BREIN EN OMGEVING: OPTIMALISEREN
VAN DE EERSTE 1001 DAGEN VAN DE
ONTWIKKELING
Cursuscode 202000009
2022-2023
Alle hoorcolleges en bijbehorende literatuur samengevat.
, HC 7: EFFECTEN VAN DISTALE FACTOREN OP DE ONTWIKKELING
16 mei – Pauline Slot
Literatuur: Li et al., 2020 (19 pag), Noble & Giebler, 2020 (5 pag), Rosen et al., 2019 (13 pag)
COLLEGE
SES = sociaaleconomische status.
Multi-dimensioneel construct:
- Indididueel niveau: opleiding, beroep en inkomen of combinaties hiervan
- Buurt SES: veiligheid, criminaliteit, type behuizing (flat/eengezinswoning, huur/koop),
aanwezigheid groen, bibliotheek, etc.
- Subjectieve sociale status (waar plaatst iemand zichzelf)
Mate waarin individuen beter of slechter toegang hebben tot materiële en sociale bronnen, zoals
voeding, huisvesting, veiligheid van de buurt, kwaliteit van de fysische omgeving, inkomen en
opleidingsniveau (Adler & Newman, 2002).
Gezondheidseffecten SES:
- 2-3x vaker psychosociale probleem zoals externaliserende problemen, depressie, problemen
met drugsgebruik en schizofrenie
- Intergenerationele overdracht: grotere kans op lage SES als je hier zelf bent opgegroeid. Bijv.
De Veenkoloniën waarin kinderen gewoon gaan werken omdat de ouders dit willen, ook al
krijgen ze bijv. HAVO-advies. Er is geen positieve stimulering.
We weten dat SES samenhangt met de hersenstructuur & ontwikkeling en daardoor met gedrag,
leren en ontwikkeling.
SES en hersenontwikkeling van de foetus (Lu et al., 2021):
- Hoger opleidingsniveau > meer witte stof
- Hogere functie/beroep van moeder > meer witte stof, groter cerebellum en grotere
hersenstam
- Hoger opleidingsniveau > minder grijze stof (niet helemaal eenduidig dus...)
- Hogere SES > groter volume bij 3 van de 4 kwabben (frontaalkwab, pariëtale kwab en
temporale kwab)
- Hoger opleidingsniveau moeder > kleiner volume occipitaal kwab
Hoe dit precies komt is niet exact bekend, maar mogelijk werkt het college via stress; dit leidt tot
meer ontstekingsreacties in het lijf.
Met name de eerste 2 jaar enorme groei witte en grijze stof. Er vindt synaptogenese plaats, maar ook
groei en verval van synaptische verbindingen (zie college Paul Leseman).
SES, hersenontwikkeling en cognitieve prestaties
Lage SES en hersenfuncties (Hanson et al., 2013):
- Minder sterk gespecialiseerde linker hemisfeer voor taalverwerking
- Minder efficiënt georganiseerde functionele netwerken (= communicatie tussen
hersengebieden)
- Minder hersenactiviteit in hersengebieden die belangrijk zijn voor ruimtelijke waarneming en
rekenvaardigheden
,Lage SES > minder volume grijze stof (net als dat armoede samenhangt met minder volume grijze
stof).
Bij oudere kinderen, adolescenten en volwwassenen hangt SES vooral samen met taal, executieve
functies en geheugen.
SES en hersenstructuur (Noble & Giebler, 2020)
Sterk aan deze studie = dat ook op lange termijn de effecten zijn onderzocht.
Positieve relaties SES en grijze stof (gerelateerd aan taalontwikkeling, aandacht, executieve functies,
emotieregulatie en geheugen):
- Corticale oppervlakte (stabiliteit 5-25 jaar)
- Corticale dikte (buurt-SES)
- Corticaal volume (= oppervlakte x dikte) (inkomen; armoede tijdens babytijd > kleiner volume
OFC 25 jaar later, hangt samen met gedragsproblemen)
Positieve relaties SES en witte stof (gerelateerd aan ontwikkeling taal, executieve functies en lezen):
- Hoge SES mogelijk buffer voor neurologische risico’s; zelfs als er minder witte stof is kan SES
hiervoor compenseren en hoeft dit niet te leiden tot minder goede uitkomsten.
SES en hersenfunctie:
- Hersenactiviteit in rust: positieve relatie tussen SES en functionele netwerken
- Taakgerelateerde hersenactiviteit gezin SES en buurt SES gelinkt aan hersengebieden
geassocieerd met taal en executieve functies; inkomen en zelfgepercipieerde status gelinkt
aan emotionele reacties)
- SES verklaart 60% meer variantie in schoolvaardigheden dan genetische factoren
- Mediatoren: cognitieve en taalstimulering en stress in het gezin
Model van Britto & Boble, 2014:
Model van Tooley et al., 2021:
, Een enkele negatieve gebeurtenis hoeft nog niet zo veel invloed te hebben op de
hersenontwikkeling. Als het gaat om de negatieve kant zie je vooral kenmerken die langdurig
aanwezig zijn zoals armoede of ziekte in de familie. Hersenen gaan sneller rijpen.
Aan de positieve kant is het juist andersom; gebeurtenissen met echte impact en duidelijke positieve
impact (bijv. kanoën op vakantie) kunnen rijping vertragen en plasticiteit verbeteren.
SES & hersenontwikkeling in de vroege kindertijd
Stress (negatieve kant)
Bronnen: Rosen et al., 2019; Rooley et al., 2021
Lage SES als experience-dependent context:
- Gebrek aan duidelijke structuur, routines en regels. De omgeving is voor kinderen
chaotischer, gedesorganiseerder en weinig stabiel > dit heeft negatieve gevolgen voor de
ontwikkeling van executieve functies.
- Ouders die stress ervaren vragen zoveel van de hersencapaciteit van ouders dat ze geen
goede omgeving voor het kind kunnen creëeren.
Chronische stress versnelt rijping van de hersenen en het lichaam: dit leidt tot verminderde
neuroplasticiteit via 3 mechanismen (Tooley et al., 2021):
1. Vaker beroep doen op stresssysteem (o.a. amygdala en PFC) zorgt voor snellere rijping van
dit systeem (maar ook van het lichaam; bijv. sneller in puberteit).
2. Stress vergroot cortisol niveaus en allostatische lading.
3. Omgeving vraagt om volwassenheid waardoor je je moet aanpassen ana de omgeving
(Development Support Hypothesis).
Blootstelling aan veel stressoren heeft een negatief effect op het functioneren, maar ook op de
ontwikkeling van de PFC en daarmee op de executieve functies en ook wel de taal.
Onderzoek wat gedaan is met dieren (met name bij ratten):