Periode 3: tentamen Mens en Gezondheid
Bronnen: psychiatrie, psychologie & reader Mens en Gezondheid
Week 1
1.1 Wat is gezondheid?
1.1.1 Relatie tussen lichaam en geest
Hippocrates ziekte is een verstoord evenwicht tussen 4 circulerende lichaamsvloeistoffen;
humores (gele gal, slijm, bloed en zwarte gal). Ziekte treden volgens Hippocrates op als het
evenwicht wordt verstoord door externe pathogenen (= gedragingen die schadelijk zijn voor
de gezondheid. Immunogenen = gedragingen die de gezondheid bevorderen).
Gelanus er is een lichamelijke of pathologische basis voor alle ziekten (lichamelijk en
geestelijk)
o Etiologie: de oorzaak van een ziekte
o Theorie: een algemene aanname of aannamen over een aspect van de wereld waarin
we leven of over de mensen in die wereld die al dan niet door bewijs wordt
ondersteund
Descartes lichaam en geest zijn afzonderlijke entiteiten. Descartes stelde tevens dat er
interactie mogelijk was tussen de twee ‘domeinen’. Hoe kon bijvoorbeeld een gedachte,
zonder lichamelijke eigenschappen, een lichamelijke reactie veroorzaken? Dualisme: het
idee dat lichaam en geest afzonderlijke eenheden zijn.
Dualisten ontwikkelden het idee van het lichaam als machine (een mechanistisch standpunt),
dat alleen kon worden doorgrond in termen van zijn onderdelen (moleculair, biologisch,
biochemisch en genetisch).
o Mechanistische benadering: een benadering die het gedrag reduceert tot het niveau
van het orgaan of de lichamelijke functie. Geassocieerd met het biomedisch
ziektemodel.
1.1.2 Biomedisch ziektemodel
o Biomedisch ziektemodel: de opvatting dat ziekten en symptomen een achterliggende
fysiologische verklaring hebben en dat daarmee ook genezing mechanistisch en
rechtlijnig werkt
Het wegnemen van de oorzaak van de ziekte zal leiden tot het verdwijnen van de
symptomen en dus herstel van de gezondheid (diagnose-receptmodel).
,Het biomedisch ziektemodel wordt reductionistisch genoemd; het reduceert de geest, het
lichaam en het menselijk gedrag tot lichaamscellen of tot neurale of biochemische activiteit,
en verklaart problemen ook alleen op dit niveau.
1.1.3 vraagtekens bij dualisme: psychosociale modellen voor gezondheid en ziekte
De rol van de ‘geest’ bij de manifestatie van en de reactie op ziekte is cruciaal voor het
bevorderen van ons inzicht in de complexe aard van gezondheid en ziekte (denk aan
fantoompijn; hoe kan een afwezig ledemaat pijn veroorzaken? Of het placebo-effect; hoe
kan een inactieve stof leiden tot afname van pijn of andere symptomen die equivalent zijn
aan de afname bij diegenen die een bewezen werkzame stof of een behandeling ontvingen?)
Sigmund Freud heeft het probleem van lichaam en geest opnieuw gedefinieerd als een
probleem van ‘bewustzijn’.
1.1.4 Biopsychosociaal ziektemodel
In tegenstelling tot het biomedisch model neemt het biopsychosociaal model in de
beoordeling van de gezondheid nadrukkelijk de subjectiviteit of beleving mee.
o Biopsychosociaal ziektemodel: het standpunt dat ziekten en symptomen door een
combinatie van lichamelijke, sociale, culturele en psychologische factoren kunnen
worden verklaard
Gezondheid is niet de afwezigheid van ziekte, maar het vermogen van mensen om met de
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om te gaan en zo veel mogelijk
eigen regie te voeren.
Voor het meten van gezondheid
onderscheidt Machteld Huber
lichaamsfuncties, mentale
functies/beleving,
spiritueel/existentiële dimensie,
kwaliteit van leven, sociaal-
maatschappelijke participatie en
dagelijks functioneren. De ‘score’ is
deels subjectief en deels feitelijk.
,1.1.5 Gedrag, dood en ziekte
De stijging van de levensverwachting in de westerse wereld gedurende de 20 e eeuw was
mede het gevolg van de vooruitgang van de medische technologie en verbeterde
behandelingen.
