport van water via een membraan heet osmose. Eiwitpoorten en waterkanelen zijn
gefaciliteerd transport. Celmembranen zijn selectief-permeabel. De concentratie opgeloste stoffen
bepaalt de osmotische waarde, als er geen stoffen zijn opgelost dan is de waarde 0. Het water gaat
van weinig opgeloste stoffen met veel water naar veel opgeloste stoffen met weinig water.
Isotonisch is een gelijke concentratie. Hypertonisch is veel opgeloste stoffen in de cel en
hypotonisch andersom. De celwand van een plantencel is permeabel, hij laat water en opgeloste
stoffen door. Turgor is wanneer de cel groeit en tegen de celwand aandrukt. Als de turgor nul is en
het celmembraan loslaat van de celwand, is dat grensplasmolyse. Als er ruimte tussen de celwand
en het membraan is, heet dat plasmolyse.
Actief transport
Transportenzymen brengen moleculen tegen de concentratierichting in naar de buiten of
binnenkant van de cel. Hier is ATP voor nodig: actief transport.
Deeltjes opnemen
Als een deeltje te groot is voor passief of actief transport, dan sluit het celmembraan het deeltje in
en maakt een blaasje: endocytose. De lysosoom versmelt met het blaasje en verteert het
opgenomen deeltje. Niet te gebruiken afvalsstoffen in het blaasje versmelten met het celmembraan:
exocytose. Met exocytose brengen ze ook geproduceerde eiwitten naar buiten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper svenlay. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.