Hoofstuk 1. Rechtsvormen
1.1 Ondernemingsrecht
de rechtsvorm, ook wel juridische entiteit, is de vorm waarin de ondernemer zijn
onderneming wil gieten. Hierbij wordt door de ondernemer gekeken naar de tijd, moeite en
kosten om het bedrijf op te richten. Maar er wordt vooral gelet op de aansprakelijkheid.
De eerste keuze die een ondernemer zal moeten maken is of hij een ondernemingsvorm met
rechtspersoonlijkheid wil of een ondernemingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid. Een
rechtspersoon is een zelfstandig juridisch orgaan. Dit houdt in dat een rechtspersoon
verplichtingen aan kan gaan, overeenkomsten sluiten, mensen in dienst nemen, een pand
huren enzovoort.
Een klant die een auto koopt bij een rechtspersoon heeft een overeenkomst met die
rechtspersoon en dus niet met de verkoper. Wanneer je een onderneming zonder
rechtspersoonlijkheid aangaat, kan er bezit worden gedaan op de privébezittingen van de
ondernemers. Je handelt dan namelijk met de ondernemers zelf in plaats van met het bedrijf.
1.2 Eenmanszaak
Een eenmanszaak kenmerkt zich door het feit dat er maar één eigenaar is, dus één
verantwoordelijk persoon. Een ander kenmerk is dat een eenmanszaak geen
rechtspersoonlijkheid heeft, dus sluit de ondernemer zelf alle overeenkomsten. Er is bij
deze vorm geen sprake van een scheiding tussen het privévermogen en het
ondernemingsvermogen. Wanneer de ondernemer van een eenmanszaak is getrouwd in
gemeenschap van goederen, dan kan er zelfs bezit worden gedaan op de privébezittingen van
zijn echtgenoot.
Toch is een eenmanszaak een aantrekkelijke optie, vanwege de laagdrempelige opstarteisen.
Vrijwel het enige wat er hoeft te gebeuren is inschrijven in het handelsregister.
Het overdragen van een eenmanszaak aan iemand anders is dan weer minder eenvoudig. Dit
komt onder andere dus weer omdat een eenmanszaak geen rechtspersoon is.
1.3 personenvennootschappen
Er zijn drie vormen van personenvennootschappen. Die worden hieronder verder uitgelegd.
1. Maatschap
Dit is een overeenkomst tussen twee of meer personen. Het is een afspraak tussen
meerdere personen om te gaan samenwerken. In deze vorm spreken de leden af om iets
in gemeenschap in te brengen. Dit houdt in dat alle partijen iets inbrengen in de
onderneming, waar de anderen ook wat aan hebben. Denk hierbij aan geld, een auto, een
pand of zelfs alleen arbeid. Het voordeel zal vervolgens weer verdeeld worden onder alle
leden. De winstverdeling wordt door de leden zelf vooraf bepaald. Wanneer er niks
duidelijks is afgesproken, wordt er gekeken naar de hoogte van de inbreng.
Een kenmerk van een maatschap is dat het alleen kan worden opgericht als een vrij
beroep wordt uitgeoefend, dus een beroep waar een hele specifieke kennis en kundigheid
voor nodig is. De betrokkenen blijven allemaal zelfstandig ondernemer, maar door de
samenwerkingen hopen ze hogere winsten of lagere kosten te kunnen realiseren. Het feit
dat ze allemaal zelfstandig ondernemer zijn, blijkt ook uit de aansprakelijkheidsregels.
Het lid dat een verplichting aangaat, is daar in eerste instantie zelf voor verantwoordelijk.
Dit betekent dat de andere leden niet aansprakelijk zijn voor de schulden die één lid
heeft gemaakt. In de volgende uitzonderingen zijn wel alle leden aansprakelijk:
- Het handelende lid heeft vooraf volmacht gekregen van de andere leden.
- De andere leden hebben achteraf de actie van het handelende lid bekrachtigd.
