Samenvatting Neuman - ‘understanding research’: hst 6, 7, 10 en 8
Hoofdstuk 6: de vragenlijst, mensen vragen stellen
Vragenlijsten zijn de meest gebruikte techniek in de sociale wetenschappen.
- Vragenlijsten geven data op basis van self-reports.
- Als de onderzoeksvraag, variabalen en probleem in niet te moeilijke vragen te beantwoorden
zijn.
- Niet nuttig wanneer het gaat om dingen waar mensen zich onbewust van zijn of niet over
willen praten (illegaal gedrag bijvoorbeeld)
Een sociale vragenlijst
- Kan door een groot aantal respondenten ingevuld worden
- Kan vragen over meerdere variabelen stellen (meerdere hypothesen testen)
- Patronen tussen verschillende variabalen
- Het bevragen van: mening, kennis, sociale achtergrond, kenmerken, overtuigingen, gedrag
Causaliteit bepalen:
1. Onafhankelijke variabele komt voor de afhankelijke variabele
2. De twee variabelen hebben een relatie met elkaar (correlatie)
3. Geen alternatieve verklaring
Vragenlijsten zijn correlationele technieken = een non-experimentele techniek waarbij correlaties
(relaties) in data worden bepaald.
- De volgorde van de variabelen (punt 1) is moeilijk te meten, omdat de survey data op één
moment verzameld is.
- Punt 3: Controle variabele = mogelijke alternatieve oorzaken
VB: gescheiden mensen hebben een slechtere gezondheid
Alternatieve verklaring kan zijn: leeftijd (gescheiden mensen zijn ouder)
Vragenlijst onderzoek:
1. Opstartfase: plannen en voorbereiden van de vragenlijst (stap 1, 2 en 3)
2. Uitvoeringsfase: verzamelen en vermelden van data (stap 4)
3. Analysefase: analyseren en interpreteren van de data, resultaten rapporteren (stap 5 en 6)
Figuur 6.2!
Opstartfase
- Wie zijn de respondenten
Het type respondent beïnvloed de onderwerpen en hoe de vragen geformuleerd
worden
- Welke informatie wil je van hen leren
Vragen zijn de operationalisering van de variabalen en hangen af van de manier
waarop die geconceptualiseerd worden
Hoe wil je de resultaten gaan gebruiken?
Instrument ontwikkelen: questionnaire (mensen lezen de vragen en vullen de
antwoorden daarop in) of interview schedule (een set van vragen die een
interviewer kan voorlezen aan de respondent).
Vragen opstellen: deze zal je vaak moeten herschrijven
Volgorde van de vragen: op basis van de onderzoeksvraag, de respondenten
en het type vragenlijst
- Hoe kun je zo effectief mogelijk die informatie verkrijgen
Samenvatting ‘Understanding research’ (hst 6 t/m 8, 10) Loes van den Bekerom
, Eerst een korte pilot met een klein aantal respondenten die gelijk zijn aan de echte
respondenten, voordat het echt uitgevoerd wordt (hierdoor zal de helderheid
verhogen)
Interview plannen: op welke manier afnemen, jijzelf of door iemand anders
Steekproef trekken
Uitvoeringsfase
- Vastleggen van de steekproef (via telefoon, persoonlijk contact, internet, mail)
- Informatie geven over de vragenlijst en instructies over hoe te maken
- Als een respondent de vragenlijst geeft: snel even checken, bedanken
- De data organiseren
- Nummer aan respondent en vragenlisjt
- Data in computer invoeren
- Vragenlijsten goed bewaren
Het opstellen van goede vragen
Twee hoofdprincipes om goede vragen op te stellen: het vermijden van verwarring en het in
gedachte houden van de perspectief van de respondent.
- Goede vragen zijn valide en betrouwbaar
- Goede vragen zorgen er voor dat een respondent snapt wat je vraagt en dat hun antwoorden
betekenisvol zijn
Tips bij het schrijven van vragen:
- Vermijd jargon, beroepstaal (slang) en afkortingen (abbreviations)
VB: psychologen – oedipus complex
Jargon en beroepstaal alleen bij hoog gespecialiseerde populaties
Anders tv-taal
- Vermijd dubbelzinnigheid (ambiguity), verwarring (confusion) en vaagheid (vagueness)
VB: wat is uw inkomen? wekelijks, maandelijks, familie, persoonlijk, netto, bruto
Verwarring kan zorgen voor inconsistentie
Respondenten zullen de vraag dan beantwoorden zoals zij het interpreteren
Dubbelzinnigheid: sport je vaak? wat is vaak?
- Vermijd hoge emotionele woorden
VB: same-seks marriage, gender-neutral marriage, equal marriage, gay marriage etc.
- Vermijd gezag/aanzien bias
Titels en posities in de maatschappij dragen aanzien en status met zich mee.
Prestige bias = het koppelen van een uitspraak of positie aan een probleem met een
bekende of statusvolle groep of persoon.
VB: Willem-Alexander is voor het homohuwelijk, bent u voor het homohuwelijk?
- Vermijd double-barreled vragen
Double-barreld question = een vraag waarin twee of meer vragen verwerkt zijn
VB: bent u tegen het gebruik van alcohol en drugs?
- Vermijd het behandelen van iemands mening over een hypothese als een toets voor de
hypothese
VB hypothese: hoog opgeleide mensen accepteren het homohuwelijk meer
Toetsen: informatie over beide variabelen (hoog opgeleide mensen en standpunt
over homohuwelijk)
Niet: denkt u dat minder opgeleide mensen vaker tegen het homohuwelijk zijn?
Samenvatting ‘Understanding research’ (hst 6 t/m 8, 10) Loes van den Bekerom