De introductie van geneesmiddelen, de toegenomen beheersing van besmettelijke ziekten
via vaccinatie en verbeterde sanitaire voorzieningen bieden verklaringen voor de stijging van
de levensverwachting die wereldwijd zichtbaar werd
o Mortaliteit (overlijden): meestal uitgedrukt in de vorm van sterftecijfers, ofwel het
aantal sterfgevallen in een gegeven populatie en/of in een gegeven jaar
toegeschreven aan een bepaalde aandoening (bijvoorbeeld het aantal sterfgevallen
als gevolg van kanker onder vrouwen in 2000)
1.2 individuele, culturele en leeftijd gerelateerde perspectieven op gezondheid
1.2.1 Lekentheorieën over gezondheid
o Sociale representatie van gezondheid: datgene wat bepaalde groepen mensen onder
gezondheid verstaan
Barbara Bauman Eerste grote onderzoek in sociale representatie van gezondheid. Zij
stelde aan een populatie patiënten met een ernstige ziekte de vraag: ‘wat betekent
gezondheid voor u?’ er werden 3 antwoorden gegeven:
Gezondheid betekent ‘een overwegend gevoel van welzijn’
Gezondheid heeft te maken met ‘de afwezigheid van symptomen van ziekte’
Gezondheid is zichtbaar in ‘de handelingen waartoe een lichamelijk gezond persoon
in staat is’
Benyamini stelde dezelfde vraag 40 jaar later. De belangrijkste factoren hadden
betrekking op het lichamelijk functioneren en de vitaliteit (in staat zijn te doen wat je
moet/wilt doen).
o Gezondheidsgedrag: gedrag, ongeacht de gezondheidstoestand waarin men zich
bevindt, dat is bedoeld om de gezondheid te beschermen, te bevorderen of in stand
te houden, bijvoorbeeld het eten van gezonde voeding
Gezondheid wordt in het algemeen beschouwd als een toestand van evenwicht tussen
lichamelijk, psychologisch, emotioneel en sociaal welbevinden.
Opvattingen van gezondheid Blaxter
Gezondheid als niet ziek; geen symptomen, geen bezoek aan artsen
Gezondheid als bezit; uit een sterke familie komen, snel herstellen na operaties
, Gezondheid als gedrag; zij zijn gezond omdat ze goed voor zichzelf zorgen, sporten
enz. (meestal van toepassing op anderen
Gezondheid als lichamelijke fitheid en vitaliteit; mannelijke gezondheidsbegrip: zich
fit voelen, vrouwelijk gezondheidsbegrip: zich energiek voelen
Gezondheid als psychosociaal welzijn; gezondheid in mentaal opzicht
Gezondheid als functie; het vermogen taken te verrichten, om te doen wat je wilt
wanneer je dat wilt, zonder belemmeringen van een slechte gezondheid
1.2.2 Definitie van gezondheid van de Wereldgezondheidsorganisatie
Toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en niet alleen als de
afwezigheid van ziekte of invaliditeit
Doel WHO: het verwezenlijken van een wereldwijde goede gezondheidszorg,
gezondheidsgelijkheid, toegenomen levensverwachting en toegang tot noodzakelijke
gezondheidszorg voor iedereen.
1.2.3 Crossculturele perspectieven op gezondheid
‘Normale’ gezondheid verschilt per cultuur. Het is afhankelijk van het economische en
politieke klimaat van het tijdperk waarin de betrokkene leeft.
Wat zijn gezondheidsvaardigheden?
Vaardigheden van mensen om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te
beoordelen en te gebruiken bij het nemen van gezondheid gerelateerde beslissingen.
In het dagelijks leven hebben mensen die minder gezondheidsvaardig zijn onder andere
moeite met:
o Medicijnen op de juiste manier innemen
o De weg vinden in het ziekenhuis
o Zoeken op het internet (digitale vaardigheden)
o (Uitnodigings)brieven en mails begrijpen
o Folders, websites, formulieren en bijsluiters begrijpen
o Gesprekken met zorgverleners voeren
o Uitleg en adviezen begrijpen en in praktijk brengen
Laaggeletterden, ouderen en migranten hebben vaker beperkte
gezondheidsvaardigheden