Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 – 31 januari 2022.........................................................................................................................2
Hoorcollege 2 – 2 februari 2022..........................................................................................................................5
Week 2 – Online totstandkoming overeenkomsten, oneerlijke handelspraktijken, informatieplichten.......10
Hoorcollege 3 – 7 februari 2022........................................................................................................................10
Hoorcollege 4 – 9 februari 2022........................................................................................................................18
Week 3 - Verbintenissen onder voorwaarde en tijdsbepaling, nietigheid en vernietigbaarheid,
vormvereisten, strijd met de wet, goede zeden en openbare orde....................................................................27
Hoorcollege 5 – 14 februari 2022......................................................................................................................27
Hoorcollege 6 – 16 februari 2022......................................................................................................................36
Week 4 – boetebeding, algemene voorwaarden en ambtshalve toetsing, onvoorziene omstandigheden en
corona.....................................................................................................................................................................42
Hoorcollege 7 – 21 februari 2022......................................................................................................................42
Hoorcollege 8 – 23 februari 2022......................................................................................................................51
Week 5 (na vakantie) – Koop, digitale inhoud & digitale diensten, remedies.................................................57
Hoorcollege 9 – 7 maart 2022...........................................................................................................................57
Hoorcollege 10 – 9 maart 2022.........................................................................................................................64
Week 6 –.................................................................................................................................................................72
Hoorcollege 11 – 14 maart 2022.......................................................................................................................72
Hoorcollege 12 – 16 maart 2022.......................................................................................................................77
Week 7 – Onrechtmatige daad: onrechtmatigheid............................................................................................81
Hoorcollege 13 – 21 maart 2022.......................................................................................................................81
Hoorcollege 14 – 23 maart 2022.......................................................................................................................88
Week 8 – Onrechtmatige daad: afgebroken onderhandelingen en overeenkomst en derde..........................90
Hoorcollege 15 – 28 maart 2022.......................................................................................................................90
Hoorcollege 16 – 30 maart 2022.......................................................................................................................98
Week 9 – Kwalitatieve aansprakelijkheid.........................................................................................................100
Hoorcollege 17 – 4 april 2022.........................................................................................................................100
Week 10 – Schade en causaal verband..............................................................................................................113
Hoorcollege – 11 april 2022............................................................................................................................113
Hoorcollege 20 – 13 april 2022.......................................................................................................................120
Week 11 – Omvang schadevergoeding doorberekeningsverweer, invloed EU) en ongerechtvaardigde
verrijking..............................................................................................................................................................127
Hoorcollege 21 – 9 mei 2022...........................................................................................................................127
Week 1 – verbintenissenrecht als onderdeel
vermogensrecht, begrip verbintenis, bronnen der
,verbintenis, onderscheidingen van verbintenissen,
rechtshandeling, overeenkomst, wil, verklaring,
vertrouwen, vertegenwoordiging
Hoorcollege 1 – 31 januari 2022
Absolute rechten = goederenrecht en dus BR1.
Relatieve rechten =
- Verbintenissen: vermogensrechtelijke betrekking tussen twee of
meer personen, krachtens welke de een jegens de ander tot een
prestatie gerechtigd is en deze jegens gene tot die prestatie
verplicht is. Hett heeft een actieve en passieve kant, schuld en
vordering. Art. 6:1 BW is hier van belang: verbintenissen kunnen
alleen uit de wet voortvloeien.
- Andere rechtsplichten
Verbintenis Rechtsplicht
Rechtsbetrekking Geen rechtsbetrekking
Altijd twee of meer partijen: De schuldenaar en zijn plicht staan
schuldeiser en schuldenaar, recht centraal
en plicht
Tekortkoming is een wanprestatie Schending is een onrechtmatige
daad
Opeisbaar (tenzij natuurlijke Alleen een vordering bij een
verbintenis) schending
Verbintenissen – rechtshandelingen
- Overeenkomsten, art. 6:213 + 6:248 BW en boek 7.
- Aansprakelijkheidsstelling als bedoeld in art. 2:403 lid 1 onder f BW.
- Bekrachtiging, art. 3:69 BW.
- Legaat, art. 4:117 BW.
Verbintenissen – andere rechtsfeiten
- De wil van de handelende persoon is niet van belang (in
tegenstelling tot rechtshandelingen).
