100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting introductie recht, SJD leerjaar 1 €6,96
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting introductie recht, SJD leerjaar 1

 0 keer verkocht

Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak introductie recht. Dit is gebaseerd op het boek en op hoor- en werkcolleges. Het behaalde cijfer met deze samenvatting is een 8.

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1,2, 11, 12, 15, 16 en 17
  • 3 februari 2025
  • 17
  • 2024/2025
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (15)
avatar-seller
554523P
Recht: een
introductie
Hoofdstuk 1: Het rechtssysteem in Nederland
Wat is recht?
= ‘Het geheel van alle op dit moment geldende rechtsregels in Nederland’

4 functies van recht:
- (NORM) Normatieve functie: gedragsregels waarvan in brede lagen van de bevolking
wordt gevonden dat zij moeten worden nageleefd (normen en waarden)

- (STRAFFEN) Geschiloplossende functie: Niet oog om oog, maar een passende straf
bepaald door de rechterlijke macht

- (AANVULLEN) Additionele functie: Recht biedt partijen een regel als zij op een bepaald
punt vergeten zijn afspraken te maken. Dus als er iets is waar geen afspraken over zijn of
staat niet in de wet, staat er wel hoe je er mee om moet gaan. Veel dingen zijn vrij maar de
wet vult aan.

- (RICHTING) Instrumentele functie: zo gaan we het doen en niet anders! Regels die je
moet naleven zoals in het verkeer.
Recht is op te delen in 4 richtingen:
1. PRIVAAT- OF PUBLIEKRECHT
‘Vraag jezelf af; Is de overheid betrokken? En doet de overheid iets wat alleen de overheid
kan?’

Ook wel civiel/burgerlijk recht genoemd waarbij de rechtsbetrekking tussen burgers
centraal staat. Onder burgers vallen natuurlijke personen en rechtspersonen
(organisatorische eenheden die aan het rechtsverkeer kunnen deelnemen  bedrijven
etc.). Op vermogensrechtelijk terrein hebben ze allebei dezelfde mogelijkheden.

Beide zijn ze rechtssubjecten: drager van rechten en plichten. De belangrijkste
privaatrechtelijke regels kan je vinden in het Burgerlijk Wetboek (BW).

Privaatrecht
= Is horizontaal (burger vs burger): doet overheid iets wat je als burger ook kan is het
privaatrecht.

Publiekrecht
= Rechtsbetrekking burgers en overheid. Hieronder valt strafrecht, staatsrecht,
bestuursrecht, internationaal recht, vreemdelingenrecht en sociale zekerheidsrecht.

, Publiekrecht is verticaal: de overheid heeft een gezagshebbende functie ten opzichte van
de burger.

2. MATERIEEL RECHT VS FORMEEL RECHT
Materieel recht = Inhoud van het recht, dus wat je wel en niet mag doen (ook als je bijv
boete krijgt is het materieel recht)

Formele recht = Van toepassing als jouw recht is geschonden of als je jouw verplichtingen
niet na komt (straffen) (alleen de procedure er naar toe)

3. OBJECTIEF RECHT VS SUBJECTIEF RECHT
Objectief recht = Het geheel van rechtsregels die in Nederland gelden

Subjectief recht = De juridische bevoegdheden die een persoon kan hebben op basis van
het objectieve recht

4. DWINGEND RECHT VS AANVULLEND RECHT
Dwingend recht = Het recht waar burgers niet van mogen afwijken (artikelen waar in staat
hoe je het moet doen/ wat niet mag)

Aanvullend recht = Hier mag je juist wel afwijken van een rechtsregel (vaak bij
overeenkomsten waarbij ze ergens niet over eens zijn) (zelf overeenkomst bepalen maar
wet vult aan als je er samen niet uitkomt)

Partijautonomie (contractsvrijheid) houdt in dat partijen dus onderliggend afspraken
mogen maken en dus niet aan de regels moet houden.


