CASUSANALYSE
Toets 1.2.2.
23 AUGUSTUS 2021
VERA DUPUY
679833 | ROSWVTF1Y | Perspectieven op menselijk gedrag en ontwikkeling
,Inhoudsopgave
Inleiding.......................................................................................................................................... 2
Achtergrondinformatie leefgebieden............................................................................................... 3
Partner en Familie.................................................................................................................................3
Wonen...................................................................................................................................................3
Werk en leren........................................................................................................................................3
Waarnemingen, interpretaties en bevindingen................................................................................5
Behoeftehierarchie van maslow............................................................................................................5
Opvoeding..............................................................................................................................................5
Motivatie................................................................................................................................................6
Interpretatie..........................................................................................................................................6
Conclusie......................................................................................................................................... 7
Literatuurlijst................................................................................................................................... 8
Bijlagen........................................................................................................................................... 9
1. Peer feedbackformulieren.................................................................................................................9
2. Het verbatim....................................................................................................................................11
1
,INLEIDING
Aan de hand van drie leefgebieden heb ik, voorafgaand aan dit verslag, een gesprek gevoerd met een
persoon wier levensverhaal mij nog onbekend was. Van de inhoud van dit gesprek heb ik een
verbatim transcriptie gemaakt (Bijlage 2).
De informatie die ik heb verkregen tijdens dat gesprek is ook meteen de aanleiding geweest voor het
maken van dit verslag. Het doel van dit verslag is dan ook om, met gebruikmaking van relevante
theoretische begrippen, een analyse te maken van de krachten en belemmeringen die een rol kunnen
spelen bij het waarmaken van de besproken wensen/doelen.
Na deze korte inleiding volgt eerst een uiteenzetting voor elk leefgebied wat tijdens ons gesprek aan
bod is gekomen; werken en leren, partner/familie en wonen. Hierbij zal ik ook mijn eigen
waarnemingen en bevindingen toelichten met behulp van relevante theorie. Tot slot schrijf ik een
conclusie op grond van de, tijdens de analyse verkregen, inzichten over de wensen, krachten en
belemmeringen van mijn gesprekspartner.
Degene waarmee ik het gesprek gevoerd heb is C.D., om de privacy van de persoon in kwestie te
waarborgen, gebruik ik in dit gehele verslag enkel haar initialen. C.D. is een Nederlandse, jonge vrouw
van twintig jaar oud en zij woont al heel haar leven in Breda. Zij woont samen met haar moeder,
stiefvader en broer in een huis. Wel denkt zij erover om binnen 1.5 jaar dit huis te gaan verlaten om
op zichzelf te gaan wonen. Ze doet nu de MBO opleiding Handhaving, daarvan krijgt zij dit jaar haar
diploma en na deze opleiding hoopt ze te worden toegelaten op de Politieacademie. De intake voor
de Politieacademie heeft ze al eens doorlopen, maar ze is toen bij het laatste onderdeel afgevallen, dit
deed haar besluiten om de opleiding Handhaving te gaan doen en het daarna nogmaals te proberen.
Daarnaast heeft C.D. sinds een half jaar een partner die ook nog thuiswonend is en ook even oud is als
C.D.
2
,ACHTERGRONDINFORMATIE LEEFGEBIEDEN
PARTNER EN FAMILIE
Partner:
R. is dezelfde leeftijd als C.D. en is ook een goede vriend van haar broertje, zo hebben zij elkaar leren
kennen. C.D. voelt zich erg op haar gemak bij hem en vindt het ook fijn dat hij zo goed in de familie
past. De relatie is ongeveer een jaar geleden begonnen en gedurende die tijd is alles steeds goed
gegaan, er zij weinig spanningen en conflicten en ze kijkt er naar uit om hem te zien. Doordat hij ook
nog thuis woont, trekt ze ook veel op met zijn familie, hier kan ze het ook goed mee vinden en ze
voelt zich welkom als ze daar is. Wel vind ze het soms jammer dat ze nooit echt met zijn tweetjes
alleen zijn, omdat ze dus allebei nog inwonen bij hun ouders.
Familie:
C.D heeft een goede band met haar moeder en stiefvader, dit is ook een reden dat ze het niet erg vind
om nog een tijdje thuis te blijven wonen. Ze voelt zich door hen gesteund en ze hecht waarde aan hun
mening. Het is voor C.D. erg belangrijk dat haar partner het met haar moeder/stiefvader kan vinden
en dat zij hem ook een leuke jongen vinden. Ze heeft nog nooit hun mening gevraagd over haar
huidige partner, maar zij krijgt de indruk dat zij hem zeker wel accepteren en ook goed bij haar vinden
passen. C.D. haar broertje woont ook nog thuis, hier heeft zij ook een goede band mee en doordat hij
een relatie heeft met de beste vriendin van C.B. en zij dus met een goede vriend van haar broertje,
trekken zij ook vaak met zijn vieren op.
