Dit bestand bevat een compilatie van de studievragen, leerdoelen en werkgroep aantekeningen van het vak beginselen staatsrecht bachelor jaar 1. De stof is van week 1 tm 7 schematisch weergegeven, zodat je een duidelijk overzicht hebt met alle belangrijke stof voor het tentamen.
Verschillende kenmerken van een staat Staat = organisatie die effectief gezag uitoefent met voorrang boven andere organisaties
• Bevolking: gemeenschap van mensen
• Territorium: gesloten grondgebied
• Effectief Gezag: met voorrang boven andere organisaties
- Rechtsgemeenschap: door dwang te handhaven leefregels door soevereine organisatie die effectief gezag
uitoefent.
- Het geweldsmonopolie in handen van een soevereine organisatie, ofwel rechtsgemeenschap
• Erkenning, niet noodzakelijk maar versterkt de rechtspositie van een staat in internationale gemeenschap
Verschillende bronnen van staatsrecht in Staatsrecht = de wet die over de staat gaat
Nederland • Grondwet
• Statuut
• Internationale verdragen bv ERVM
• Ongeschreven staatsregels, gewoonterecht
• Organieke wet
1. Een uitwerking in opdracht van de grondwet
2. Gaat altijd over de staatsinrichting
• Reglement van orde (1e en 2e kamer)
Verschil tussen ‘rigid constition’ en ‘flexible Nederlandse grondwet is een rigid constitution (de grondwet is moeilijker te wijzigen dan een normale wet).
constitution’ - Echter wijziging is wel mogelijk (herziening grondwet)
- Gevolg: moeilijk om de grondwet op korte termijn aan te passen aan maatschappelijke ontwikkeling
Het Britse constitutionele recht is grotendeels ongeschreven en verder in gewone wetten neergelegd. Het kan ook door
een gewone wet gewijzigd worden (=flexible constitution)
Kennis van het ontstaan, de evolutie en de • BES-eilanden: horen bij NL (ook wel bijzondere gemeenten/ caribisch NL). Eilanden hebben dan ook NL’se
structuur van het Koninkrijk der Nederlanden grondwet.
• ACM: horen bij koninkrijk der NL’en. Het zijn zelfstandige landen binnen het koninkrijk. Ze hebben dan ook eigen
grondwetten. (Sommige delen NL’se grondwet bv als het gaat over de koning zijn ze wel relevant voor ACM)
,Verhouding tussen het Statuur van het Statuut > grondwet. Art. 5 lid 2: Gw neemt bepalingen statuut in acht.
Koninkrijk der Nederlanden en de
Nederlandse Grondwet
Kennen van de belangrijkste staatsvormen - Republiek/ monarchie
- Gezag centraal/ decentraal
Reflecteren over de staatsvorm van het Nederland is een constitutionele monarchie (grondwet) met een parlementair stelsel (1e & 2e kamer).
Koninkrijk der Nederlanden en het land
Nederland Tevens een gedecentraliseerde eenheidsstaat (zegt iets over de interne taakverdeling in de staat)
Betekenis van de trias politica en in hoeverre - Trias politica
Nederland daaraan voldoet 1. Wetgevende macht: parlement
2. Uitvoerende macht: bestuur
3. Rechterlijke macht: recht controleert of de uitvoerende macht de wetten in acht neemt
- In NL is geen strikte machtenscheiding. Dit is niet ook noodzakelijk, maar machtenspreiding is dit wel. De
spreiding van machten betekend dat er een systeem van checks and balances is. Zowel regering als parlement
worden verantwoordelijk gemaakt voor het resultaat van wetgevingsproces.
- Systeem van checks & balances: het gezag wordt verdeeld over verschillende organen, en dus over
verschillende (groepen) mensen. Ieder orgaan kan op deze manier slechts een deel van het gezag uitoefenen,
het heeft andere organen nodig. De verschillende organen houden elkaar in evenwicht. Elk orgaan moet een
zekere macht hebben en een zekere verantwoordingsplicht.
Niemand kan een publiekrechtelijke bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn of
zonder dat op die bevoegdheidsuitoefening controle bestaat. Het doel is het voorkomen van machtsmisbruik
en machtsconcentratie
, Inzicht in de kenmerken van een • Actief en passief kiesrecht (art. 4 Gw)
democratische rechtsstaat • Vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw)
• Vrijheid van vergadering en betoging (art. 9 Gw), met elkaar tegen een overheidsoptreden uiten
• Vrijheid van vereniging (art. 8 Gw)
Betekenis van het Nederlanderschap in het
staatsrecht (en in het bijzonder in het licht
van het kiesrecht)
Staatsrecht week 2
- Waaruit is de regering samengesteld - Koning + minister(s) – art. 42 GW. Zij treden samen als ambt op. Maar ook één enkele minister (of één enkele
- Hoe de regering wordt benoemd en staatssecretaris) + koning kunnen als regering worden gezien – art. 47 GW
ontslagen - Koning is staatshoofd/ onderdeel van de regering, maar moet altijd samen met minister of staatssecretaris
- Wat is de onderlinge verhoudingen handelen, want koning is onschendbaar. Het ambt ‘koning’ gaat over door erfopvolging
tussen de regeringsorganen - De minister is naast onderdeel van de regering ook zelf een ambt met eigen bevoegdheden. De meeste ministers
staan aan het hoofd van een ministerie – art 44 GW. Zij worden benoemd door koninklijk besluit, ondertekend
door de minister-president – art 48 GW
- Hoe is de Staten-Generaal - Staten-Generaal = parlement = volksvertegenwoordiging = 1e en 2e kamer
samengesteld - Tweede kamer: rechtstreeks gekozen, 150 leden, fulltime, regelmatig verantwoording afleggen, volle agenda veel
- Wat is de onderlinge verhouding onderwerpen
tussen de Tweede en Eerste Kamer - Eerste kamer: indirect gekozen door provinciale staten en kiescollege, 75 leden vergadering 1x per week,
hoofdfunctie elders, gespecialiseerd op bepaald vakkenterrein
- Wat is de verhouding tussen politieke - Beginsel van het vrije mandaat: op het moment dat een volksvertegenwoordiger gekozen is dan heeft hij een vrij
partijen en Kamerleden mandaat. Handelt zonder opdracht/ last van een politieke partij. Kamerlidschap geldt tot de volgende
- Feiten en belangrijkste verkiezingen.
rechtsoverwegingen van het arrest - De belangrijkste overwegingen zijn te vinden in r.o. 3.2. De Hoge Raad geeft hier aan dat het Hof juist oordeelt
Arubaanse verkiezingsafspraak dat de “overeenkomst nietig is zodat daarvan geen nakoming kan worden gevorderd”. Uit het beginsel van het
vrije mandaat vloeit verder “voort dat de in de Staatsregeling vervatte regeling van de gevallen dat een Statenlid
moet aftreden — waaronder een tot aftreden verplichtende overeenkomst met zijn (vroegere) politieke partij
niet is begrepen — als uitputtend moet worden beschouwd.”
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper el011. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.