- De leden hebben gezamenlijk gehandeld.
- De verplichting die het handelende lid is aangegaan is uiteindelijk voordelig voor de
maatschap gebleken.
Over het algemeen zijn de leden voor gelijke delen aansprakelijk. Wanneer de handeling
niks te maken heeft met de onderneming (fysiotherapeut die een pand koopt), dan is het
handelende lid wel individueel aansprakelijk. Zulke handelingen, dus handelingen die niet
tot de normale activiteiten van een maatschap behoren, worden beschikkingsdaden in
plaats van beheersdaden genoemd.
Net als bij een eenmanszaak is het oprichten erg makkelijk. Er hoeft alleen een
overeenkomst gemaakt te worden en de maatschap moet ingeschreven worden in het
handelsregister.
, Tot slot is er nog een verschil tussen stille en openbare maatschappen. Een openbare
maatschap is een samenwerking tussen verschillende personen met een specifiek beroep
die onder een gemeenschappelijke naam naar buiten treden.
Bij een stille maatschap is er geen sprake van een gemeenschappelijke naam. Daar blijft
de samenwerking dus meer op de achtergrond.
2. Vennootschap onder firma
Theoretisch gezien zit er tussen een vof en een maatschap weinig verschil. Het gaat bij
beide vormen om een samenwerkingsovereenkomst tussen meerdere vennoten die iets in
gemeenschap brengen om daar gezamenlijk voordeel uit te halen.
Ook hier moeten weer de persoonlijke gegevens van de vennoten ingeschreven worden in
het handelsregister. Daarnaast komen daar ook de bijzondere afspraken tussen de
vennoten in te staan. Denk hierbij aan het doel van de vennootschap en de
vertegenwoordigingsbevoegdheid van de vennoten. Dit laatste is dan weer erg
overzichtelijk voor crediteuren en heeft ook gevolgen voor de aansprakelijkheid.
Daarnaast zijn er ook nog een aantal verschillen tussen maatschap en vof
- Bij een vof gaat het om een bedrijf, niet om een beroep.
- De vof heeft een afgescheiden vermogen.
- De vennoten zijn, in beginsel, allemaal in het geheel aansprakelijk voor handelingen van
een van de vennoten.
Bedrijf geen beroep
Het eerste verschil zit hem in de activiteiten die worden ondernomen. Bij een maatschap
gaat het om een specifieke beroepsuitoefening, bij de vof om een exploitatie van een
bedrijf.
De vof heeft een afgescheiden vermogen
Dit houdt in dat het geld en de middelen die in de vof zijn ingebracht, in eerste instantie
zijn afgezonderd van het privévermogen.
De schuldeisers van de vof kunnen daardoor met voorrang op privéschuldeisers hun
vordering verhalen op het afgescheiden vermogen. Als daar geen middelen meer voor
zijn, kunnen ze altijd nog terecht in de privévermogens.
De vennoten zijn allemaal in het geheel aansprakelijk
Als de handelende vennoot bij het sluiten van een overeenkomst binnen zijn bevoegdheid
blijft en uiteindelijk de rekening van de crediteur niet betaalt, dan zijn alle vennoten voor
het hele bedrag aansprakelijk. Dit wordt hoofdelijke aansprakelijkheid genoemd.
3. Commanditaire vennootschap
De cv is een bijzondere vorm van de vof. Bij een vof kan er geen juridisch onderscheid
gemaakt worden tussen de vennoten. Soms is het mogelijk dat er iemand in het bedrijf wil
investeren, maar geen behoefte heeft aan het risico om hoofdelijk en privé aansprakelijk
te worden gehouden.
Voor deze persoon is er de mogelijkheid om commanditaire vennoot te worden. Deze
zorgt voor een financiële injectie in het bedrijf, maar loopt geen ander risico dan het
verliezen van zijn investering.
