Samenvatting
Development, learning and behaviour
Pedagogische wetenschappen 2022 – 2023
,Hoofdstuk 1
Redenen om de ontwikkeling van kinderen te bestuderen
1) Verbeteren van opvoedpraktijken van iedereen die betrokken is bij het opvoeding en
zorg voor kinderen > ouders, leerkrachten, day care personeel enz.
2) Geïnformeerd kiezen van sociaal beleid over het welzijn van kinderen
3) Begrijpen van de menselijke natuur
a. Nativisten: bijzondere capaciteiten zijn al aanwezig vanaf de geboorte
b. Empiristen: vanaf de geboorte zijn er algemeen handige eigenschappen,
waarbij in de loop van het leven bijzondere capaciteiten komen door te leren
Historische fundering voor het bestuderen van de ontwikkeling van kinderen
Wat een mens tot mens maakt (Kagan, 2000): mogelijkheid om in te leven in de gevoelens en
gedachten van anderen, goed en fout onderscheiden in eigen gedrag, reflecteren op acties in
het verleden, begrijpen welke negatieve consequenties misschien vermeden konden worden
en begrijpen van motieven en emoties van jezelf en de ander.
Thema’s in de ontwikkeling van kinderen
1) Nature & nurture: hoe vormen nature en nurture samen de ontwikkeling?
2) The active child: hoe vormen kinderen hun eigen ontwikkeling?
3) (Dis)continuïteit: op welke manieren is ontwikkeling continu en op welke manieren is
het discontinu?
4) Mechanismen van verandering: hoe vindt verandering plaats?
5) Socioculturele context: hoe beïnvloedt de socioculturele context de ontwikkeling?
6) Individuele verschillen: hoe komt het dat kinderen zo verschillend zijn van elkaar?
7) Onderzoek en het welzijn van kinderen: hoe kan onderzoek het welzijn van kinderen
verbeteren?
Prenatal development
Wat is ontwikkeling?
- Kwalitatief: verandering in type cellen, niet zozeer de hoeveelheid
- Sequentieel: veranderingen zijn opeenvolgend. Sommige veranderingen vinden pas
plaats wanneer andere veranderingen eerst zijn geweest
- Cumulatief: ontwikkelingsfase bouwt verder op andere fases
- Directioneel: progressief (bouwt op) of regressief (haalt neer)
- Multifactorieel: multiple factoren spelen een rol in de ontwikkeling
- Individueel: ontwikkeling is uniek voor elk mens
Elke cel bevat genetisch materieel wat een cel vertelt wat het is en wat het moet doen
(blueprints/handleiding). Deze informatie is beschreven in je genen > in 46 chromosomen: 23
van je moeder, 23 van je vader.
De ontwikkeling begint bij cell division. Dit is het proces waarin de cellen gaan delen. Dit is
de basis voor de genetische variatie tussen individuen. Dit helpt ons nature en nurture te
begrijpen. Er zijn twee soorten:
1) Mitosis: de ‘normale’ celdeling > 23 chromosomen van je moeder + 23 chromosomen
van je vader vormt een cel = genetisch materieel > precies gekopieerd > gescheiden in
2 cellen die identiek zijn aan elkaar met een volledige kopie van je genetische
materiaal
, 2) Meiosis: de ‘speciale’ celdeling creëert sekse cellen > na kopie van de cellen > mom
pairs wisselen genetisch materiaal uit (crossing over) > 2x splitten > 4 nieuwe cellen
die elk een verschillende combinatie van de genetische code bevatten > de helft van de
blueprint.
Vier ontwikkelingsprocessen
1) Mitose: normale celdeling waarin de deling zorgt voor
2 identieke cellen met een volledige kopie van je
genetische materiaal
2) Celmigratie: alle cellen gaan naar de toegewezen
positie in het lichaam
3) Celdifferentiatie
a. Morula: cellen die van alles kunnen zijn, zijn
nog niet gespecialiseerd (totipotent) > dezelfde
grootte van de cel waarin het aantal cellen
groeit > toename van de druk
b. Deze druk is de trigger voor de blastocyst
(plaatje a-c). Sommige cellen worden deel van
de placenta, andere cellen krijgen een functie in het lichaam. Deze laatste
cellen heten dan pluripotent. Deze cellen kunnen dan nog van alles worden.
Welk type cel en hoe ze gedifferentieerd worden, hangt af van de
neurochemische signalen die ontvangen worden tijdens de ontwikkeling.
c. Wanneer de cellen een speciale positie toegewezen hebben gekregen, kunnen
ze niet meer veranderen.
4) Apoptose: geprogrammeerde celdood > stompje waarin vingers ontstaan (cellen
moeten doodgaan om de vorm van losse vingers te krijgen)
Dit is niet het enige wat gebeurt in de prenatale ontwikkeling. Zelf in de buik van de moeder
is de omgeving al heel belangrijk.
