Hoofdstuk 5
De belangstellen voor het geschreven woord en de inzichten die kinderen ontwikkelen in de functies
van geschreven taal geletterdheid
De vaardigheid om zich in een geletterde samenleving te kunnen redden functionele geletterdheid
niveau van de geletterdheid wordt bepaald door avi toetsen
in de ontwikkeling van geletterdheid kunnen we 3 fasen onderscheiden:
1. Ontluikende geletterdheid
- Ontwikkeling in de voorschoolse periode van 0 tot 4 jaar. Thuissituatie speelt daarbij een
grote rol.
2. Beginnende geletterdheid
- Groepen 1 tot en met 3 op de basisschool. Kinderen hebben al kennis opgedaan over
boeken en letters door verschillende activiteiten. Deze fase omvat ook het aanvankelijk
lezen.
3. Gevorderde geletterdheid
- Na groep 3. Het omvat voortgezet lezen maar ook het stellen. Kinderen leren steeds
sneller woorden herkennen en richten hun aandacht meer op de betekenis en de
bedoeling van een tekst. Ze leren strategieën en betekenissen van woorden te
achterhalen. De belangrijkste onderdelen van gevorderde geletterdheid zijn begrijpend
lezen en stellen.
Wat de kinderen van groep 1 t/m 7 moeten leren is niet vastgelegd. Voor beginnende geletterdheid
van groep 1 t/m 3 zijn een aantal tussendoelen en leerlijnen die gebruikt kunnen worden voor de
inhoud van taalonderwijs.
- Boekoriëntatie
Kinderen begrijpen dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen, dat boeken van
voor naar achter worden gelezen, verhalen hebben een opbouw, door de omslag al
voorspellen, ze weten dat je vragen over een boek kunt stellen.
- Verhaalbegrip
Ze zijn in staat conclusies te trekken na het lezen van een verhaal, verhalen zijn
opgebouwd uit een situatieschets, voorgelezen verhaal naspelen/ navertellen
- Functies van geschreven taal
Kinderen weten dat geschreven taalproducten een communicatief doel hebben,
symbolen verwijzen naar taalhandelingen, bewust van permanente karakter van
geschreven taal, ze kennen onderscheid tussen schrijven en lezen
- Relatie tussen gesproken en geschreven taal
Kinderen weten dat gesproken taal kan worden vastgelegd op papier met audiovisuele
middelen, geschreven woorden kunnen worden uitgesproken, kinderen kunnen globale
dingen lezen zoals eigen naam
- Taalbewustzijn
Kinderen kunnen woorden in zinnen onderscheiden, onderscheid maken tussen de vorm
en betekenis van woorden, woorden in klankgroepen verdelen, reageren en spelen met
bepaalde klankpatronen zoals rijmen, kleinste klankeenheden in woorden onderscheiden
- Alfabetisch principe
Kinderen ontdekken dat woorden zijn opgebouwd uit klanken en dat letters met die
klanken corresponderen ze leggen de foneem-grafeemkoppeling, kinderen kunnen
door deze koppeling woorden die ze nog niet eerder hebben gezien, lezen en schrijven
- Functioneel schrijven en lezen
, Kinderen schrijven functionele teksten, kinderen lezen zelfstandig prentenboeken
- Technisch lezen en schrijven, start
Kinderen kennen de meeste letters, kinderen kunnen klankzuivere (km-, mk- en mkm-)
woorden ont sleutelen zonder eerst de afzonderlijke letters te verklanken, kinderen
kunnen klankzuivere woorden schrijven
- Technisch lezen en schrijven, vervolg
Kinderen lezen en spellen klankzuivere woorden (mmkm, mkmm, mmkmm), kinderen
lezen afwijkende spellingpatronen en meerlettergrepige woorden, breed
woordidentificatietechnieken, herkennen woorden steeds meer automatisch
- Begrijpend lezen en schrijven
Kinderen begrijpen en tonen belangstelling voor verhalende en informatieve teksten en
boeken, kinderen gebruiken geschreven taal als communicatiemiddel
Spontane schrijfontwikkeling
Een belangrijke rol bij de taalontwikkeling speelt het metalinguïstische bewustzijn het vermogen
om na te denken over de vorm en het gebruik van taal en om onbewuste kennis over de regels in de
taal te verwoorden.
Voor het schrijven van woorden is het nodig dat kinderen kunnen nadenken over welke klanken er in
woorden zitten.
Meertalige kinderen beschikken al eerder over het metalinguistische bewustzijn omdat zij 2 of meer
verschillende taalsystemen kennen, komt het denken over de taal vroeg op gang.
Vanaf 2 jaar beginnen kinderen met het schrijven van letters en woorden, dit gaat in fases
1. Het tekenen van woorden
2. Het krabbelen van nog niet herkenbare lettertekens
3. Het schrijven van letterachtige vormen en letters
4. Het weergeven van woorden door een of enkele letters
5. Invented spelling ze schrijven woorden zoals ze het horen
Spontane leesontwikkeling
De eerste stap in de leesontwikkeling is dat kinderen leesgedrag imiteren, pseudolezen. Daarna komt
het echt spontaan lezen op gang.
Als kinderen vaak worden voorgelezen door ouders gaan ze ‘zelf’ een boek voorlezen. Niet echt
voorlezen maar imiteren wat de ouders zeggen pseudolezen.
Bij pseudolezen zijn de volgende leesgedragingen te onderscheiden
- Commentaar geven op plaatjes
Benoemen wat er op de plaatjes staat, zonder dat er enige samenhang bestaat tussen
hun opmerkingen
- Het volgen van het verhaal op de plaatjes
Het kan nog geen verhaal weergeven, maar weet al wel zinnen te produceren die in het
verhaal passen
- Een verhaal weergeven in dialoogvorm
Ze gebruiken stemmetjes om aan te geven wie er spreekt. Het verhaal hangt nog niet
samen.
- Een verhaal weergeven in monoloogvorm
Ze gebruiken intonatie en tijdens het vertellen wordt veel verwezen naar de plaatjes
- Een verhaal weergeven in een mengeling van spreektaal en schrijftaal