Zolang hij op de achtergrond blijft en zich niet bemoeit met de dagelijkse gang van zaken,
kan hij niet door een crediteur aansprakelijk worden gesteld. Dit houdt in dat de
commanditaire vennoot niet in de naam van de cv naar buiten mag treden. Zelfs niet als
hij een volmacht heeft. Wanneer de vennoot dit toch doet, is hij net als de rest hoofdelijk
aansprakelijk.
,1.4 Kapitaalvennootschappen
Kapitaalvennootschappen zijn vennootschappen die door oprichting tot stand komen en
waarvan het kapitaal verdeeld s in aandelen. Door een verdeling in aandelen is het mogelijk
meerdere personen of organisaties te laten deelnemen in de onderneming. De bekendste
vormen zijn bv en nv.
1. Bv
Een bv is niet zo makkelijk op te richten als een personenvennootschap, maar is ook niet
heel ingewikkeld. Het enige vereiste is dat er een akte van oprichting opgesteld moet
worden bij de notaris. Hierin staan de statuten van de bv, met daarin belangrijkste
gegevens van, en afspraken tussen, de oprichters. Hierin staat bijvoorbeeld het doel van
de bv en wie er verplichtingen aan mag gaan en tot welk bedrag. Met die statuten kan je
je laten inschrijven in het handelsregister.
Hierdoor is voor iedereen bekend wie de oprichters zijn en tot hoever hun bevoegdheid
gaat om de bv te vertegenwoordigen. Dit is erg handig voor de schuldeisers.
Tot het moment dat aan deze oprichtingsvereisten is voldaan, is er nog geen sprake van
een bv. Dat zou in sommige gevallen onwenselijke situaties kunnen geven. Gelukkig wil
het feit dat de bv nog niet helemaal is opgericht niet zeggen dat de ondernemers niet al
aan de slag kunnen gaan. Ze kunnen alvast handelingen verrichten in naam van de
toekomstige bv. Dit wordt dan een bv in oprichting genoemd. Het voordeel hiervan is
dat ondernemers meteen aan de slag kunnen gaan. Het nadeel is dat ze dat doen op eigen
risico en dus persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden die ze aangaan.
In een bv zijn er verschillende partijen betrokken. Allereerst is er de directe, het dagelijks
bestuur. Daarin zitten de personen die de rechtspersoon naar buiten toe
vertegenwoordigen en namens de rechtspersoon verplichtingen aangaan. De directieleden
zijn in dienst van de bv en ontvangen een salaris. Leden van de directie zijn in het begin
niet aansprakelijk voor schulden van de bv. Daarnaast zijn er in een bv aandeelhouders.
Deze zijn verenigd in de algemene vergadering van aandeelhouders, die minimaal één
keer per jaar samenkomt. Deze aandeelhouders kunnen worden gezien als medefinanciers
van een onderneming.
Zij kopen als het ware een stukje van het bedrijf in de hoop daar in een later stadium
dividend voor terug te krijgen. in ruil voor dat geld krijgt de aandeelhouder stemrecht.
Ieder aandeel vertegenwoordigt één stem. Wanneer iemand alleen een bv opricht, is deze
persoon 100% aandeelhouder en enig directielid. Dit wordt ook wel directeur groot
aandeelhouder genoemd.
Bij een bv is er slechts een beperkt, met naam, aantal aandeelhouders. Niemand kan
zomaar aandelen kopen van een bv. Als bij een overdracht van aandelen niets in de
statuten wordt opgenomen, geldt namelijk dat de aandelen eerst aan de andere
aandeelhouders moeten worden aangeboden. Dit wordt de aanbiedingsregeling
genoemd. Of dat er toestemming moet worden gevraagd aan de andere aandeelhouders,
goedkeuringsregeling.
Voorheen was deze blokkeringsregeling bij bv’s verplicht, maar vanwege de flexibiliteit
is overgegaan op een systeem van vrijwilligheid. De aandelen kunnen alleen worden
overgedragen door een akte van levering bij een notaris te laten passeren.
