Interculturele Communicatie
Samenvatting Boek
Hoofdstuk 1: Interculturele communicatie
Cultuur met een kleine c’
- Verschillende definities
o (Hofstede en Hofstede, 2005:19) ‘De collectieve mentale programmering die
de leden van één groep of categorie mensen onderscheidt van die van andere.’
o ( Geertz, 1973) ‘Een systeem waarin de leden dezelfde betekenis hechten aan
woorden, communicatieve handelingen, symbolen, etc.’
- Bevat ook alledaagse activiteiten (eten en drinken, gevoelens uiten etc.)
- In de mentale programmering van de mens kunnen we drie niveaus onderscheiden
(van onder naar boven)
o Menselijke natuur: aangeboren / universeel
o Cultuur: aangeleerd/ specifiek voor een groep (mentale programmering)
o Persoonlijkheid: aangeboren, aangeleerd / individu
- Culturele verschillen manifesteren zich in vier verschillende aspecten (ui-diagram)
o Symbolen, helden en rituelen (praktijken, dat wat mensen doen).
o Waarden: waarom we iets doen (manier van denken en visie op wereld).
➔ IJsberg vorm: topje zijn de symbolen (1/9) en onderkant zijn de waarden (8/9)
- Nationale culturen: Collectieve mentale programmering
o Groepen mensen die bij elkaar horen doordat ze in één land wonen.
o Kunnen cultuurverschillen zijn binnen één land
o Eenzelfde cultuur aan beide zijden van een staatsgrens (bijv. Frans-Belgische).
- Sociale culturen:
o Cultuurverschillen tussen migranten uit verschillende delen van de wereld die
in één land samenleven.
o Cultuurverschillen tussen sociale klasse, vrouwen & mannen, leeftijd en
godsdiensten.
o Cultuurverschillen tussen ogenschijnlijk gelijke groepen.
- Stereotype nuttig: je hebt enig idee wat je van een andere cultuur kunt verwachten.
o Ook kennis nodig van normen & waarden.
Wat is communicatie?
- Communicatiemodel van Shannon & Weaver (1949)
o Bron: brein van persoon A (de zender)
o Bestemming: brein persoon B (de ontvanger)
o Kanaal: telefoon (in dit model)
➔ Communicatie kan door twee dingen worden
belemmerd: technische transmissie van de codes &
repertoire verzender (kan verschillen van ontvanger).
- Betekenis woord kan onderzocht worden m.b.v. woord- associatie technieken waarbij
proefpersonen reageren op een stimuluswoord. Geheel van antwoorden vormt het
woordveld of semantisch veld van het stimuluswoord.
- Model van Shannon & Weaver is beperkt, communicatie heeft meer aspecten
o Communicatie is geen eenrichtingsverkeer
o Context en situatie bepalen hoe je doet, tegen wie je spreekt etc.
, o Communiceren gaat niet alleen via woorden, ook de wijze waarop je je stem
gebruikt, tempo, houding, gebaren etc. spelen rol.
- Meest uitgebreide communicatiemodel: Targowski & Bowman (1988)
o Bestaat uit twee delen: een gedeelte dat weergeeft hoe zender, ontvanger en
buitenwereld met elkaar zijn verbonden in de communicatie en een gedeelte
dat weergeeft voor hoeveel aspecten zender en ontvanger op één lijn moeten
zitten om de communicatie goed te laten verlopen.
o Zie boek bladzijden 32 en 34 voor model + legenda!
- Deel 2 model Targowski & Bowman toont 10 aspecten
waarvan zender en ontvanger zelfde opvatting over moeten
hebben.
o Fysische link: Communicatiemiddel wordt niet
in elke cultuur even frequent gebruikt of niet
aanwezig.
o Systeemlink: Geschiktheid van het systeem om Deel 1
boodschap over te brengen.
o Toehoorderslink: Juiste opvatting over elkaar en komen ze over zoals zij
bedoelen?
o Sessielink: Boodschap op dezelfde tijd en in dezelfde omstandigheden
verzonden en ontvangen.
o Omgevingslink: Welke omgeving overgebracht, wordt deze op dezelfde wijze
ervaren.
o Functies-en statuslink: Dezelfde ideeën over eigen functie en status.
o Symbolenlink: Symbolen op dezelfde wijze geïnterpreteerd door ontvanger.
o Gedragslink: Wordt de communicatie geïnterpreteerd als bedoeld door zender?
o Waardelink: Ontvanger en zender dezelfde waarden.
o Opslaan/ terughalenlink: Hoe wordt de communicatie beïnvloed door vorige
ervaringen van de zender & ontvanger.
Wat is interculturele communicatie?
- Onderzoek naar wat er gebeurt als mensen uit verschillende culturen met elkaar
communiceren.
- Er kunnen misverstanden, irritaties of komische momenten ontstaan die aan
cultuurverschillen toegeschreven worden.
- Crosscultureel: onderzoek waarin men nagaat of, en in welk opzicht, culturen van
elkaar verschillen in communicatie. Vergelijking culturen.
Hoofdstuk 3: Cultuur en Communicatie
Communicatie
- 80% van de communicatie is non-verbaal.
- Middelen waarmee men communiceert→ codes
- Vier type codes (zie bladzijde 126 voor tabel)
o Verbaal
o Non-verbaal
o Vocaal
o Non-vocaal
Verbale communicatie
- Overbruggen door taal te leren