Samenvatting ‘Statistics for the behavioral sience’ Gravetter & Wallnau (hst 1 t/m 11)
Hoofdstuk 1 – introduction to statistics
1.1 statistics, science and observations
Statistiek = een set van wiskundige procedures om informatie te organiseren, samenvatten en
interpreteren.
Twee redenen voor statistiek:
1. Om de informatie te organiseren en samenvatten, zodat er gezien kan worden wat er is
gebeurd in het onderzoek en de informatie naar anderen gecommuniceerd kan worden.
2. Helpen om de onderzoeksvraag te beantwoorden, door conclusies te trekken op basis van de
resultaten.
1.2 populatie en steekproef
Populatie (N) = de hele groep individuen die van belang zijn in het onderzoek (de hele groep die een
onderzoeker wenst te onderzoeken).
- Kan heel groot of klein zijn
- Vaak heel groot
Steekproef (n) = een groep individuen uit de populatie geselecteerd, om de populatie te
representeren.
- Wanneer niet heel de populatie bereikt kan worden
- De resultaten generaliseren naar de populatie
Variabele = een kenmerk of voorwaarde dat kan veranderen of verschillende waarden voor
verschillende individuen heeft.
Score = meetresultaat voor elk individu (datum / raw score)
Data (data set) = meetresultaten of observaties. Data set = verzameling van de meetresultaten of
observaties.
Parameter = een waarde (numeriek) die de populatie beschrijft. Afgeleid van de metingen van de
individuen in een populatie.
Statistic = een waarde (numeriek) die een steekproef beschrijft. Afgeleid van de metingen van de
individuen in een steekproef.
Elke parameter heeft een corresponderende statistic. Vaak worden de statistics (n) gebruikt om
vragen over de populatie (N) parameters te beantwoorden.
Statistische procedures verdeeld over twee categorieën:
- Beschrijvende statistiek = statistische procedures om data te samenvatten, organiseren en
te vereenvoudigen
Ruwe data in tabellen / grafieken.
Gemiddelde
- Inductieve statistiek = methoden om data van de steekproef te gebruiken om algemene
bevindingen over een populatie te kunnen maken
Steekproef is representatief voor de populatie, maar geeft niet 100% een eerlijk
beeld.
Samenvatting ‘Statistics for the behavioral science’ (hst 1 t/m 11) Loes van den Bekerom
,Sampling error = de natuurlijk voorkomende fout of verschil, dat bestaat tussen de sample statistics
en de population parameter die daar bij hoort.
- Steekproef statistieken variëren van de ene tot een andere steekproef en zijn anders dan de
bijbehorende populatie parameter
- Verschil tussen sample is waarschijnlijk resultaat van random factoren.
1.3 data structuren, onderzoeksmethoden en statistiek
Data structuren (onderzoeksmethoden):
- Correlatie methode = twee verschillende variabelen observeren om te bepalen of er een
relatie tussen ze is.
Apart per individu
Patronen in data (tabel/grafiek)
Kan relatie aangeven, maar geen verklaring (geen oorzaak-gevolg)
- Experimentele methode = één variabele is ‘bewerkt’ terwijl de andere variabele wordt
geobserveerd en gemeten. Om een oorzaak-gevolg verband aan te tonen, moet een
experiment alle andere variabelen controleren, zodat die de resultaten niet kunnen
beïnvloeden.
Manipulatie: één variabele wordt aangepast in waarde van een andere variabele. De
2e variabele wordt gemeten om te kijken of de verandering invloed heeft.
Controle: zodat andere variabelen geen invloed hebben op de relatie.
- Deelnemers variabele: leeftijd, geslacht (varieert van individu tot individu,
per groep hetzelfde)
- Milieu variabele: tijd dagen, weer (groep A en B moeten in dezelfde
omstandigheden getest worden)
Manieren tot controle:
- Random assignment (willekeurig toewijzen)
- Matching (sorteren)
- Holding them constant (bv. Iedereen 10 jaar)
Independent variabele = variabele die wordt veranderd door onderzoeker
(onafhankelijke variabele). Deze beinvloedt de afhankelijke variabele.
Dependent variable = variabele die wordt beïnvloed door de onafhankelijke
Controlegroep = er wordt niks aangepast.
Experimentgroep = waar iets anders is.
- Niet-experimentele methode
Ongelijke groepen (jongens/meisjes, 8-jarige/10-jarige)
Pre-post (zelfde variabele 2x voor participant. VB: voor / na therapie. De variabele
kan ook met tijd veranderen)
Independent variable = quasi-independent variable
Datastructuren (statistische methoden)
- Correlatiemethode
Tabel / spreidingsdiagram
Correlatie
Geen numerieke waarden, maar categorieën
Chi-square test
- Experimentele methode
Beschrijvende statistiek
Inductieve statistiek
Gemiddelde
Bij niet numerieke categorieën: proporties (percentages)
Samenvatting ‘Statistics for the behavioral science’ (hst 1 t/m 11) Loes van den Bekerom
, 1.4 Variabelen en metingen
Constructs (abstracte kenmerken) = kenmerken die niet gelijk observeerbaar zijn, maar nuttig voor
het beschrijven / verklaren van gedrag.
- Intelligentie, honger
Concrete variabelen = gelijk te meten / observeren
- Gewicht, lengte
Operational definition = definieert een construct in termen van extern gedrag dat wel gemeten kan
worden.
- VB voor intelligentie: intelligent gedrag
Groep operations
Definieert de construct in termen van de metingen
Discrete variabele = bestaat uit aparte, ondeelbare categorieën: geen waarden tussen categorieën.
- Kwalitatief
- Geslacht, beroep, opleiding
Doorlopende variabelen (continuous) = meerdere/oneindige waarden tussen geobserveerde
waarden: deelbaar (kommagetallen)
- Vaak onmogelijk om exact hetzelfde waarde te hebben
- Interval
Real limits = helft tussen scores (vaak 0,5)
X = 150 interval van:
- Lower limit: 149,5 (top interval)
- Upper limit: 150,5 (bodem interval)
Meetschalen door middel van categorieën:
- Nominaal: met namen
Categorieën
Opleiding (ASW, sociologie etc)
Verschil zien
- Ordinaal
Categorieën op volgorde
Small, medium, large
Verschil en richting verschil
Geen maten tussen volgorde
- Interval
Categorieën op volgorde, met vast verschil
Temperatuur
Verschil: richting en grootte
- Ratio
Interval + 0-punt
Nulpunt = afwezigheid variabele
2x zoveel als..
Hoogte, gewicht
1.5 statistische notatie
X en Y = variabelen N = populatie, n = steekproef ∑ = som ∑X
Samenvatting ‘Statistics for the behavioral science’ (hst 1 t/m 11) Loes van den Bekerom