Naam: Femme van der Steen
Studentnummer: 637305
Aantal woorden:
In de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 8 februari 2022 1 oordeelde de kantonrechter
in de zaak tussen de eiser en de heer H.J. Koop (hierna te noemen: de gedaagde), dat het
vonnis uitvoerbaar bij voorraad is en dat de vorderingen van de eiser toegewezen worden 2.
De gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de terugbetaling van
de koopsom van de auto, de vergoeding van de kosten die eiser heeft moeten maken en de
proceskosten. 3 De reden van dit oordeel is dat de vordering van de eiser op dwaling (art.
6:228 lid 1 sub c BW) zijn toegewezen.4
In de annotatie zal ik de belangrijkste feiten, de rechtsgang, de rechtsvraag, het antwoord
van de rechter en het leerstuk dwaling behandelen. Daarnaast zal ik een kritische evaluatie
geven van de uitspraak aan de hand van jurisprudentie.
In de uitspraak staan de volgende belangrijke feiten centraal. Op 24 april 2020 heeft eiser
van gedaagde een Volkswagen Touran gekocht. De advertentie van gedaagde gaf aan dat de
auto 110.000 km had gereden en € 6.950,00 kostte. Na de aankoop is eiser met de auto naar
een officiële Volkswagen dealer gegaan die diverse gebreken constateerde en ontdekte dat
de auto al 344.628 km had gereden. Eiser heeft hierna contact opgenomen met gedaagde
en hem een aangetekende brief gestuurd waarin hij aangeeft dat hij de overeenkomst
vernietigt op grond van dwaling (art. 6:228 BW) omdat gedaagde hem een auto verkocht
met onjuiste kilometerstand, olielekkage en slijtage aan het remsysteem en verzoekt om
terugbetaling van de koopprijs plus extra kosten.5 Eiser stelt dat er sprake is van non-
conformiteit (art. 7:17 BW) of dwaling (art. 6:228 BW) vanwege de niet kloppende
kilometerstand en diverse gebreken en mankementen die te maken hebben met de hoge
kilometerstand.6
Gedaagde stelt dat er geen sprake is van non-conformiteit of dwaling omdat hij geen weet
had van de onjuiste kilometerstand en hij geen garantie heeft gegeven over de
kilometerstand. Daarnaast stelt gedaagde dat eiser een onderzoeksplicht had maar deze
heeft nagelaten. Gedaagde beweert dat hij niet verplicht is om schadevergoeding te betalen
en dat hij, als de overeenkomst wel ontbonden of vernietigd wordt, recht heeft op een
vergoeding voor gebruik van de auto en een vergoeding voor de waardevermindering van
de auto.7 Volgens art. 6:228 BW kan een overeenkomst vernietigd worden als deze is
gesloten onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken. Dit betekent dat als deze
onjuiste voorstelling zo groot is, dat de overeenkomst zonder deze onjuiste voorstelling niet
zou zijn gesloten, de overeenkomst kan worden vernietigd.8
1
Rb. Overijssel (zittingsplaats Almelo) 8 februari 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:448.
2
Rb. Overijssel (zittingsplaats Almelo) 8 februari 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:448, r.o. 5.5 en 4.14.
3
Rb. Overijssel (zittingsplaats Almelo) 8 februari 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:448, r.o. 5.2 en 5.3 en 5.4.
4
Rb. Overijssel (zittingsplaats Almelo) 8 februari 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:448, r.o. 4.14.
5
Rb. Overijssel (zittingsplaats Almelo) 8 februari 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:448, r.o. 2.4.
6
Rb. Overijssel (zittingsplaats Almelo) 8 februari 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:448, r.o. 3.2.
7
Rb. Overijssel (zittingsplaats Almelo) 8 februari 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:448, r.o. 3.4.
8
J. Hijma & M.M. Olthof, Compendium van het Nederlands vermogensrecht. Deventer: Wolters Kluwer 2020, p.
351-355; W.H.M. Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2020, p. 240-
250.
