Samenvatting Persoonlijkheidsleer
,1
SAMENVATTING PERSOONLIJKHEIDSLEER
Inhoudsopgave
College 1: Introductie en het intrapsychische domein......................................2
Sigmund Freud: De psychoanalytische theorie...............................................................7
Sigmund Freud: De psychoseksuele theorie.................................................................10
College 2: Het dispositionele domein.............................................................14
Raymond Cattell: 16 personality factor model..............................................................18
Jerry Wiggins: Interpersonal circumplex model.............................................................18
Paul Costa en Robert McCrae: Big five personality traits..............................................19
Kibeom Lee en Michael Ashton: HEXACO personality model.........................................20
College 3: Persoonlijkheidsontwikkeling en het biologische domein................22
Hans Eysenck: Biologische trait theorie........................................................................27
Peter Gray: Reinforcement sensitivity theory (RST)......................................................30
Marvin Zuckerman: Sensation seeking theory..............................................................31
Robert Cloninger: Tridimensional personality model.....................................................32
College 4: Erikson en Rogers.........................................................................32
James Marcia: Identity status theory.............................................................................33
Erik Erikson: De levenslooptheorie................................................................................33
Carl Rogers: De persoonsgerichte benadering..............................................................38
Maslow: Motivatietheorie.............................................................................................. 38
College 5: Sekse- en culturele verschillen in persoonlijkheid..........................42
Albert Bandura: De sociaal lerentheorie.......................................................................44
College 6: Het cognitieve domein..................................................................51
George Kelly: De persoonlijke constructtheorie............................................................53
Carol Dweck: De meesterschap-oriëntatie theorie........................................................57
,2
SAMENVATTING PERSOONLIJKHEIDSLEER
College 1: Introductie en het intrapsychische domein
Trait-descriptieve adjectieven zijn bijvoeglijke naamwoorden die gebruikt worden om
karakteristieken van mensen te beschrijven. Er bestaan bijna 20.000 van deze
adjectieven, die kunnen verwijzen naar verschillende aspecten van individuen. Deze
adjectieven zijn essentieel voor het beschrijven van persoonlijkheden, gedragingen en
attitudes van mensen. Ze helpen ons nuances aan te brengen in onze beschrijvingen en
kunnen ons in staat stellen om specifieker te zijn over hoe we iemands karakter
beschrijven. Bijvoorbeeld, adjectieven zoals 'vriendelijk', 'egoïstisch', 'betrouwbaar',
'excentriek' en 'gevoelig' geven allemaal verschillende aspecten van iemands
persoonlijkheid weer. De diversiteit van trait-descriptieve adjectieven weerspiegelt de
complexiteit van menselijke karakters. Sommige adjectieven beschrijven iemands
temperament, terwijl andere meer gedragsmatige eigenschappen benadrukken. Ze
kunnen ook emotionele kenmerken omvatten en zelfs sociale interacties beschrijven.
Psychologen en sociaalwetenschappers maken veelvuldig gebruik van deze adjectieven in
hun onderzoek naar menselijk gedrag en persoonlijkheid. Door deze adjectieven te
analyseren, kunnen ze gedragspatronen identificeren, persoonlijkheidstypen
categoriseren en individuele verschillen bestuderen. In het dagelijks leven worden trait-
descriptieve adjectieven ook vaak gebruikt om anderen te beschrijven, bijvoorbeeld bij
het maken van nieuwe vrienden, het beoordelen van sollicitanten tijdens een
sollicitatiegesprek of zelfs bij het schrijven van personagebeschrijvingen in romans en
filmscripts.
Persoonlijkheid is een verzameling van psychologische kenmerken en mechanismen in
een individu die georganiseerd zijn en relatief stabiel blijven. Deze eigenschappen en
mechanismen beïnvloeden hoe iemand omgaat met en zich aanpast aan de
intrapsychische, fysieke en sociale buitenwereld.
o De psychologische kenmerken van een persoon omvatten eigenschappen,
attituden, passies en afkeren. Dit zijn de aspecten die ons uniek maken en bepalen
hoe we denken, voelen en ons gedragen in verschillende situaties.
o Naast kenmerken omvat persoonlijkheid ook psychologische mechanismen,
oftewel cognitieve processen. Dit zijn de denkpatronen en mentale processen die
ons gedrag sturen en onze reacties op de wereld om ons heen beïnvloeden.
o Persoonlijkheid is georganiseerd, wat betekent dat de verschillende kenmerken en
mechanismen samenhangen. Bijvoorbeeld, iemand die erg angstig is, zal
waarschijnlijk ook in zijn gedrag laten zien dat hij op veel meer dingen let.
Tegelijkertijd is persoonlijkheid dynamisch en kan het gedrag zich aanpassen aan
de situatie. Zo kan iemand die doorgaans extravert is, zich tijdens het doen van
belastingaangifte toch wat ingetogener gedragen, omdat de situatie dit vereist.
o Persoonlijkheid is relatief stabiel, wat inhoudt dat de eigenschappen en
gedragingen van een persoon consistent zijn over verschillende situaties en over
de tijd. Dit zorgt voor continuïteit in hoe we onszelf en anderen ervaren.
o De manier waarop we interacteren met de buitenwereld speelt een cruciale rol in
onze persoonlijkheid. Dit gebeurt door middel van perceptie, selectie, evocatie en
manipulatie. Perceptie gaat over hoe we de wereld zien, een optimistische persoon
ziet de wereld anders dan een pessimistische persoon. Selectie betreft de
contexten die we kiezen, zoals de vakanties die we plannen of de opleidingen die
we volgen. Evocatie is het gedrag dat we bij anderen oproepen, vaak onbewust,
terwijl manipulatie betrekking heeft op de actieve pogingen om onze omgeving te
beïnvloeden.
o Aanpassing aan zowel de binnenwereld als de omgeving is ook een belangrijk
aspect van persoonlijkheid. Dit betreft coping, of hoe we met problemen omgaan,
en ons aanpassingsvermogen, of hoe flexibel we kunnen reageren op
veranderingen en uitdagingen.
