H5: Hoe stimuleer je geïnterviewden om uitgebreid te antwoorden?
Hoe kun je de geïnterviewde non- verbaal stimuleren?
- Actief luisteren; je let zowel op verbale boodschappen, maar ook op non- verbale boodschappen
en reageert hier adequaat op.
VB: “U haalt uw schouders op en zucht…” Dit geeft aan dat de interviewer de non- verbale
boodschap heeft gezien, maar ook een uitnodiging om meer te vertellen.
-
Tip: Maak af en toe opmerkingen, zoals ‘U lijk dat moeilijk te vinden’, na een verhaal van een
geïnterviewde hoe lastig het is om… Dit geeft aan dat je luistert en hoort wat de geïnterviewde
zegt.
- Sympathie uitstralen en een ontspannen, vriendelijke sfeer is een eerste vereiste voor een goed
lopend interview. Wat is daarbij belangrijk?
De gespreksruimte; een kamer die gezellig is ingericht, maar ook de plek kan van belang zijn:
je wilt geen mensen die naar binnen kan kijken. Het is belangrijk dat de geïnterviewde zich
vrij voelt. Soms vinden mensen het fijn als je bij hun thuis komt om te interviewen, omdat ze
zich daar het meeste op hun gemak voelen, maar soms kan het het interviewproces
verstoren. Ook is het verstandig interviews niet aan een bureau te houden. Maar ook niet op
banken waarin je helemaal wegzakt. Wat dan wel? -> beide aan 2 zeiden van een tafel gaan
zitten, vermijd dat je recht tegenover de geïnterviewde zit, om constant oogcontact te
vermijden.
Je kleding & uitstraling; eerste indruk wordt bepaald door uiterlijk en kleding. Bedenk welke
kleiding past bij de mensen die je gaat interviewen. Tips voor goede uitstraling”
Goed geknipt, goed geschoren, warme glimlach, formeel gekleed, stevige
handdruk, juiste lichaamshouding en een gevoel van vertrouwdheid geven.
Je zithouding; koetsiershouding= een voorovergebogen luisterende houding. Dit geeft aan
dat je openstaat voor de ander.
Je gelaatsuitdrukking; oogcontact. Kijk iemand regelmatig aan, iig als je een vraag stelt. Let
wel op dat je niet gaat staren. Soms kan je oogcontact wel een beetje vermijden door
aantekeningen te maken, vooral bij bepaalde onderwerpen verteld de geïnterviewde wellicht
makkelijker zonder oogcontact.
Stemgebruik; kenmerken van je stem zijn: rustig tempo, volume, duidelijkheid & articulatie,
toonhoogte, melodie.
Humor; zelfspot is niet kwetsend en vaak ook humoristisch. Maak geen grappen over ras,
politiek of geloof.
Het onderdrukken van storende gewoontes; als je van jezelf weet dat je weleens bepaald
moeilijk te controleren gedrag vertoont, benoem dat dan. Tip: durf je kwetsbaar op te
stellen. Zoals het erkennen van fouten, dit siert je en kan sympathiek oproepen.
Hoe kun je de geïnterviewde verbaal stimuleren?
- Je begint meestal niet meteen met interviewen, maar praat eerst over koetjes & kalfjes (zoals de
reis er naar toe/ woonruimte/ kantoor…) Let wel op het uitspreken van waardeoordelen, zoals
positieve & negatieve oordelen. Er zijn verbale technieken die dienen om te stimuleren om meer
te weten te komen; zoals papegaaien en het gebruik van tussenvoegsels (ja, hm-mm, aha, nee,
precies… Gebruik NIET; ‘jeetje’, ‘o ja?’,’ nee toch!’ je mag best meeleven dmv nee toch!, o joh!,
goh! Maar probeer niet af te keuren) & het gebruik van stiltes en samenvattingen kunnen
motiverend werken.
, Tip: schaam je niet voor ‘eh’-gebruik, dit kan wel een functie hebben.
Hoe hanteer je stiltes?
- Stiltetolerantie; na het stellen van een (begin)vraag/ nieuw topic/ doorvragen moet je dan
ongeveer 10 tellen je mond houden. Het maken van aantekeningen kan helpen bij natuurlijke
stiltes.
- Hoe weet je wanneer iemand klaar is met zijn antwoord? Je moet verschillende soorten stiltes
zijn:
1) de geïnterviewde is klaar en heeft het antwoord afgerond ; kan je zien aan diegene zijn
blik/houding/stem (toon die naar beneden gaat aan het einde vd zin)/ hij kijkt jou aan &
leunt achterover. Let op: zelfs als iemand uitgepraat is laat je een beleefdheidsstilte
vallen; zeg dus niet direct ‘en…’. Hierdoor zal de ander wrs niet verder praten en wacht
tot jij je nieuwe vraag hebt gesteld. Probeer “en” sws te vermijden als start voor een
nieuwe vraag.
2) Denkt na; blik is vaak peinzend en toon blijft hangen.
3) Is geëmotioneerd, wordt verlegen of schaamt zich ;
4) Aarzelt; ‘Ik merk dat u aarzelt, kunt u me vertellen hoe dat komt?’
- Stiltes moeten ook niet te lang duren, dan kan de geïnterviewde het idee hebben dat je
hem/haar niet hebt gehoord en gaat hij/zij zichzelf herhalen.
- Als je zelf behoefte hebt aan een rustpauze dan kan je bvb zeggen: ‘Voordat we verdergaan wil ik
graag even mijn aantekeningen doornemen. Je hebt zo veel in korte tijd verteld, dat ik even
moet kijken of ik er een duidelijk beeld van heb. Ik zal proberen samen te vatten wat je hebt
gezegd.
Hoe gebruik je samenvattingen?
- Functies samenvatting
Ordent het gesprek
Is een teken dat je goed luistert
Werkt stimulerend
Versterkt de band
Werkt controlerend
Biedt een rustpunt
Is een voorbeeld
- Het is goed om ad en toe samen te vatten wat de ander heeft gezegd, zowel om te controleren of
je hem goed begrijpt als ter afronding van een onderwerp.
- Gebruik de samenvatting niet te veel, dat kan storend werken en geeft onnodig tijdverlies. Ook
kan de geïnterviewde zich ergeren dat je zijn/haar woorden steeds herhaalt.
- Gebruik de samenvatting alleen als je een onderwerp hebt afgerond en aan een nieuw
onderwerp wilt beginnen.
- Een goede samenvatting wordt gekenmerkt door
Een aankondiging; ‘dus als ik het verhaal probeer samen te vatten…’
Ruimte voor correctie; wees niet te stellig, zeg niet: ‘Wat je zegt is…’, maar ‘Als ik je goed
begrijp zeg je…’
Een goede formulering; zeg niet ‘Je bedoelt te zeggen…’ Ten eerste geef je de
geïnterviewde het idee dat hij onduidelijk is geweest en ten tweede dreigt het gevaar dat
je je woorden in een mond van een ander legt.
Helderheid en beknoptheid; probeer zvm bij de feiten te blijven en niet te interpreteren.
Objectiviteit; Je zegt niet: ‘Ik begrijp dat je veel kritiek op de bereikbaarheid van de
gemeente hebt’. Soms helpt het om letterlijk de kernwoorden van de geïnterviewde te
gebruiken, maar ook niet te vaak.