College 1: Neuroanatomie hoofdlijnen
Fysiologie H6: Structuur en functies van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestuurt de lichaamsfuncties en het gedrag.
Het zenuwstelsel is opgedeeld in een centraal deel en een perifeer deel.
➔ Centraal = hersenen en ruggenmerg. Beide zijn goed beschermd door botten
➔ Perifeer = buiten de hersenen en ruggenmerg: De hersenzenuwen en ruggenmerg- of
spinale zenuwen. Deze zenuwen verbinden de periferie met het centrale zenuwstelsel.
De buitenkant van de hersenen heet de hersenschors (cortex cerebri). Hierin liggen vooral
cellichamen van neuronen. Die geven de schors in een dood lichaam een grijze kleur (grijze
stof). In een levend lichaam is de schors roze door een betere doorbloeding.
De binnenzijde van de hersenen bevat grotendeels de uitlopers van neuronen (axonen). Om
axonen zit myeline. Dit geeft een witte kleur (witte stof).
-> Groepen cellichamen binnen het CZS noem je nuclues
-> Bundels zenuwvezels in het PZS heten een (perifere) zenuw
Uit de hersenen komen hersenzenuwen
➔ 12 aan elke kant. Ze bedienen vooral het hoofd- en
halsgebied
» Nummer 10, de vagus Nervus, bedient een groot
aantal inwendige organen.
Uit het ruggenmerg komen ruggenmerg- of spinale zenuwen
➔ 31 aan elke kant. Ze komen tussen de wervelbogen
tevoorschijn en bedienen vooral de romp en de ledematen
» Alle studenten die door één spinale zenuw worden
bediend, vormen samen een segment
Waar liggen de cellichamen van neuronen?
➔ De meeste cellichamen van neuronen in de hersenen liggen in de hersenschors
➔ Er liggen er ook wat binnen de hersenen. Zo’n groep cellichamen in het CZS heet
nucleus of (hersen)kern
➔ In het ruggenmerg liggen cellichamen in de vlindervormige grijze stof
➔ Groepjes cellichamen in het PZS. Zo’n groep heet een ganglion
Prikkeltransport
Perifere zenuwvezels transporteren impulsen van de perifere naar het CZS en
omgekeerd.
Afferente en efferente vezels
Afferent = naar het CZS
➔ Zenuwvezels die prikkels van de periferie in de richting van het CZS geleiden
» Sensorische zenuwvezels en sensorische neuronen
Efferent = naar de periferie
➔ Voeren de prikkels van het CZS naar de periferie
» Motorische zenuwvezels en motorische neuronen
,Tractus (baan) of fasciculus (bundeltje) = een bundel zenuwvezels in het CZS
➔ Van beneden naar boven = Ascenderende baan of afferente baan
» Behoren tot het sensorische systeem. Houdt zich bezig met opvangen, verwerken en
voorgeleiden van prikkels die door zintuigen (sensoren) zijn opgevangen. Van
perifeer naar centraal
➔ Van boven naar beneden = Descenderende baan of efferente baan
» Behoren tot het motorische systeem. Geleidt prikkels vanuit de hersenen naar het
ruggenmerg, en verder via motorische zenuwen naar de doelorganen: de spieren.
Van centraal naar perifeer
Sensoriek en sensibiliteit
Sensoriek = verwerking
➔ Omvat de verwerking van alle soorten prikkels waarvoor wij gevoelig zijn
» Gebeurt bewust en onbewust
Sensibiliteit = waarnemen
➔ De tastzin. Het bewust waarnemen van aanraking, kou, warmte, pijn. Ook de houdings- en
bewegingszin, het waarnemen van de positie van spieren en gewrichten, behoort ertoe.
Animaal zenuwstelsel
➔ Zijn alle functies en structuren die betrokken zijn bij het waarnemen van de buitenwereld en
bij (sensoriek en motoriek van) houding en beweging
» Het willekeurig zenuwstelsel, maar er treden ook reflexen op die je niet of amper
met je wilt kunt beïnvloeden
Vegetatief zenuwstelsel
➔ Zijn alle functies en structuren die zijn betrokken bij de instandhouding van het lichaam
(homeostase), groei en voortplanting.
