Samenvatting medische kennis blok B:
Geneesmiddelenkennis voor doktersassistenten:
Hoofdstuk 5.2: aandoeningen van de neusholte
Bij een ontsteking in de neusholte (rinitis) is het neusslijmvlies gezwollen en geïrriteerd.
Hoewel er meestal ook veel slijm wordt gevormd, is de verstopping voor een groot deel toch
te wijten aan het opzwellen van het neusslijmvlies. Dat kan het gevolg zijn van een
overgevoeligheidsreactie (hooikoorts), hyperreactiviteit of van infecties door bacteriën of
virussen.
Als hyperreactiviteit de oorzaak is, reageert het slijmvlies van de neus extra sterk op
bijvoorbeeld temperatuurwisselingen, tabaksrook, uitlaatgassen of sterke geuren. Omdat de
neusholte in verbinding staat met de neusbijholten en, via de buis van Eustachius, met het
middenoor, gaat een neusverkoudheid regelmatig gepaard met hoofdpijn en oorpijn. Een
neusverkoudheid kan symptomatisch behandeld worden met een middel dat het slijmvlies
doet slinken (decongestivum). Als de neusproblemen veroorzaakt worden door een allergie
(bijvoorbeeld bij hooikoorts), kan er behandeling plaatsvinden met stoffen die de afgifte van
histamine remmen, met antihistaminica of met lokale corticosteroïden.
Hoofdstuk 5.2.1: decongestiva
Stoffen die het opgezwollen neusslijmvlies doen slinken, worden decongestiva genoemd.
Xylometazoline geeft een vernauwing van de kleine bloedvaten van het neusslijmvlies,
waardoor het neusslijmvlies slinkt. Hoewel het wel een paar dagen kan duren voordat het
effect merkbaar is, mogen xylometazoline-neusdruppels niet langer dan 5 tot 7 dagen
worden gebruikt. De reden is dat anders de verschijnselen na het stoppen in hevige mate
terug kunnen komen (reboundeffect).
Xylometazoline heeft bij langdurig gebruik een bloeddrukverhogende werking en kan
hartkloppingen veroorzaken. Vooral kleine kinderen zijn zeer gevoelig voor deze
bijwerkingen. Daarom mogen xylometazoline-neusdruppels bij kinderen jonger dan 2;0 nooit
zonder voorschrift van de arts worden gebruikt. Voor deze kinderen zijn
natriumchlorideneusdruppels (‘zoutwaterdruppels’) geschikter. Otrivin baby is hiervan een
bekend voorbeeldmerk.
Hoofdstuk 5.2.2: antihistaminica
Veelgebruikte orale antihistaminica zijn: cetirizine, ebastine, levocetirizine, loratadine,
desloratadine, rupatadine en mizolastine. Cetirizine en loratadine zijn zonder recept
verkrijgbaar. Azelastine en levocabastine zijn beschikbaar als neusspray en oogdruppels,
olopatadine en ketotifen alleen als oogdruppels.
Hoofdstuk 5.2.3: lokale corticosteroïden
,Corticosteroïden worden in verband met hun ontstekingsremmende eigenschappen gebruikt
bij allergische aandoeningen. Deze middelen onderdrukken de heftigheid van de allergische
reactie, maar zijn niet meteen effectief als er al een allergische reactie is opgetreden.
Meestal duurt het een dag of 10 voordat het effect te merken is. Deze middelen moeten dan
ook continu, gedurende het hele allergieseizoen, worden gebruikt. Een bijwerking die vooral
in het begin van de behandeling veel voorkomt is een bloedneus. Meestal verdwijnt deze
bijwerking bij voortzetten van de behandeling in de loop van enkele weken. Middelen die
gebruikt worden bij allergische neusklachten zijn: triamcinolon-neusspray, mometason,
beclometason, budesonide en fluticason.
