Hoofdstuk 3: Politiek
Gelijkheid
Politiek doel. Egalitaristen. Verwezenlijking vaak van morele aard: christendom, kantiaans, wederzijds respect, utilitaristisch. Niet
alleen morele gelijkheid erkennen maar ook een vorm van gelijkheid in de levens van de door hen geregeerde mensen.
Mensen nooit helemaal gelijk want niet uniform. Gelijkheid daarom vooral op gebieden van: geld, werk mogelijkheid, politieke
macht.
Opvatting Inhoud Kritiek Filosoof
Gelijke Geld moet in gelijke mate worden verdeeld - Onpraktisch en van korte duur: logistieke nachtmerrie
verdeling van onder alle volwassenen, zodat iedereen en slimme mensen vinden een manier om alsnog
geld hetzelfde inkomen ontvangt. meer te verdienen.
- Verschillende behoeften
- Verschillende beloning + motivatie: sommige sparen,
sommigen verkwisten
- Herverdeling gaat in tegen recht op bezit
Gelijke Gelijke kansen voor iedereen voor een - Niet egalitaristisch
kansen op baan. - Verkeerde persoon op de verkeerde plaats: schrijver op de
werk plek van een chirurg?
- Mogelijkheid tot wrok
Positieve Het actief werven van mensen uit voorheen - Niet egalitaristisch: onrechtvaardig verwezenlijkt. Alsnog
discriminatie achtergestelde groepen. discriminatie= niet gelijk.
- Verkeerde persoon op de verkeerde plaats
- Mogelijkheid tot wrok: vooroordelen
Democratie Gelijke politieke participatie. - Marx: machtsverhoudingen, misleiding
Eerste opvatting: nadruk op de noodzaak - Plato: ondeskundige kiezers
dat leden van de bevolking de kans krijgen - Directe democratie: onuitvoerbaar
om te participeren in het bestuur van de - Representatief: representanten komen soms hun
staat, meestal door te stemmen beloftes niet na.
Tweede opvatting: nadruk op de noodzaak - Soms andere uitslag dan je zou willen democratie
dat in een democratische staat de werkelijke voor eigenbelang inzetten?
belangen van de mensen worden
weerspiegeld, zelfs al zijn sommigen daar