» Het onwillekeurig of autonome zenuwstelsel. Uitzondering: Ademhaling is tot op
zekere hoogte te beïnvloeden
→ De 2 onderdelen werken nauw samen met elkaar
Het zenuwstelsel bestaat uit verschillende modellen
- Reflexmodel of stimulus-responsmodel
- Kabels- en banenmodel
- Hiërarchische of fylogenetisch model
Reflex model = Het model gaat ervan uit dat een prikkel of stimulus een stereotiepe reactie of
respons oproept. Daarom heet het ook wel stimulus-respons model
➔ Nut in paramedische praktijk: Onderzoek van de reflexen geeft informatie over plaats, aard
en ernst van een neurologische aandoening
Kabels- en banenmodel = Gaat ervan uit dat er vaste verbindingen bestaan
tussen delen van het zenuwstelsel
➔ Sensorische banen lopen van de periferie via het ruggenmerg
omhoog naar de hersenen
➔ Motorische banen lopen van de hersenen via het ruggenmerg;
motorische zenuwvezels lopen vanuit het ruggenmerg naar de
spieren
➔ Associatiebanen verbinden onderdelen in het CZS
➔ Model is vaat te statisch om een accuraat beeld te geven
» Banen kunnen elkaars taak soms overnemen
, Hiërarchische of fylogenetisch model = legt een verband tussen de manier waarop het ZS is
georganiseerd en de manier waarop het ZS zich heeft ontwikkeld. Er zijn 2 soorten ontwikkeling
➔ De ontwikkeling van de soort (fylogenese) en de embryonale ontwikkeling van het individu
(ontogenese)
➔ Het model is gemaakt door Haekel door een studie naar breinontwikkeling in embryo’s
Het model onderscheidt in het ZS 3 niveau’s:
- Archiniveau
- Paleoniveau
- Neoniveau
Archiniveau = Bestaat uit neuronen in het ruggenmerg (grijze stof) en
neuronengroepen (kernen) in de hersenstam. Het zijn de ‘onderste’
delen van het CZS. Is het oudste niveau
➔ Ze regelen eenvoudige, automatisch verlopende processen
» Reflexen ten behoeve van de homeostase en het voortbestaan
» Dit niveau zorgt voor overleven
Paleoniveau = Het bestaat uit neuronengebieden onder in de hersenen,
zoals de hypothalamus en de basale kernen.
➔ De functies zijn gecompliceerder. Het regelt bijvoorbeeld sterk
geautomatiseerde bewegingspatronen en het uiten van emoties
Neoniveau = Is het laatst ontstaan. Het omvat onder andere het grootste
deel van de hersenschors. Bij de mens is dit niveau sterk uitgegroeid.
➔ Het neoniveau is betrokken bij cognitieve processen (denken),
bewuste waarneming en willekeurige motoriek
In de banen van de witte stof in het ruggenmerg en hersenen is dezelfde opbouw te zien.
➔ De oudste banen (archi) liggen het meest centraal/mediaan. Deze liggen vlak naast de grijze
stof van het ruggenmerg
➔ De banen van het paleosysteem zijn later ontstaan. Ze liggen rondom de archibanen.
➔ De banen van het neosysteem zijn het laatst ontstaan. Ze liggen het meest aan de buitenzijde
Alle niveaus zijn tegelijkertijd actief. Het neoniveau bestuurt daarbij de lagere niveaus.
➔ Meestal houdt dat in: afremmen (inhibitie) van de activiteit van de lagere niveaus.
Het hiërarchisch model verklaard niet alle ontwikkelingen in het gedrag.
➔ Niet alles is afhankelijk van sensorische prikkels. Het zijn niet altijd reflexen
Anatomie
Anatomische begrippen:
- caudaal: aan de kant van de ‘staart’;
- craniaal: aan de kant van het hoofd of het hoogste deel van het hoofd;
- dorsaal: aan de rugzijde;
- ventraal: aan de buikzijde;
- mediaan: in het midden;
- mediaal: in de richting van het midden;
- lateraal: in de richting van de zijkant.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper engelbertinktessa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,39. Je zit daarna nergens aan vast.