Meten & Diagnostiek lectures samenvatting
Lecture 1.1
Diagnostiek is het kennen van een situatie met als doel een beslissing te kunnen nemen.
Psychodiagnostiek is dan onderzoek op het gebied van psychosociaal functioneren.
Betrouwbaar en valide beschrijving van psychosociale werkelijkheid van belang.
Diagnostiek is als wetenschapsbedrijving moeilijk doordat vaak te maken met complexe
constructen, beperkte tijd beschikbaar, sprake van confirmation bias en
beschikbaarheidsheuristiek.
Diagnostische tests zijn wetenschappelijke verantwoorde, betrouwbare en objectieve
informatie omtrent diagnostisch beeld om een beslissing te kunnen nemen. Stappen zijn:
probleemanalyse classificatie en diagnosestelling planning behandeling evaluatie
van behandeling zelfkennis kennisvergaring wetenschappelijk onderzoek.
Belangrijkste vaardigheid van psycholoog is op de hoogte zijn van psychometrische waarde
en dat op een ethische manier inzetten.
Test is een gestandaardiseerde procedure voor het nemen van een steekproef van gedrag,
beschreven in categorieën of scores.
Elke test heeft meetfouten, met de klassieke testtheorie wordt hiermee berekent:
X=T+e x= test score T = daadwerkelijke score e = meetfout
Standaardisatie van een test voorkomt confounders, bestaat uit:
1. Herhaalbaarheid, steeds zelfde score betrouwbaarheid
2. Volledigheid, beperkt aantal items, wel benodigde items nodig.
3. Scores, constructen uitdrukken in getal.
4. Interpretatie van scores, norm of standaardscore.
5. Predictie non-test gedrag, test score voorspelt of beschrijft bepaald gedrag
(validatie).
Voor testgebruik in Nederland is er de NIP en NVO, is voor beroepsethiek en
kwaliteitsbewaking.
Voor gebruik van instrumenten is psychometrische criteria een eis en ethisch gebruik. Voor
de psychometrische criteria is er de COTAN, is op basis van uitgangspunten van de
testconstructie, standaardisatie, normen, betrouwbaarheid en validiteit.
Ethiek gaat voer verantwoordelijk, integer, respectvol en deskundig handelen.
Lecture 2.1
Betrouwbaarheid gaat over de implicaties van onderzoeksresultaten op individuele
testscores. Gaat over de correlatie tussen scores op een test bij herhaalde afname of tussen
items van een test. Is de mate waarin scores constant / te reproduceren zijn en de
verhouding tussen daadwerkelijk gedrag T en testscore X.
Meetfouten kunnen plaats vinden door item selectie, testafname, test scoring of
systematische meetfouten.
, Systematische fouten zijn es, zijn positief of negatief, gemiddelde is niet 0, kan komen door
een fout in testconstructie. Systematische fouten zijn een maat voor de validiteit, het
beïnvloed de bepaling van het exacte construct.
Niet-systematische fouten zijn meer toevallige meetfouten, eu . Is random, kan positief en
negatief zijn, gemiddelde = 0, er is geen samenhang, is maat voor betrouwbaarheid het
beïnvloed de consistentie van de scores.
Met klassieke test theorie kan er een schatting gedaan worden van meetfout, kan
betrouwbaarheidsinterval bepaalt worden, en is een theorie van ware score en meetfouten.
Meetfouten zijn normaal verdeeld.
Standaarddeviatie is , variantie is 2 .
1 SD = 68,2%
2 SD = 95.4%
3 SD = 99.7%
Betrouwbaarheidscoëfficiënt r = T / X (van testscores)
Variantie = T2 /
Om meetfouten in kaart te brengen:
- Test-hertest = relatie tussen score bij herhaalde afname (Pearson’s r)
- Parallelvorm = relatie tussen scores op twee parallelle versies.
- Spearman Brown = split half betrouwbaarheid = relatie tussen scores op twee
testhelften.
- Coëfficiënt Alfa = relatie tussen de scores van alle mogelijke twee testhelften. Is een
schatting van de interne consistentie.
- KR-20 = Als er sprake is van ja of nee antwoorden, dichotoom.
- Iner-rater = relatie tussen de scores van meerdere beoordelaars.
Lecture 2.2
Standaardmeetfout (SEM) = standaarddeviatie van meetfout e.
Aannames:
- Spreiding van de meetfouten is voor alle personen die test doen identiek.
- Meetfout is normaal verdeeld.
- Standaarddeviatie van meetfout e van een test is te verwachten afwijking van
testscore X ten opzichte van ware score T.
Met de SEM is het betrouwbaarheidsinterval te berekenen. Bi is interval waarbinnen met
een bepaalde zekerheid de gemeten variabele werkelijk ligt.
BI = X +/- % x SEM
68 % = 1
90 % = 1.65
95 % = 1.96
99 % = 3
Betrouwbaarheid van verschilscore wat is ware verschil tussen 2 scores wat niet door de
meetfout komt.
SEdiff = standaardmeetfout van de verschilscores.
Voor het vergelijken moeten de tests soort van dezelfde M en SD hebben