PERSOONLIJKHEIDSLEER
Inhoudsopgave
Persoonlijkheidsleer – College 1..................................................................................................................... 2
College; Inleiding & het intrapsychische domein.................................................................................................2
CLIP: Angst en afweermechanismen....................................................................................................................9
Literatuur college 1............................................................................................................................................11
Hoofdstuk 1; introduction to personality psychology...................................................................................11
Hoofdstuk 2; Personality Assessment, Measurements and research designs..............................................12
Hoofdstuk 9; Psychoanalytic approaches to personality..............................................................................13
Persoonlijkheidsleer – College 2................................................................................................................... 16
College; Het dispositionele domein....................................................................................................................16
Clip 1: Wat is een Taxonomie?...........................................................................................................................21
Clip 2: Persoonlijkheidsdimensies – de statische aanpak...................................................................................23
Literatuur college 2............................................................................................................................................24
Hoofdstuk 3; Traits and trait taxonomies......................................................................................................24
Hoofdstuk 4; Measurments issues in trait psychology..................................................................................25
Persoonlijkheidsleer – College 3................................................................................................................... 27
College; Ontwikkeling en het biologische domein.............................................................................................27
Clip: Absolute en relatieve stabiliteit..................................................................................................................36
Literatuur college 3............................................................................................................................................37
Hoofdstuk 5; Personality dispositions over time – stability and change......................................................37
Hoofdstuk 7; Phyiological appoaches to personality....................................................................................39
Persoonlijkheidsleer – College 4................................................................................................................... 41
College: Erikson & Rogers..................................................................................................................................41
Clip: De levenslooptheorie..................................................................................................................................47
Literatuur college 4............................................................................................................................................47
Hoofdstuk 4; Erikson and psychosocial theory..............................................................................................47
Artikel Rogers; Person centered theory........................................................................................................48
Persoonlijkheidsleer – College 5................................................................................................................... 50
College; Sekse en persoonlijkheid & Cultuur en persoonlijkheid........................................................................50
Clip: De culturele dimensies van Hofstede.........................................................................................................56
Literatuur college 5............................................................................................................................................58
Hoofdstuk 16; Seks, Gender & Personality....................................................................................................58
Hoofdstuk 17; Culture and Personality.........................................................................................................60
Artikel; Putnam & Garstein – Co-evolutie Paper...........................................................................................61
Persoonlijkheidsleer – College 6................................................................................................................... 63
College; Cognitieve domein & responsiecollege................................................................................................63
Clip: De persoonlijke constructtheorie...............................................................................................................65
Literatuur college 6............................................................................................................................................67
, Hoofdstuk 11; Cognitieve topics in persoonlijkheid......................................................................................67
Persoonlijkheidsleer – College 1
College; Inleiding & het intrapsychische domein
Persoonlijkheid: Definitie
- Persoonlijkheid: Het totaal aan eigenschappen, karaktertrekken,
overtuigingen, gedragingen dat mens tot uniek individu maakt
- “Een verzameling psychologische kenmerken en mechanismen in het
individu die georganiseerd zijn en relatief stabiel zijn en die zijn/haar
interacties met en aanpassing aan de intrapsychische, fysieke en
sociale buitenwereld beïnvloeden
o Psychologische kenmerken; eigenschappen, attituden etc.
o Psychologische mechanismen; cognitieve processen
o Georganiseerd zijn; samenhangen en dynamisch gestuurd
o Relatief stabiel zijn; over situaties (consistentie) en over tijd
(continuïteit)
o Interacties met buitenwereld:
Perceptie; half vol of halfleeg (hoe neem je de wereld waar?)