Voorbeeld:
- Onrechtmatige daad
- Zaakwaarneming
- Overeenkomst
- Ongerechtvaardigde verrijking, art. 6:212 BW
- Onverschuldigde betaling
Verbintenissen – rechterlijke uitspraken
Voorbeeld:
- Veroordeling tot betaling dwangsom of proceskosten, art. 237 e.v. +
611a e.v. Rv.
- Toekenning van een schadeloosstelling (bijv. art. 3:53 BW)
HR Quint/Te Poel:
,Hoe komen overeenkomsten tot stand?
Door aanbod en aanvaarding daarvan. Er moet dus sprake zijn van
wilsovereenstemming.
- Nadere regels art. 6:217 – 225 BW.
- Zie ook art. 6:213 BW.
Aanbod en aanvaarding zijn rechtshandelingen
‘Aanbod’, ‘aanvaarding’ en ‘rechtsgevolg’ zijn niet omschreven in de wet.
Een rechtshandeling is gericht op een rechtsgevolg. Aanbod en
aanvaarding leiden tot een overeenkomst.
Art. 3:33 BW – rechtshandeling
= een rechtshandeling vereist op een rechtsgevolg gerichte wil die zich
door een verklaring heeft geopenbaard.
Een rechtshandeling vereist:
- Wil
- Verklaring (vormvrij, art. 3:37 lid 1 BW)
Aanbod
- Een (vormvrij) voorstel tot het sluiten van een overeenkomst
(verklaring).
- De bedoeling om deze overeenkomst na aanvaarding tot stand te
laten komen (wil).
- De overeenkomst is voldoende bepaalbaar (art. 6:227 BW): de
verbintenissen die partijen op zich nemen, moeten bepaalbaar zijn.
o Geen zwaar vereiste:
Bepaalbaar is wat anders dan bepaald.
Voldoende: het is mogelijk on de inhoud van de
overeenkomst vast te stellen
Art. 7:4 BW: koopovereenkomst zonder koopprij daarbij
is een redelijke prijs verschuldigd.
Aanvaarding
- De (vormvrije) acceptatie van een geldig aanbod (verklaring).
- Gericht tot de aanbieder.
- De bedoeling om hiermee de overeenkomst tot stand te laten komen
(wil).
- De aanvaarding sluit aan bij het aanbod.
o Wilsovereenstemming
o Zie art. 6:225 BW
RG Haakjöringsköd (= haaienvlees): partijen sluiten een overeenkomst
voor de verkoop van haaienvlees. Beide partijen denken walvisvlees, maar
, verklaren een overeenkomst over haaienvlees aangezien dat de werkelijke
betekenis is. Het gerechtshof bepaald dat het een overeenkomst is voor
de verkoop van walvisvlees, er is namelijk wilsovereenstemming en dat ze
wat anders verklaren maakt niet uit.
HR Bunde/Erckens – Misverstand:
Rechtsregel: dat immers, indien partijen die een overeenkomst wensen te
sluiten, daarin een voor misverstand vatbare uitdrukking bezigen, die zij
elk in verschillende zin hebben opgevat, het antwoord op de vraag of al
dan niet een overeenkomst tot stand is gekomen, in beginsel afhangt van
wat beide partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars
verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de
gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben
afgeleid.
De ‘geen overeenkomst uitkomst’ is alleen gerechtvaardigd als beide
partijen niet gerechtvaardigd vertrouwden en zij ten tijde van het sluiten
van de overeenkomst ook niet zouden contracteren onder andere
voorwaarden.
Art. 3:35 BW: tegen hem die eens anders verklaring of gedraging,
overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden
redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot
hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep
worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring
overeenstemmende wil.
Wilsvertrouwensleer
De wil van de handelende partij bepaalt de inhoud van een (gerichte)
rechtshandeling. Het gaat hierbij niet om zijn werkelijke wil, maar om de
wil zoals de wederpartij deze redelijkerwijze mocht interpreteren op basis
van het toedoen van de handelende partij.
Inhoud rechtshandeling = gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij over de
wil van de handelende partij op basis van toedoen van de handelende
partij.
HR Haviltex: de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van
partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden
aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een
zuiver taalkundig uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de
beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen