Samenvatting stoornissen psychopathologie II
H7: schizofrenie spectrum en andere psychotische stoornissen
7.1 Schizofrenie
Verstoringen op cognitief, emotioneel, perceptueel en gedragsmatig gebied. Uiting van de stoornis kan
sterk varieren per persoon. Effect veroorzaken ernstig disfunctioneren. Stoornis is chronisch, en begint
meestal voor 25e levensjaar. Bij vrouwen zijn twee pieken, voor 25e en rond 40e. Prevalentie (in VS) is
1%.
Geassocieerde factoren
Patiënten die een realistisch besef hebben wat hun ziekte inhoudt voor de rest van hun leven hebben
een grotere kans om zelfmoord te plegen. Waarschijnlijk zijn ze geboren in de winter of vroege lente,
zou te maken hebben met seizoen specifieke infecties. Middelengebruik komt veel voor: nicotine
(vermindert positieve symptomen, vorm van zelfmedicatie), alcoholproblemen, cannabis en cocaïne.
Prevalentie is hoger in dichtbevolkte stadsgebieden, sociale stressoren in de stand versterken het
ontwikkelen van de stoornis bij kwetsbare personen.
Etiologie
Grote genetische factor. Komt veel vaker voor bij eerstegraadsgezinsleden en vooral tweelingen. De
leeftijd van de vader heeft een correlatie bij de ontwikkeling van schizofrenie. Vader ouder dan 60 bij
geboorte, verhoogd risico op later ontwikkelen van schizofrenie bij kind.
Biochemische factoren
Dopaminehypothese
- Dopaminerge activiteit is verhoogd
- Hoger dopamine niveau. Hoe hoger dit niveau, hoe ernstiger de psychotische symptomen.
- Mesocorticale en mesolimbische gebieden zijn betrokken bij schizofrenie
Andere neurotransmitters
- Serotonine: voor positieve en negatieve symptomen
- GABA: minder GABA neuronen in hippocampus. Omdat GABA betrokken is bij regulatie
van dopamine, zou dit de hyperactiviteit kunnen verklaren
- Een middel dat glutamaat remt, veroorzaakt een acuut schizofrenie-achtig syndroom
- Norepinefrine: betrokken bij anhedonie (gebrek aan emotionele beloning en verlaagde
ervaringen van plezier)
- Neuropeptiden, acetylcholine en nicotine
Hersenafwijkingen
- Afgenomen hersenvolume, door overmatige pruning in adolescentie
- Ventrikels zijn vergroot
- Limbische systeem: hippocampus, amygdala en parahippocampale gyrus zijn allemaal
verkleind. Structuur van neuronen zijn anders georganiseerd in de hippocampus
- Prefrontale cortex: anatomische abnormaliteiten, frontale lobotomie kan leiden tot symptomen
die lijken op schizofrenie
- Thalamus: minder neuronen en heeft kleiner volume
- Basale ganglia en cerebellum: veroorzaken de bewegingsstoornissen
- Neurale circuits: verschillende hersengebieden zijn met elkaar verbonden, als de een defect is
kan ook de ander minder goed functioneren etc.
o Een circuit via de anterieure cingulatus, basale ganglia en thalamus produceert
positieve symptomen, negatieve symptomen komen voort uit het dordolaterale
prefrontale circuit
o Gevoeliger voor activatieprocedures, verminderde alfagolven, verhoogde theta- en
deltagolven, meer epileptiforme activiteit
o Kunnen irrelevante geluiden er niet uit filteren en zijn extreem gevoelig voor
achtergrondgeluiden. Kan een factor zijn in auditieve hallucinaties
o Vaker last van een complexe partiële epilepsie