(voorbeeld; een carnivoor ziet een kippenbout en denkt wat
lekker, terwijl een veganist denkt wat vies)
Selectie; je karakter bepaalt bijvoorbeeld je soort vakantie of
studie (voorbeeld; een meisjes zegt tegen haar ouders dat ze
graag op voetbal wil)
Evocatie; bepalen de reacties van anderen (voorbeeld; een
jongen is bijna altijd vrolijk en behulpzaam, waardoor alle
kinderen in de klas bijna altijd aardig tegen hem doen)
Manipulatie (voorbeeld; een kind vraagt met een overdreven
vriendelijke stem aan haar moeder of ze een snoepje mag)
o Aanpassing binnenwereld en omgeving
Coping
Aanpassingsvermogen
Er zijn drie niveaus om sociale gerichtheid te bestuderen
1. Menselijke aard
o Kenmerkend voor de soort “mens” (vergelijking tussen mensen en
dieren)
o “Like all other men” – universele kenmerken van mensen
2. Individuele en groepsverschillen
o Tussen mensen/groepen
o “Like some other men” – kenmerken die verschillen tussen mensen
3. Individuele uniekheid
o Bijvoorbeeld; iemands persoonlijke manier uiten van genegenheid
(cadeaus geven of tijd samen doorbrengen)
o “Like no other man” – kenmerken die iemand specifiek typeren
,De theorieën worden in 6 domeinen onderverdeeld
1. Dispositionele; basale eigenschappen met een biologische eigenschap
o Gericht op verschillend tussen mensen in gedrag, gevoel en het
denken, die tamelijk stabiel zijn over de tijd en tamelijk consistent
zijn over situaties
o Voorbeeld: vijf-factor model van persoonlijkheid
2. Biologische; genetisch, psychofysiologisch, evolutionair
o Gericht op lichamelijke kenmerken en systemen hangen met
gedrag, het denken en het voelen
o Voorbeeld; biologische trait-theorie van Eyseneck
3. Intrapsychische; mentale processen
o Gericht op factoren in de geest/psyche die, in interactie, het gedrag,
het denken, en het voelen beïnvloeden
o Voorbeeld; psychodynamische theorieën, zoals de
psychoanalytische theorie van Freud en de levenslooptheorie van
Erikson
4. Cognitief-experientiële; cognities en subjectieve ervaringen
o Gericht op het begrijpen van de persoonlijke kijk van mensen op de
wereld en van hun gedachten, gevoelens en wensen, en hoe
mensen die verkrijgen
o Voorbeeld; de persoonsgerichte theorie en de persoonlijke
constructtheorie
5. Sociale en culturele; wederzijdse beïnvloeding
o Voorbeeld; sekseverschillen, gender, culturele verschillen
6. Aanpassings-; gezondheid en psychopathologie
Persoonlijkheidstheorieën
- Standaarden beoordelen persoonlijkheidstheorieën
o Volledigheid; hoeveelheid fenomenen en observaties met betrekking
tot persoonlijkheid verklaren
Voorbeeld; theorie zelfwaardering versus 5-factor model
o Heuristische waarde; kader voor nieuwe bevindingen
Voorbeeld: biologische trait-theorie Eysenck
o Toetsbaarheid; voorspellingen voor empirische toetsing?
Voorbeeld: delen van Freuds theorie niet allemaal
toetsbaarheid
o Zuinigheid; compactheid, weinig aannemen
Meest zuinigste theorie voorbeeld: Skinners
(persoonlijkheids)theorie
Operante analyse
Persoonlijkheid = gedrag
Persoonlijkheid is het resultaat van jouw
bekrachtigingsgeschiedenis
Als er verschillen zijn dan komt dat door andere
bekrachtigingsgeschiedenis (is uniek!)
, Wanneer je persoonlijkheid wil veranderen; dan
omgeving/maatschappij veranderen volgens Skinner
De theorie van Skinner valt onder sociale en
culturele domein
o Verenigbaarheid en integratie met andere kennis;
Voorbeeld: hersenonderzoek
Meten van persoonlijkheid
- Bronnen gegevens
o Zelfrapportage; vragenlijst
Voorbeeld; onderzoekers nemen de Nederlandse Big Five
Inventory af bij een groep jonge ouders
o Observaties; bekenden of getrainde onderzoekers
Voorbeeld; onderzoekers laten adolescenten in kleine
groepjes discussiëren over verschillende maatschappelijke
thema’s en coderen hun verbale en non-verbale gedrag
o Gestandaardiseerde testen; apparaten, vragenlijsten, projectieve
technieken
Voorbeeld; onderzoekers nemen de inktvlekkentest af bij
jongeren die mogelijk een borderline persoonlijkheidsstoornis
hebben – een onderzoeker meet via een hartslagmeting etc.
o Levenskenmerken – publiekelijk beschikbaar; zoals trouwen,
kinderen krijgen, opleidingsniveau, loopbaan, lidmaatschap
sportclub
Voorbeeld; een onderzoeker verzamelt via Facebook en
LinkedIn data over de omvang van de vriendenkring en het
werkniveau van volwassenen, om te onderzoeken of mensen
met meer vrienden een hogere positie hebben in hun werk
Typeren theorieën
- Elkaar uitsluiten of aanvullen?
- Ontwikkelingstheorie of non-ontwikkelingstheorie?
- Stadium theorie of continue ontwikkelingstheorie?
- Is het beschrijvend of meer verklarend?
- Gericht op stabiele kenmerken of op veranderlijke kenmerken?
o Concentric ring theory: