Bedrijfseconomie samenvatting
H5 en H6
H5: Verzekeren, studeren, sparen en lenen
5.1 Soorten verzekeringen
Je kunt je tegen veel risico’s verzekeren, maar bijvoorbeeld niet tegen het risico van faillissement. Bij
een verzekering verplicht de verzekeraar zich om tegen ontvangst van een premie de verzekerde
schadeloos te stellen wegens een verlies/ schade/ gemis verwacht voordeel door een onzeker
voorval.
Schadeverzekeringen: verzekeringen waarbij de uitkering door de verzekeringsmaatschappij
afhankelijk is van de geleden schade. De uitkering is nooit meer dan het schadebedrag.
Sommenverzekering: verzekeringen waarbij de uitkering niet afhankelijk is van verlies/ schade, maar
van het moment waarop zich een voorval voordoet.
Een verzekeringsovereenkomst leggen we vast in een polis, waar o.a. de afgesproken risico’s/
onzekere elementen, de maximale vergoedingen en de hoogte van de premie staan. Soms brengt de
verzekeringsmaatschappij poliskosten en administratiekosten in rekening.
Over de premie en de kosten betalen we 21% assurantiebelasting.
Voorbeeld: brandverzekering van 5 jaar, verzekerde som €500.000, premie 1,5‰, polis- + admin.
€15. Hij betaalt ((€500.000 × 0,015 × 0,1) + €15) × 1,21 = €925,65.
Begrippen:
- Verzekering: bij een verzekering verplicht de verzekeraar zich om tegen ontvangst van een premie
de verzekerde schadeloos te stellen wegens een verlies, schade, of gemis van verwacht voordeel
door een onzeker voordeel.
- Schadeverzekering: verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar afhankelijk is die van de
geleden schade.
- Sommenverzekering: verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar afhankelijk is van het
moment dat verband houdt met het leven of sterven van een bepaalde persoon.
- Polis: akte waarin de verzekeringsovereenkomst wordt opgenomen.
- Verzekerde som: maximumbedrag dat de verzekeraar uitkeert.
, 5.2 Schadeverzekeringen en -regelingen
De brandverzekering dekt de schade die door brand is ontstaan. Meestal wordt de verzekering tegen
brand ondergebracht in een uitgebreide verzekering, waardoor ook de schade door inbraak, water-
en stormschade en diefstal is meeverzekerd.
In het algemeen keert de verzekeraar de vergoeding van de schade uit in een geldbedrag. Het
maximaal uitgekeerde bedrag = de verzekerde som (het verzekerde bedrag in de polis). De
verzekerde moet er goed op letten dat de verzekerde waarde ong gelijk is aan de werkelijke waarde
van het verzekerde object. Vooral bij een onderneming met wisselende voorraden kan er een piek
ontstaan waardoor soms de werkelijke waarde hoger is. Als de verzekerde alle schade gedekt wil
hebben, zal hij het verzekerde bedrag moeten aanpassen aan de hoogste waarde.
In de polis van de brandverzekering wordt meestal een indexclausule opgenomen. Dit betekent dat
de verzekerde som en dus ook de premie meegroeien met de algemene prijsstijgingen in de loop vd
jaren.
Transportverzekering: een verzekering waarmee een onderneming zich tegen de financiële gevolgen
van schade kan verzekeren.
In het algemeen zijn de goederen, het transportmiddel, de laad- en loskosten en de imaginaire winst
(te verwachten winst die verloren gaat als de goederen door schade waardeloos worden) verzekerd.
Als hieronder een autoverzekering valt, of bij een aparte autoverzekering, moet de eigenaar
minimaal tegen WA (wettelijke aansprakelijkheid) verzekeren. De schade die door de schuld van de
automobilist aan anderen wordt toegebracht, wordt vergoed.
De bedrijfsschadeverzekering dekt de financiële gevolgen door bedrijfsstilstand als gevolg van brand,
stormschade etc. De verzekering keert dan een bedrag uit voor elke dag dat het bedrijf stilligt. Die
uitkering wordt bepaald door het bedrag van de kosten die bij stilstand van het bedrijf gewoon
doorgaan. Het is ook mogelijk een uitkering te krijgen voor niet gemaakte winst tijdens de stilstand,
wat leidt tot een hogere jaarpremie.
Als een onderneming producten op rekening verkoopt, loopt ze het risico dat ze een deel vd
uitstaande vorderingen niet ontvangt. Dit kan ze afdekken door het sluiten van een
kredietverzekering. Een onderneming kan deze sluiten voor alle verkopen op rekening of voor de
verkopen op rekening aan enkele met naam genoemde klanten of groepen van klanten. In alle
gevallen gaat de verzekeraar niet over tot een 100%-uitkering bij niet-betalen door de klant.
De onderneming moet dus zelf ook altijd een deel van het kredietrisico dragen. Het stuk eigen risico
dat de verkoper blijft lopen, geeft de verzekeraar enige zekerheid dat de onderneming maar niet
‘raak’ verkoopt.
De verkoper stelt meestal ook een plafond – de kredietlimiet – aan de hoogte van het te verstrekken
krediet aan een klant of een groep van klanten.
Een bijzondere vorm van kredietverzekering is de exportkredietverzekering. Deze beperkt het risico
dat buitenlandse afnemers niet betalen.
De exportkredietverzekering dekt in de eerste plaats het commerciële risico: het normale risico dat
de afnemer zijn schuld niet kan/ wil betalen. Ook dekt de exportkredietverzekering het politieke
risico dat er geen geld ons land binnenkomt, omdat de politiek in het land van de debiteur het
overmaken van geld blokkeert. Dan is het de schuld van de overheid in het land van de debiteur dat
de verkoper zijn geld niet ontvangt.
Om ervoor te zorgen dat de exportkredietverzekeraar de schade die Nederlandse ondernemingen
lijden door politiek risico in andere landen kan dekken, kan de verzekeringsmaatschappij zich
herverzekeren bij de Nederlandse Staat: de exportkredietverzekeraar verzekert zelf het risico ook