Kritische Beroepssituatie
Wonden, pneumonie & verhoogde
risico’s
Stage: Afstudeerstage
Stagecode: OVK4AASS01
Datum: 6-2-2023 t/m 28-6-2023
Stage-instelling: Maasstad Ziekenhuis
Stage-afdeling/team: Chirurgie 1
Situatie
In deze situatie beschrijf ik een dagdienst en had ik met twee verpleegkundigen de zorg over 8
patiënten, waarvan ik 1 patiënt uitwerk. Deze patiënt heeft een multidisciplinaire behandeling,
comorbiditeit en polyfarmacie wat haar hoogcomplex maakt (ZelCom-model niveau 3).
, Kritische Beroepssituatie
Competenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 & 16
Mevrouw Vermaas is 79 jaar en is opgenomen vanwege een geïnfecteerde open wond aan beide
onderbenen en AKI (acuut nierfalen). AKI is het plotseling stoppen of afnemen van de filtratie van de
nieren (van Heycop ten Ham, 2018). Hiervoor is de interne geneeskunde medebehandelaar. Vanwege
de infectie heeft mw. een hypoactief delier opgelopen, waarvoor de geriatrie in consult is. Het delier
uit zich bij mw. in sufheid, traagheid, desoriëntatie, apathie en plukken. Een delier komt vaak voor bij
ouderen en gaat samen met risicofactoren als medicatie, comorbiditeit, pijn, operatie, trauma en
metabole ontregelingen (Kuswardhani, & Sugi, 2017). Tijdens opname is met onderzoeken
geconstateerd dat mw. een zeer slechte doorbloeding heeft in het linkerbeen. Hierdoor is er een
slechte wondgenezing en is de wond links (15x4 cm) geel en necrotisch. De wond rechts (10x4 cm) is
rood. Om de doorbloeding te verbeteren is mw. voor endarteriëctomie van de linker lies geweest. Dit
is een operatie waarbij de vernauwde binnenkant van de slagader wordt verwijderd en het bloedvat
wordt gesloten met een patch (“Endarteriëctomie”, 2017). Mw. is bekend met vaatlijden fontaine
stadium 4, meerdere bypasses, hypertensie, diabetes type 2 en polyartritis. Het vaatlijden,
hypertensie en diabetes kunnen een oorzaak zijn voor AKI. Deze aandoeningen kunnen de vaten en
nieren beschadigen. Hierdoor kan het bloed minder goed gefilterd worden (“Diabetic nephropathy”,
2021). De medicatie die mw. gebruikt is paracetamol, fentanyl en oxycodon tegen de pijn. Opiaten
kunnen een delier uitlokken en kunnen zorgen voor verwardheid en sufheid. Echter heeft mw. wel
veel pijn, waardoor deze niet gestopt kunnen worden (c1). Mw. gebruikt clopidogrel en fragmin ter
preventie van trombose. Mw. krijg orale antibiotica vanwege de geïnfecteerde wonden. Daarnaast
gebruikt mw. metoprolol vanwege de hypertensie en metformine vanwege de diabetes. Mw. krijgt
movicolon om obstipatie te voorkomen door het opiaatgebruik. Ook mag mw. zo nodig intraveneuze
medicatie tegen de misselijkheid hebben (c1).
Taak
Mijn taak in deze situatie is om verantwoordelijkheid te dragen van de zorg voor mw. Vermaas. Dit
doe ik zelfstandig, maar ik kan overleggen met mijn collega’s. Ik onderneem actie op verhoogde
risico’s, maak ik gebruik van klinisch redeneren en overleg ik met de artsen. In deze KBS worden de
volgende competenties aangetoond: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 & 16.
Actie
Ik begin de dienst met het afnemen van een EWS bij mw. EWS staat voor early warming score en is
een manier om de vitale functies snel en eenvoudig in kaart te brengen (“EWS-score afnemen”,
2023). Mw. scoort een EWS van 4 (ah 20/min, sat 92%, pols 112/min, tensie 156/79, temp 38,3°C,
bewustzijn alert, UP >75 cc/4 uur). Bij een EWS boven de 3 moet er contact opgenomen worden met
een arts. De vaatchirurg komt binnen 10 minuten viste lopen, dus bespreek ik deze dan (c1,10). Ik zie
dat mw. een hoge ademarbeid heeft doordat mw. de schouders optrekt bij het ademhalen en een
piepend geluid maakt bij uitademen in combinatie met de lage saturatie en hoge ademhaling. Ik start
in overleg met mijn collega 2L O2 over de neusbril. Ik kies voor 2L O2, omdat ik de zuurstof nog op
kan hogen wanneer de saturatie niet herstelt (c1,3,6,10,13). Hierbij leg ik aan mw. uit dat ik zuurstof
toe ga dienen en waarom. Dit leg ik op een duidelijke, rustige manier uit in verband met het delier
(c4,5). Zuurstof is in het lichaam nodig voor de verbranding van glucose, waardoor energie voor de
organen wordt geproduceerd. Bij een tekort aan zuurstof is er dus te weinig energie voor de
organen, wat kan zorgen voor benauwdheid, moeheid en onrust (Van Heycop ten Ham, 2018) (c1). Ik
vraag mijn collega om de saturatie over 20 minuten opnieuw te meten. Zo heeft het lichaam de tijd
op de zuurstof op te nemen. Deze is dan 97%, daarnaast lijkt de ademarbeid verminderd te zijn
(c6,12). De vitale functies kunnen wijzen op een sepsis. Uit een literatuuronderzoek dat ik heb
geschreven voor mijn opleiding blijkt dat de SIRS-criteria en de qSOFA-score het meest betrouwbaar
zijn om sepsis vroegtijdig te herkennen. Nu heeft mw. volgens de SIRS-criteria een verhoogd risico op
sepsis en volgens de qSOFA-score niet. Hierom besluit ik er nu vanuit te gaan dat mw. mogelijk een
sepsis heeft. De belangrijkste interventies die vroegtijdig moeten worden toegepast bij sepsis zijn:
2