WONEN
C.D. vindt het geen enkel probleem om in hetzelfde huis, in Breda, te wonen als haar moeder, broer
en stiefvader. Dit komt grotendeels doordat dit een groot huis is, waardoor er vrijwel altijd genoeg
ruimte is om zich ergens terug te trekken, mocht zij behoefte hebben aan een rustige plek waar zij
zich goed kan concentreren zonder afgeleid te worden. C.D. betaalt geen huur of andersoortige
kosten om hier te wonen. Wel zou C.D. heel erg graag, binnen een jaar of anderhalf, het ouderlijk huis
verlaten om op zichzelf te gaan wonen. Samenwonen met haar vriend is niet iets waar zij al over
nadenkt en is wat haar betreft ook nog absoluut niet aan de orde.
WERK EN LEREN
C.D. is momenteel bijna afgestudeerd van de MBO opleiding Handhaving, hiervan krijgt zij over enkele
weken haar diploma. Hier kijkt zij wel naar uit, maar ze is niet per sé heel trots op deze prestatie,
aangezien deze opleiding voor haar vooral als opstapje moet dienen naar de studie die zij eigenlijk
liever wilt doen; de Politieacademie. De keuze om de opleiding Handhaving te gaan doen, is eigenlijk
het gevolg van niet toegelaten worden tot de politieacademie. C.D. heeft dit namelijk al eens
geprobeerd, maar is toen bij het laatste onderdeel van de selectieprocedure afgevallen met als
commentaar dat zij haar nog wat te jong vonden overkomen. Hierdoor leek het C.D. een goed idee
om dan eerst wat ervaring op te doen in een soortgelijke opleiding en het dan vervolgens nogmaals te
proberen bij de politie.
C.D. is op dit moment net begonnen met haar tweede poging om toegelaten te worden tot de
Politieacademie, het eerste onderdeel van de selectieprocedure heeft zij al gemaakt. C.D. heeft een
twijfelachtig goed gevoel overgehouden na het maken van de eerste test. C.D. vind het sowieso een
beetje een verwarrende opdracht en daarom heeft zij ook niet echt een duidelijk idee over hoe zij het
heeft gedaan. Wat voor haar wel een voordeel was, is dat ze door de corona situatie, de test thuis
mochten maken in plaats van in Amsterdam. C.D. ervaarde daardoor ook minder spanning voor deze
test dan als ze eerst in de trein naar een vreemde locatie had gemoeten om hem te maken, het feit
dat haar omgeving veilig en vertrouwd was en haar familie in de buurt was gaf haar meer rust en
daardoor ook meer zelfvertrouwen.
3
,C.D. is zich wel ook goed bewust van het feit, dat het ook mogelijk is, dat zij de selectieprocedure
wederom niet zal halen. Als dit het geval is dan wil zij de tweejarige hbo opleiding Social Work gaan
doen, een zogenaamde associate degree. C.D vindt deze opleiding ook wel interessant, maar het is
duidelijk dat zij hier niet zo gepassioneerd over is als over haar doel om bij de politie te gaan. Doordat
deze opleiding haar tweede keus zou zijn, denkt ze niet dat ze genoeg motivatie zal hebben voor een
vierjarige opleiding, dus vandaar dat zij dan zou kiezen voor de tweejarige variant. Doordat de
opleiding handhaving ook twee jaar duurde en C.D. dit eigenlijk ook als tweede keus is gaan doen,
heeft ze dus ervaren dat twee jaar voor haar haalbaar is, zelfs als ze niet volledig gemotiveerd is.
Mocht ze de selectieprocedure nu weer niet halen dan denkt C.D. dat zij het wel nogmaals zou gaan
proberen, zij kan zich geen voorstelling maken van een toekomst waarin zij haar motivatie zou
verliezen om dit doel te behalen. Als het dan nogmaals niet zou lukken, dan denkt C.D. wel dat het
dan echt klaar is voor haar, want ze is van mening dat je op een gegeven moment jezelf erbij neer
moet leggen dat het niet gaat lukken.
