Ontdek nu de perfecte samenvatting inleiding recht die jou helpt om grip te krijgen op de complexe wereld van inleiding recht! Daarnaast biedt deze samenvatting een heldere en begrijpelijke uitleg van complexe termen.
,Hoofdstuk 1. Recht algemeen.
Nationale recht van Nederland is onderverdeeld in 2 categorieën:
- Privaatrecht, civiel recht of burgerlijk recht. De rechtsbetrekking tussen de burgers
onderling. Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen. BW Burgerlijk Wetboek.
Rechtsgebieden: consumenten recht, personen en familie recht, huurrecht, arbeidsrecht,
vermogensrecht en rechtspersonen recht.
- Publiekrecht. Gaat over de rechtsbetrekkingen tussen de burgers en de overheid.
Rechtsgebieden: staatsrecht, strafrecht, bestuursrecht en internationaal en Europees
recht.
Materieel recht: de inhoud van het recht. Gedragingen voorschrijven en verbieden, jouw
eigen rechten en plichten.
Formeel recht: hulprecht. Helpt zoveel mogelijk het materiele recht na te leven. Is van
toepassing als jouw recht geschonden is of als je jouw verplichting niet na komt.
- Wat kun je doen als de wederpartij zich niet inhoudelijk aan de materiele regels houdt
- Met welke procedure en met welk optreden van politie en justitie krijgt de verdachte
te maken.
- Wat kun je doen als een overheidsorgaan een besluit neemt waar je het niet mee
eens bent.
Objectief recht: het geheel van rechtsregels die in Nederlands gelden. Voorbeeld: de wetten,
rechtelijke uitspraken (jurisprudentie) en gewoonterecht.
Subjectief recht: Juridische bevoegdheden die een persoon kan hebben op basis van
objectief recht. Je hebt de bevoegdheid om een uitspraak, iets te vragen, iets te vorderen of
te eisen van een ander.
Aanvullend recht (regelend recht): vult de afspraken van partijen aan als zij op een bepaald
onderdeel zelf niets hebben geregeld. Het wetsartikel geldt slechts voor zover er niet door
een eigen regeling van partijen afgeweken is.
Dwingend recht: Verplicht om je aan deze regels te houden.
Rechtsbronnen:
- Wet. – Jurisprudentie (rechtelijke uitspraken). – Gewoonterecht. – Verdrag.
Wetten worden gemaakt door de staatorganen > Staten-Generaal, de regering, de provincie
en de gemeente.
De wetten die de regering en de Staten-Generaal (de formele wetgevers) maken zijn: de
wetten in formele zin.
Nadelen gewoonte recht: - rechtsonzekerheid. – rechtsongelijkheid.
Verdragen zijn overeenkomsten tussen staten, of tussen internationale organisaties (EU).
Taken van de staat:
- Wetten maken.
- Besturen.
- Rechtspraak.
,Wetgevende taak: het maken van regels
Bevoegdheden tweede kamer:
- Voorstel aannemen, zelf wijzigen, indiener verzoeken om te wijzigen en het voorstel
verwerpen.
- Recht van initiatief: het recht om wetsvoorstellen in te dienen.
- Recht van budget: begroting van ontvangsten en inkomsten.
- Recht van interpellatie:
- Vragenrecht: recht op informatie.
- Recht van enquête: recht van onderzoek en recht van amendement.
Hoofdstuk 2. Verbintenissenrecht.
Een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen 3 of meer personen op
grond waarvan de ene persoon een recht heeft op een prestatie die de door de andere
persoon verricht moet worden.
- Een rechtsbetrekking tussen 2 of meer personen. Waarbij deze personen onderling
rechten en plichten hebben.
3 voorwaarden:
- Een rechtsbetrekking. (Heeft juridische gevolgen).
- Vermogensrechtelijk. (Op geld waardeerbaar).
- Tussen 2 of meer personen.
Een rechtsbetrekking begint met een rechtshandeling.
Rechtshandeling: een handeling die men verricht met de bedoeling om een rechtsgevolg te
laten intreden.
Verbintenis recht regelt de rechten en plichten van de bij de verbintenis betrokken personen.
Daarbij weet je of je bescherming hebt van rechten en plichten.