Tot slot kan er in de statuten van een bv ook worden bepaald dat er een raad van
commissarissen moet komen. dit is een orgaan dat toezicht houdt op het beleid van het
bestuur van de bv en op de algemene gang van zaken. Daarnaast heeft de RvC een
adviserende taak naar de directie toe. De RvC is niet verplicht en zal bij veel kleinere bv’s
niet voorkomen.
Doordat de bv een rechtspersoon is, is het daarmee een juridisch zelfstandig orgaan.
Ze kan zelf overeenkomsten sluiten en zelf verplichtingen aangaan en is dus als zodanig
zelf aansprakelijk voor schulden. Wanneer er door onbehoorlijk bestuur (zomaar wat
aanrommelen) schulden worden gemaakt, zijn de individuele directieleden toch met hun
privévermogen aansprakelijk.
, 2. Nv
Nv staat voor naamloze vennootschap. Deze ondernemingsvorm is net als de bv een
rechtspersoon, gefinancierd door aandeelhouders, bestuurd door een directie en
gecontroleerd door de raad van commissarissen. Naast deze overeenkomsten zijn er ook
een paar belangrijke verschillen:
- In een bv staan aandelen op naam. Dit houdt in dat de persoonlijke gegevens van de
aandeelhouder bekend zijn bij de vennootschap en dat die ook bijgehouden worden. In
een nv kan er ook sprake zijn van aandelen aan toonder. De nv weet dus niet altijd
wie de eigen aandeelhouders zijn.
- De overdraagbaarheid van de aandelen is makkelijker bij de nv dan bij de bv.
Aandelen bij een bv zijn niet vrij overdraagbaar. Aandelen in een nv zijn wel vrij
overdraagbaar. Dit hoeft niet via de notaris te gebeuren, maar gebeurt door middel
van bezitsverschaffing.
- Het minimale startkapitaal bedraagt €45.000 bij de nv.
- Bij de nv is voor de oprichting een bank- of accountantsverklaring nodig.
1.5 overige rechtsvormen
De eerder genoemde rechtsvormen zijn de meest voorkomende, maar er zijn er nog een paar
die hieronder uitgelegd worden. Namelijk de stichting, vereniging en coöperatie.
1. Stichting
De stichting, ook een rechtspersoon, is niet de meest ideale vorm om een onderneming te
bedrijven. Een stichting wordt namelijk alleen maar opgericht om een bepaald sociaal of
ideëel doel te behalen, en de winst die gemaakt wordt mag alleen gebruikt worden ten
behoeve van dat doel. Dit komt dus eigenlijk alleen voor bij goede doelen.
2. Vereniging
Een ander rechtspersoon die niet gebruikt kan worden voor een onderneming met
winstoogmerk is de vereniging. Deze vorm is normaal te vinden bij bijvoorbeeld de
plaatselijke sportvereniging. Hij wordt gebruikt als een aantal personen samen willen
werken om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Dit doel mag niet het behalen van
winst zijn. Een verschil met de stichting is dat een vereniging bestaat uit leden en een
stichting niet.
3. Coöperatie
Dit is een bijzondere vorm van vereniging. Deze vorm van rechtspersoon kan gezien
worden als een vereniging van bedrijven. De bedrijven organiseren zichzelf als het
ware in een coöperatie en het doel van die coöperatie moet zijn om de leden te voorzien in
bepaalde stoffelijke behoeften.
De coöperatie zorgt voor gezamenlijke inkoop en verkoop. Hierdoor kan er voordeel
ontstaan op gebied van schaalvergroting en de onderhandelingspositie naar leveranciers
of klanten. De winst kan vervolgens worden verdeeld onder de leden. De aansprakelijkheid
ligt bij de leden, maar kan in de statuten worden beperkt of uitgesloten. Een crediteur kan
aan de naamgeving zien of hij te maken heeft met een uitgesloten aansprakelijkheid (UA)
of beperkte aansprakelijkheid (BA)