Kritische Beroepssituatie
De zelfmanagement bevorderen van meneer
Bos
(C1,2,3,4,5,6,9,10,11,12,13,14,15,16)
Naam student: xxx xxx
Studentnummer: xxxxx
Klas: 22-OVK-xxx
Stage: Afstudeerstage 4.2 voltijd
Stagecode: OVK4AASS01
Datum: 14-06-2023
Stage-instelling: Erasmus MC ziekenhuis
Stage-afdeling: Zorgkern systeemziekten
, Situatie
De situatie speelde zich af op 28 april tijdens een dagdienst op de afdeling zorgkern systeemziekten.
Samen met één verpleegkundige stond ik ingedeeld op zone 1. Er lagen zes patiënten op zone 1. In
samenspraak met een collega heb ik afgesproken dat ieder de zorg voor drie patiënten op zich nam.
In deze situatie wil ik focussen op twee patiënten. De eerste patiënt (fictieve naam: Bos). Meneer Bos
(65 jaar) is opgenomen vanwege hyperglycemie. Meneer Bos is op 26 april via de spoed opgenomen
in verband met een bloedsuikerwaarde van 50 mmol/L en is recent gediagnosticeerd met diabetes
type 2. Meneer is opgenomen voor de specialisme interne geneeskunde. Dhr. is in zijn
voorgeschiedenis bekend met HIV, hypertensie, hartfalen en COPD. Gedurende mijn dienst heb ik
meneer Bos aangeleerd hoe hij in zijn thuissituatie zelfstandig insuline kan spuiten door eerst zijn
persoonlijke situatie te achterhalen en gebruik te maken van het zelfmanagement web. Bij meneer
Bos zijn de volgende verpleegkundige diagnoses naar voren gekomen: Inactieve leefstijl (Carpenito,
2018 p 42) ten gevolge van motivatiegebrek. Diagnose overgewicht (Carpenito, 2018 p 443) door
weinig gemiddelde lichamelijke activiteit dan aanbevolen (C1,3).
De tweede patiënt is een 82-jarige man (fictieve naam: Ahmed), en is opgenomen vanwege een
vasovagale collaps vanwege dehydratie. Een collaps is een wegraking, waardoor tijdelijk de
hersenfunctie is verminderd door een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen. Hierdoor daalt
de hartslag en bloeddruk, waardoor een wegraking kan ontstaan (Cardiologie Centra Nederland,
2022). Dhr. is in zijn voorgeschiedenis bekend met hypertensie, diabetes mellitus type-2,
polyneuropathie en hartfalen. Dhr. heeft een vochtbeperking van 1500 mL. De reden waarom
meneer Ahmed een vochtbeperking heeft, is omdat hij bekend is met hartfalen. Dhr. Ahmed vond
het moeilijk om zich te houden aan zijn vochtbeperking. Zo kreeg ik van de nachtdienst te horen dat
meneer Ahmed 700 mL boven zijn vochtbeperking zat. Dhr. had een verhoogd valrisico vanwege
polyneuropathie. De volgende verpleegkundige diagnoses zijn van toepassing bij meneer Ahmed:
Diagnose Risico op vallen (Carpenito, 2018 p 310) ten gevolge van verlies van spierzwakte. Diagnose:
risicovol gedrag voor de gezondheid (Carpenito, 2018 p 261) ten gevolge van ongezonde keuzes in
zijn levensstijl als gevolg van laaggeletterdheid. Diagnose: overvulling (Carpenito, 2018 p 560) ten
gevolge van verhoogde vochtinname dan aanbevolen. Verminderde eetlust ten gevolge van een vol
gevoel in de buik door vochtophoping in de buikholte (C1,3).
Taak
Mijn taak in deze situatie was om de zorg voor drie patiënten te coördineren en de zorgbehoefte vast
te stellen en uit te voeren op ZelCom-model niveau 3 (C3,11,12) Dit heb ik gedaan door de
persoonlijke situatie van de patiënten te achterhalen door persoonsgericht en professioneel te
communiceren en een vertrouwensrelatie aan te gaan (C2,4,5). De zorgbehoeften worden
geïndiceerd door verpleegkundige diagnoses te stellen, waarbij ik klinisch redeneer en op basis van
EBP interventies inzet (C1,3). Als beginnende verpleegkundige handel ik volgens de beroepscode
door mijn zorgverlening af te stemmen op de zorgbehoeften, normen en waarden. Daarbij hou ik
rekening met culturele en levensbeschouwelijke opvattingen van de patiënten (C16). Hierin wordt er
van mij verwacht dat ik zelfstandig functioneer en coördinatietaken regelmatig terugkoppel.
Activiteiten/actie
Begin van de dienst riep ik mijn collega om een to do list te maken, zodat ik een overzicht had over
welke taken er uitgevoerd moeten worden. Na de overdracht heb ik mijn patiënten ingelezen en alle
belangrijke punten opgeschreven op mijn dienstlijst. Vervolgens begon ik met het delen van
medicijnen, hierbij hield ik rekening met de 5J’s bij het toedienen van medicatie (C13). Bij meneer
Bos werden er om de 3 uur de bloedsuikerwaarde gemeten en indien nodig bijgespoten. Om 07:00
had meneer Bos een bloedsuikerwaarde van 13,2 mmol/L, Volgens het bijspuitschema moest meneer
Bos 3 eenheden worden bijgesloten, dit heb ik hem uitgelegd. Hierbij gaf meneer Bos aan dat hij
binnenkort met ontslag naar huis gaat, in samenspraak met meneer Bos besloten we om vandaag