4
, WAARNEMINGEN, INTERPRETATIES EN BEVINDINGEN
BEHOEFTEHIERARCHIE VAN MASLOW
Als wordt gekeken naar de behoeftehiërarchie van Maslow, met betrekking tot deze casus, dan valt
daaruit op te maken dat alle factoren die nu een rol spelen in het leven van C.D., op een gunstige
manier bijdragen aan het vermogen om het door haar gestelde doel te behalen. Doordat C.D. haar
zinnen heeft gezet op een specifiek doel, is het zeker nuttig om ook te bekijken wat ervoor kan zorgen
dat zij deze motivatie blijft behouden en daarnaast ook te kijken naar factoren die kunnen
veranderen, met als gevolg dat zij misschien deze motivatie verliest.
Aangezien het doel van C.D. gericht is op persoonlijke ontwikkeling, oftewel zelfontplooiing, is het
handig om Maslows behoeftehiërarchie ernaast te leggen, omdat hierbij zelfontplooiing ook meteen
het vijfde en hoogste niveau is. Volgens Maslow (1977) wordt een behoefte op hoger niveau pas
actief als de behoeften op de lagere niveaus bevredigd zijn, wat dus ook inhoudt dat indien een
behoefte die eerst vervuld was, om een reden onvervuld raakt, er dus een grote kans is dat een
persoon zijn hogere behoeften loslaat om zich te richten op het bevredigen van zijn lagere behoefte
(Rigter,2017).
In de situatie van C.D. is te zien dat het eerste, tweede, derde en gedeeltelijk vierde niveau van de
behoeftehiërarchie inderdaad zijn bevredigd. Doordat C.D. bij haar familie thuis woont en zich hier fijn
voelt, heeft zij zekerheid dat haar lichamelijke behoeften (niveau 1) en de behoefte aan veiligheid
(niveau 2) worden vervuld. Ook heeft C.D aangegeven dat zij een hele goede band heeft met haar
familie en ook een partner die haar lief heeft, deze personen verkeren ook in haar directe omgeving,
waardoor zij zich elke dag gesteund en geliefd voelt (niveau 3). Doordat C.D. binnenkort haar diploma
krijgt en ook het gevoel heeft dat zij door de opleiding Handhaving, beter in staat is om haar doel te
behalen, is er ook sprake van een positief gevoel van eigenwaarde en een grotere mate van
zelfvertrouwen (niveau 4). Wat dus inhoudt dat op dit moment alle factoren gunstig staan om het
gestelde doel te verwezenlijken, wat dus dan niveau 5 is (Rigter, 2017).
Wel moet er rekening mee worden gehouden dat C.D. over een jaar of anderhalf, de wens heeft om
uit dit huis te vertrekken en een plekje voor haarzelf te gaan zoeken. Als dit eenmaal zover is,
betekent dit dus ook dat de onderste twee niveaus van de behoeftehiërarchie op een andere manier
vervuld zullen moeten worden. Het is natuurlijk niet zeker of de nieuwe woning van C.D. haar net zo’n
fijn en veilig gevoel gaat geven als het huis waar ze nu woont. Ook is niet zeker of zij in staat gaat zijn
om zelf in al haar lichamelijke behoeften te voorzien, dit hangt er onder meer vanaf of haar financiële
middelen op dat moment toereikend zijn om die behoeften naar tevredenheid te voldoen.
OPVOEDING
Aangezien C.D. zoveel motivatie heeft om dit ene doel te bereiken, ondanks het feit dat zij hierin
tijdens de eerste poging niet in is geslaagd, zal de teleurstelling des te groter zijn mocht het nu een
tweede keer niet lukken. Doordat C.D. veel om de mening van haar ouderfiguren geeft, zij zich
gesteund en gewaardeerd voelt in haar keuzes, een gezonde mate van doorzettingsvermogen en
zelfvertrouwen laat zien en haar ouderlijk huis ziet als een plek waar ze zich veilig en beschermd voelt,
laat dat zien dat haar ouders vanaf jongs af aan een ondersteunende opvoedstijl hebben gebruikt.
Waarom dit belangrijk is om mee te nemen in deze evaluatie, is omdat de opvoedstijl en de band met
de ouderfiguren, van grote invloed kan zijn op hoe iemand omgaat met grote tegenslagen of
teleurstellingen die hij te verwerken krijgt.
Bij kinderen die vroeger veilig gehecht zijn, het B-type kind, is er vertrouwen in zich zelf, maar ook in
anderen. Dit betekent dat op het moment dat deze kinderen later een moeilijke situatie ervaren, zij
genoeg vertrouwen in zichzelf hebben om het toch te proberen, maar indien zij falen of ergens anders
tegenaan lopen, ze ook om steun en hulp durven vragen aan hun omgeving, dit wordt ook wel ego
veerkracht genoemd (Beckerman & van Beemen, 2018).
5