Verbintenissen ontstaan uit:
- De rechtshandeling, bijvoorbeeld een overeenkomst.
- De wet. Je verricht een handeling waaraan de wet een gevolg verbindt.
Hoofdstuk 3. Verbintenissen uit de
overeenkomst.
Een overeenkomst is een afspraak tussen twee of meer personen. Er moet sprake zijn van
een meerzijdige rechtshandeling. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de
aanvaarding daarvan.
Rechtshandeling: een handeling die men verricht met de bedoeling om een rechtsgevolg te
laten intreden. Een handeling gericht op een rechtsgevolg.
- Een overeenkomst heb je nodig om een ander persoon juridisch te binden aan de
afspraak die hij met jou gemaakt heeft. De overeenkomst zorgt ervoor dat er 1 of
meer verbintenissen ontstaan, die nagekomen moeten worden. NIET: tekortkoming in
de nakoming. Voorbeeld gevolg: schadevergoeding
Eenzijdige rechtshandeling: Als bij het intreden van het rechtsgevolg alleen de wilsverklaring
van een persoon voldoende is. Komt tot stand wanneer je jouw wil kenbaar maakt (verklaart)
en jouw verklaring degene bereikt tot wie deze gericht is. Voorbeeld AO opzeggen.
, Meerzijdige rechtshandeling: De wilsverklaringen van twee of meer personen zijn vereist.
Komt tot stand wanneer de wilsverklaring van persoon A persoon B heeft bereikt en
andersom.
Nietig: de rechtshandeling is vanaf het begin niet geldig. Rechtshandeling heeft niet bestaan.
Vernietigbaar: de rechtshandeling is wel geldig tot stand gekomen maar kan achteraf
ongeldig gemaakt worden. Kan vernietigd worden door de zwakkere partij die beschermd
wordt door de wet.
Geldige rechtshandeling: is vereist een rechtsgevolg gericht op een wil die zich door een
verklaring heeft geopenbaard.
Gronden nietigheid:
- Wil ontbreken/ wilsdefect. Je wilt een rechtsgevolg laten intreden, je verklaart echter
iets anders > wil ontbreken, de rechtshandeling is nietig. 3:33 BW
- In strijd met de wet, openbare orde of goede zeden. 3:40 BW. De inhoud van de
overeenkomst die partijen moeten leveren is in strijd met de wet dus nietig.
- Rechtshandeling is niet verricht in de voorgeschreven vorm. Voor sommige
rechtshandelingen en overeenkomsten geldt er een vormvoorschrift.
Gronden vernietigbaarheid:
- Handelsonbekwaamheid. Niet bekwaam om rechtshandelingen te verrichten:
minderjarige en onder curatele gestelde.
- Wilsgebreken. Je verklaart wat je wilt verklaren echter is jouw wil op gebrekkige wijze,
onjuiste wijze tot stand gekomen. Door: bedreiging, bedrog, misbruik van
omstandigheden en dwaling. 3:44 BW
- Geestelijke stoornis.
Hoofdstuk 4. Verbintenissen uit de wet.
Voorwaarden aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad.
1. Onrechtmatige daad (handeling en nalaten).
- Inbreuk op het recht van een ander. Persoonlijkheidsrechten.
- Doet of laat iets na in strijd met een wettelijke plicht.
- Doet of laat iets na in strijd met datgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijke verkeer betaamt.
2. Toerekenbaarheid.
- De daad is aan zijn schuld te wijten. Verwijtbaar gehandeld.
- De daad komt voor zijn rekening omdat de wet dit zo bepaald.
- De daad komt volgens de in de maatschappij geldende opvattingen voor zijn
rekening. Volgens verkeersopvattingen toerekenen.
3. Schade.
- Wanneer iemand een schadevergoeding wil ontvangen moet er aangetoond worden
dat er schade is geleden. Zowel materieel als immaterieel.
4. Causaal verband tussen onrechtmatige daad en schade.
- De schade die is ontstaan moet het gevolg zijn van de onrechtmatige daad.
5. Relativiteitsvereiste.
- De onrechtmatige daad is een aantasting of schendig van een norm. Die norm heeft
tot doel bepaalde belangen veilig te stellen of te beschermen. Indien iemand niet het
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper iris90. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.