Hoofdstuk 5.2.4: overige middelen
Mestcelstabilisatoren, die de afgifte van histamine remmen, werken preventief bij
allergische aandoeningen, omdat ze de afgifte van histamine bij het uiteenvallen van de
mestcel remmen. De belangrijkste vertegenwoordiger uit de groep mestcelstabilisatoren is
het cromoglicinezuur. Het nadeel van dit middel is dat het matig effectief is, 4 tot 6 keer per
dag gebruikt moet worden en alleen preventief werkt. Neussprays met cromoglicinezuur zijn
vrij verkrijgbaar bij drogist en apotheek.
Hoofdstuk 9.2: allergieën:
Een allergische reactie is een abnormale reactie op een niet-ziekteverwekkende
lichaamsvreemde stof. In een normale situatie wordt deze lichaamsvreemde stof (het
antigeen) door antilichamen onschadelijk gemaakt, zonder dat de persoon daar iets van
merkt. Soms is er echter sprake van een heftige reactie op zo’n antigeen, waardoor de
betrokkene allerlei klachten krijgt. De antilichamen binden zich dan aan bepaalde cellen,
mestcellen genaamd. Deze mestcellen bevinden zich in de huid en in de slijmvliezen van de
luchtwegen en het maagdarmkanaal. Bij deze reactie vallen de mestcellen uiteen. Op dat
moment komt er uit die cel histamine vrij dat in het lichaam allerlei reacties kan
veroorzaken. Het is niet te voorspellen of iemand een allergische reactie zal krijgen na
contact met een bepaald allergeen. Per keer kan de reactie ook anders zijn; de ene keer is
die heftig, terwijl er een andere keer nauwelijks klachten zijn.
Overgevoeligheid ontstaat over het algemeen pas na herhaald contact met een bepaald
antigeen. Het ontstaan van een overgevoeligheidsreactie wordt sensibilisatie genoemd.
Soms wordt men overgevoelig via een andere stof. Als je bijvoorbeeld voor een van de
verschillende penicillinen overgevoelig geworden bent, dan zul je waarschijnlijk ook op alle
andere penicillinen allergisch reageren. Deze manier van overgevoelig worden, wordt
kruisovergevoeligheid genoemd.
De geneesmiddelen tegen allergie kunnen onderverdeeld worden in 4 groepen:
1. Middelen die de effecten van histamine tegengaan
2. Middelen die de verschijnselen van een allergische reactie onderdrukken
3. Middelen die het vrijkomen van histamine remmen
4. Middelen die een allergische reactie doen uitdoven
Hoofdstuk 9.2.1: middelen die de effecten van histamine tegengaan
Antihistaminica zijn stoffen die de aangrijpingsplaatsen van histamine blokkeren en daardoor
effectief zijn bij allergische rinitis, allergische conjunctivitis en urticaria. Urticaria (galbulten
,of netelroos) is een sterk jeukende uitslag die gepaard gaat met bultjes. Antihistaminica
worden beschouwd als middelen van eerste keus bij allergische aandoeningen.
Veelgebruikte orale antihistaminica zijn desloratadine, levocetirizine, cetirizine, loratadine,
fexofenadine, mizolastine. Cetirizine en loratadine zijn ook zonder recept voor zelfzorg
verkrijgbaar. Azelastine en levocabastine zijn beschikbaar als oogdruppels en neusspray.
Olopatadine en ketotifen alleen als oogdruppels. Ze worden vooral gebruikt bij
seizoensgebonden, incidentele of acute klachten. Clemastine is een krachtig
antihistaminicum. Als injectievloeistof is het in het ampullenetui van de huisarts aanwezig,
om eventuele anafylactische reactie te kunnen behandelen. Bij astmatische aandoeningen
hebben antihistaminica geen effect. Een antihistaminicum dat vooral vanwege de
jeukstillende en kalmerende werking gebruikt wordt, is hydroxyzine.
, Hoofdstuk 9.2.2: middelen die de verschijnselen van een allergische reactie onderdrukken
Corticosteroïden worden in verband met hun ontstekingsremmende eigenschappen gebruikt
bij allergische aandoeningen. Deze middelen onderdrukken de heftigheid van de allergische
reactie. Ze worden als lokale inhalatietherapie toegepast bij allergische aandoeningen van de
luchtwegen. Middelen die gebruikt worden bij allergische klachten van de neus zijn