Persoonlijkheid kan op verschillende niveaus bestudeerd worden om een volledig beeld te
krijgen van wat ons uniek maakt als mens. Deze niveaus zijn: menselijke aard, individuele
, 3
SAMENVATTING PERSOONLIJKHEIDSLEER
groepsverschillen en individuele uniekheid. Op het niveau van de menselijke aard kijken
we naar eigenschappen die kenmerkend zijn voor de soort "mens" in vergelijking met
andere soorten. Dit betekent dat we onderzoeken wat mensen als soort uniek maakt.
Bijvoorbeeld, mensen zijn van nature sociaal gericht. We vormen gemeenschappen,
werken samen en hebben complexe sociale interacties. Wanneer we dit vergelijken met
een diersoort zoals de panda, zien we een groot verschil. Panda's zijn over het algemeen
solitaire dieren en missen de sociale gerichtheid die zo kenmerkend is voor mensen.
Op het niveau van individuele groepsverschillen richten we ons op verschillen tussen
mensen of groepen mensen. Dit kan bijvoorbeeld door de persoonlijkheid van
verschillende beroepsgroepen te vergelijken. Neem bijvoorbeeld een groep chirurgen en
een groep mensen die in de horeca werkt. Onderzoek kan laten zien dat mensen die in de
horeca werken gemiddeld hoger scoren op sociale gerichtheid dan chirurgen. Deze
verschillen kunnen te maken hebben met de aard van het werk en de sociale interacties
die daarbij horen.
Het derde niveau is de individuele uniekheid. Dit niveau richt zich op de unieke manier
waarop een individu zijn of haar persoonlijkheidskenmerken uit. In dit geval zou je de
persoonlijke manier van sociale gerichtheid van één individu bestuderen. Hoe uit deze
persoon zijn of haar sociale gerichtheid? Wat zijn de specifieke gedragingen en attitudes
die deze persoon uniek maken in zijn sociale interacties?
Binnen het wetenschapsveld van persoonlijkheidsonderzoek bestaat er een voortdurende
discussie over de methoden die het best kunnen worden gebruikt om mensen te
onderzoeken:
o Nomothetisch: Dit benadert persoonlijkheid door middel van statistische
vergelijkingen van mensen of groepen. Het doel is om algemene patronen en
trends te identificeren die gelden voor een breed scala aan individuen.
Bijvoorbeeld, door middel van grootschalige enquêtes kan de gemiddelde mate
van sociale gerichtheid binnen een bepaalde populatie worden vastgesteld.
o Idiografisch: Deze benadering richt zich op het observeren van een individu om de
specifieke principes te begrijpen die zich manifesteren in zijn of haar leven. Het
doel is om diep in te gaan op de unieke kenmerken en ervaringen van een
persoon, om zo een gedetailleerd begrip te krijgen van hun persoonlijkheid.
Bijvoorbeeld, door longitudinale studies te gebruiken die individuen over langere
periodes volgen, kan worden onderzocht hoe sociale gerichtheid zich ontwikkelt en
uitdrukt in het leven van een individu.
De verschuiving van focus in dit onderzoeksgebied heeft geleid tot een merkbare kloof
tussen de Grand Theories en de hedendaagse persoonlijkheidstheorieën. Terwijl
grondleggers universele waarheden probeerden te onthullen over de menselijke aard, zijn
hedendaagse psychologen meer geïnteresseerd in het begrijpen van de complexe en
unieke manieren waarop individuen zich manifesteren binnen verschillende contexten en
culturen. Hierdoor hebben de methoden en doelstellingen van persoonlijkheidsonderzoek
aanzienlijk geëvolueerd, waarbij de nadruk is verschoven van brede algemeenheden naar
gedetailleerde individuele verschillen.
Persoonlijkheidstheorieën kunnen worden onderverdeeld in verschillende domeinen, die
elk een specifieke invalshoek bieden om de complexe aspecten van persoonlijkheid te
begrijpen. Deze domeinen fungeren als handige kapstokken om de kenmerken van de
verschillende theorieën te ordenen.
1. Het dispositionele domein richt zich op de basale eigenschappen die zinvol zijn om
te beschouwen als persoonlijkheidstrekken. Dit domein onderzoekt welke
eigenschappen mensen consistent vertonen en hoe deze eigenschappen variëren
tussen individuen. Voorbeelden van persoonlijkheidstrekken zijn extraversie,
vriendelijkheid en zorgvuldigheid. Het dispositionele domein vormt de basis voor
vele andere domeinen, omdat basale eigenschappen vaak een rol spelen in
verschillende contexten.
2. Het biologische domein onderzoekt de verbanden tussen
persoonlijkheidseigenschappen en biologische en genetische kenmerken. Dit