Stimulatie van buitenaf
10w: gevoel van druk
13w: waarnemen van bewegingen
20w: waarnemen van licht > zelfs voordat ze de ogen kunnen openen/dichtdoen
26w: waarnemen van geluiden
26-28w: waarnemen van smaak en geur > wat de moeder eet en drinkt
De foetus leert van deze dingen, reageert erop en beweegt
Beweging van de foetus
5-6w: buigen van hoofd en wervelkolom > simpele bewegingen
8-9w: schrikachtige bewegingen > hikken, boerreflex > voorbereiding op borstvoeding
10w: onafhankelijk bewegen van de ledematen
10-11w: hoofd- en ademhalingsbewegingen
11-12w: gapen, zuigen, slikken van vruchtwater
14w: niet-willekeurige bewegingen > 66% van de bewegingen zijn in reactie op objecten in
de omgeving (buik, navelstreng, eigen lichaamsonderdelen)
20w: bewegen van alle delen van het gezicht
25w: openen en dichtdoen van de ogen
Al deze zaken hebben een belangrijke functie voor de ontwikkeling:
- Slikken: ontwikkeling van de slokdarmholte, longen, spijsverteringsstelsel
- Bewegingen van het lichaam: ontwikkeling van spieren, botten, gewrichten en huid
, Er zijn een aantal zaken die van invloed kunnen zijn op de hoeveelheid bewegen van de baby,
waardoor de baby minder beweegt, wat schadelijk kan zijn voor de ontwikkeling. Denk
hierbij aan het drinken van alcohol > werkt verdovend > minder bewegen baby > beïnvloedt <
de ontwikkeling.
Teratogenen: schadelijke invloeden van de omgeving op de ontwikkeling van de baby
- Timing, duur, hoeveelheid van blootstelling en de genetische gevoeligheid zijn
belangrijke bepalers voor de ernst van de effecten op de ontwikkeling.
- De foetus is het meest kwetsbaar voor deze schadelijke invloeden gedurende de
vroege ontwikkeling
- Elk orgaan heeft een kritieke periode waarin de ontwikkeling misschien onderbroken
kan worden door schadelijke invloeden > hart/centrale zenuwsysteem kwetsbaar
tijdens week 3-5
De ontwikkeling van het kind wordt beïnvloed door de wereld om het kind
- Microsysteem: gedrag van de moeder > wat ze eet en drinkt
- Mesosysteem: relatie met partner
- Exosysteem: stress op het werk, mogelijkheden in de samenleving rondom steun en
gezondheid
- Macrosysteem: beleid over waterzuivering, drugs en alcohol
Hoofdstuk 2
Prenatale ontwikkeling
1) De eicel en de zaadcel bevatten allebei de helft van het genetische materiaal en heten
afzonderlijk van elkaar gameten of germ cells (in het NL: voortplantingscellen). Deze
cellen zijn gemaakt door het proces van meiose: de ‘speciale’ celdeling creëert sekse
cellen > na kopie van de cellen > mom pairs wisselen genetisch materiaal uit (crossing
over) > 2x splitten > 4 nieuwe cellen die elk een verschillende combinatie van de
genetische code bevatten > de helft van de blueprint.
2) Bevruchting: eicel komt vanuit de eierstok in de eileider en beweegt richting de
baarmoeder. Er komt een chemische substantie rondom de eicel wat
aantrekkingskracht heeft op de zaadcel. Wanneer er sprake is van een seksuele
interactie kan er een conceptie plaatsvinden. De zaadcel moet 6 uur reizen, 15
centimeter afleggen van de baarmoeder naar de eileider. Wanneer de zaadcel de eicel
bereikt heeft en steekt in de membraan van de eicel, geeft de eicel een stofje af
waardoor andere zaadcellen niet meer in de eicel kunnen steken. Het gefertiliseerde ei,
samensmelting van zaadcel en eicel, heet nu een zygote.
3) Van zygote naar embryo en dan foetus:
1. Celdeling > mitose: scheiden van de cellen in twee identieke cellen, continu proces
tot de baby voldragen is.
2. Celmigratie: de nieuwgevormde cellen gaan weg van hun ‘oude’ positie
3. Celdifferentiatie: de nieuwgevormde cellen gaan specialiseren en krijgen een plek
toegewezen in het lichaam
4. Geprogrammeerde celdood > apoptose: bv. bij handen moet er tussen de vingers
ruimte komen > cellen moeten sterven om dat mogelijk te maken :)
5. Aanwezigheid van hormonen:
a. Als androgenen (bv. testosteron) aanwezig zijn, zullen er mannelijke
geslachtsorganen ontwikkelen. Bij afwezigheid van deze androgenen,
zullen er vrouwelijke geslachtsorganen ontwikkelen.