Rechtsregels komen voort uit de wet, jurisprudentie, het gewoonterecht en het verdrag
(internationale recht)
1. Rechtsbron 1: De wet (geschreven rechtsregels)
De wetten in formele zin worden door de hoogste gemaakt: De Staten-Generaal en de
regering. Andere wetgevers zijn: De provinciale staten en de gemeenteraad.
Regering = koning en ministers (kroon)
Statengeneraal = 1e en 2e kamer

Als er in het wetboek het woordje wet staat dan weet je dat het gemaakt is door de staten-
generaal en de regering (Wet in Formele zin = hoogste recht), (Wet in Materiële zin =
Een wet voor iedereen). Een wet in formele zin zegt alleen door wie het gemaakt is, het
kan dus een materiële zin zijn. Staat er verodening of verdrag is het vaak gemaakt door de
provincie of gemeente

- Hogere wet gaat voor lagere wetten
- Latere wet gaat voor eerdere
- Bijzondere wet gaat voor algemene

2. Rechtsbron 2: De jurisprudentie (De rechtsspraak)
Dit is het geheel van rechtelijke uitspraken (Als een rechter een uitspraak geeft moeten ze
dat kunnen motiveren waardoor andere rechters dit pad ook kunnen volgen)

3. Rechtsbron 3: Het gewoonterecht
Het recht dat als gewoonte wordt gezien in onze samenleving; niet eten met volle mond.

, Deze wetten worden niet bedacht door wetgever of rechter. Een nadeel ervan is het dat
rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid mee brengt.

4. Rechtsbron 4: Het verdrag
Niet nationaal maar internationaal: een overeenkomst tussen staten/landen. Self
executing: Verdragen waar wij bij zijn aangesloten gelden rechtstreeks voor onze burgers.


Contrasigneren = proces van het wetvoorstel tot dat hij wordt vastgesteld
Hoofdstuk 11: Staatsrecht (PUBLIEKRECHT)

Het staatsrecht is het recht dat regelt hoe de staat door de overheid is georganiseerd en in welke
verhouding de overheid staat tot haar bugers. De drie kenmerken van een staat zijn organisatie
(trias politica) hoogste macht), bevolking en grondgebied (land/staat moet een
onafhankelijk gezag hebben/soeveraniteit). Voor staatsrecht is de wet als bron van belang. Je kan
het staatsrecht vinden in de Grondwet en het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
- Grondwet
Basiswet voor Nederland. Een bijzondere status omdat veranderingen niet gemakkelijk
kunnen aangebracht door de vele procedures.

- Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Statuut tot stand gekomen in 1954. Hier in staat vastgelegd welke aangelegenheden
gemeenschappelijk worden geregeld en welke behoren tot ‘eigen’ aangelegenheiden
(Defensie en politiek hetzelfde als in curacao en aruba) - (Nederland een grondwet, aruba
via landsregelingen)
Wanneer spreek je van een democratische rechtsstaat?
‘Trias politica, legaliteitenbeginsel, eerbiediging van grondrechten en onafhankelijke en
onpartijdige rechters’
1. Scheiding van de Machten/ Trias Politica
Door teveel macht in de handen van een persoon is de kans op corruptie erg groot. Om
deze reden stelde Montesquiueu de trias politica in: Wetgevende-, uitvoerende- en
rechtsprekende macht. Hierdoor kunnen de verschillende instellingen elkaar kunnen
controleren om de burgers te beschermen tegen machtmisbruik.

Wetgevende macht = De regering met de Staten-Generaal. Bepaald in Artikel 81 GW

‘De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk’

De regering wordt gevormd door de ministers en de koning (Kroon). De Staten-Generaal
bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer (Ook wel parlement of volksvertegenwoordiging
genoemd).

Uitvoerende macht = Alles van de regering (het bestuur) dat niet valt onder de
wetgevende of rechtsprekende taak. Dit wordt verdeeld in drie lagen; centrale overheid
(Rijk), de provincies en de gemeenten. De uitvoerende macht voert de wettten van de
wetgevende macht uit.

Rechtssprekende macht = Dit zijn de rechters. Burgelijke rechters gaan over geschillen
tussen burgers onderling (civiel). Bij geschillen tussen burger en de overheid is het een

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 554523P. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,96. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67157 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,96
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd