Belangrijkste verschillen tussen de oude wet (WRO) en de nieuwe wet (Wro):
Gemeente, provincie en Rijk stellen structuurvisies vast met de hoofdpunten van het
ruimtelijke beleid en hun voorstelling over de uitvoering daarvan. Dus geen structuurplan,
streekplan of PKB (planologische kernbeslissing);
Bestemmingsplannen hoeven niet langer te worden goedgekeurd door de provincie;
Voor gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, kunnen gemeenten
kiezen voor een beheers verordening;
Provincie en Rijk kunnen de provinciale en nationale belangen behartigen door zelf bindende
plannen vast te stellen;
Provincie en Rijk kunnen nog wel tijdens de procedure van een bestemmingsplan bij de
gemeente zienswijzen indienen of een aanwijzing geven;
Gemeenten moeten eens in de tien jaren controleren of hun bestemmingsplannen en
beheers verordeningen nog actueel zijn;
Voortvarend aanpakken van projecten door middel van projectbesluiten;
Projectbesluit moet gevolgd worden door aanpassing van het bestemmingsplan of de
beheers verordening;
Het ontwerp van de Wet op de Ruimte Ordening werd in 1956 bij de Tweede kamer ingediend, werd
in 1962 een wet en trad in 1965 in werking.
De opvolger de WRO, de Wro trad per 1 juli 2008 in, tegelijk met het nieuwe Besluit ruimtelijke
ordening (Bro).
Doelen van de Wro:
Decentralisatie
Verkorting procedures
Meer aandacht voor de uitvoering
Verbeterde handhaving en vereenvoudigde rechtsbescherming in de ruimtelijke ordening.
4.1 STRUCTUURVISIE
Gemeente, provincie en Rijk moeten hun omgevingsgebied vastleggen in een of meer structuurvisies.
4.1.1 KARAKTER EN INHOUD VAN DE STRUCTUURVISIE
De structuurvisie is een beleidskader voor het bestuur zelf: op basis van de visie worden de plannen
vastgesteld, andere ruimtelijkeordeningsbesluiten genomen, en mensen en middelen ingezet.
Intern: een structurerende functie voor de werk- en beleidsprocessen, die het vaststellende orgaan
de mogelijkheid biedt de uitvoerende bestuursorganen binnen dat overheidsniveau te beoordelen.
2
,Extern: een communicatief instrument en biedt zij een referentiekader voor andere overheden en
burgers.
Een structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van het gebied (of van het
beleidsaspect) alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente, provincie of minister te voeren
ruimtelijke beleid. 3 soorten structuurvisies: Gemeentelijk, provinciaal en nationaal (art. 2.1 en 2.2.
En 2.3
WRO)
4.1.2 PROCEDURE STRUCTUURVISIE
Op basis van de visie worden de plannen vastgesteld, andere ruimtelijke ordening besluiten
genomen en mensen en middelen ingezet.
Structuurvisie van de minister de Tweede Kamer wordt betrokken bij de totstandkoming van een
structuurvisie van een minister.
Er is een verschil tussen de totstandkoming en de verwezenlijking van een structuurvisie. Voor een
nationale structuurvisie is dat geregeld in artikel 2.3 van de wet (1e en 2e kamer betrokken bij
verwezenlijking), maar dat ligt anders bij provincie en gemeente (geen bepaalde procedure
voorgeschreven voor gemeentelijke of provinciale structuurvisie; wel richtlijn in Bro).
Structuurvisie van de gemeente of provincie Van belang kunnen zijn art. 147 Prov. wet en 150
Gem. Wet, waar de Inspraakverordening is geregeld. Als in de Inspraakverordening geen procedure is
vastgelegd, is afdeling 3.4 AWB (Uniforme openbare voorbereiding procedure) van toepassing.
Totstandkoming van de structuurvisie kan ook beïnvloed worden door de Wet milieubeheer vanwege
de milieueffectrapportage (m.e.r.)
4.2 BESTEMMINGSPLAN EN INPASSINGSPLAN
Het instrument in de ruimtelijke ordening waarmee het planologisch beleid gestalte krijgt, is het
bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is zowel voor de overheid als de burgers bindend.
4.2.1 INHOUD VAN HET BESTEMMINGSPLAN
Reikwijdte van het bestemmingsplan en de regels daarin: Bestemmingsplan en inpassingsplan (art
3.1 e.v. WRO)
De inhoud van het bestemmingsplan
Bestemming van de grond;
Regels geven met het oog op die bestemming;
Gebruik van de grond en bouwwerken;
Uitvoerbaarheid van bestemmingen;
(Eventueel) regels voor branches en detailhandel; (art.3.1.2 Bro)
Sociale huurwoningen, sociale koopwoningen of particuliere opdrachtgevers; (art.3.1.2 Bro)
Beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden
worden aangegeven; (art.3.1.3 Bro)
3
, Zie ook Besluit Ruimtelijke Ordening (art 3.1.1.Bro)
Bestemmingsplan met voorlopige bestemmingen (art. 3.2 Bro) als er geruime tijd ligt tussen het
van kracht worden en de realisering. Hierbij is het niet bezwaarlijk als er gedurende die tijd tijdelijke
gebruik van de grond wordt gemaakt of gebouwen worden opgericht.
Bestemmingsplan met een bepaling over spoedige uitvoering (art.3.4 WRO). Urgentie! Versnelde
procedure, ook bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (art. 8.2 lid 4 WRO). Ook
versnelde onteigeningsprocedure.
Stads- en dorpsvernieuwing (art.3.5 WRO). Sanering van een gebied. Bescherming van het
leefmilieu, eventueel door een voorbereidingsbesluit, waaraan regels kunnen worden verbonden bij
wijze van excessenregeling. Voorbereidingsbesluit is één jaar van kracht. Tegengaan van
verloedering.
Globaal en flexibel bestemmingsplan (art.3.6 WRO) Bijv.: In monumentale beschermde
dorpsgezichten zal een gedetailleerde regeling nodig zijn, maar in andere gebieden
(bedrijventerreinen) kan meestal meer vrijheid gelaten worden en zal er behoefte zijn aam een
globaler bestemmingsplan. Bij flexibiliteit kan het zijn dat ze ruimte scheppen voor bepaalde
bedrijven.
Binnenplanse wijzigingen: De gemeenteraad kan bij het bestemmingsplan een aantal bevoegdheden
aan B&W delegeren onder bepaalde voorwaarden die in het plan moeten zijn opgenomen. Deze
bevoegdheden staan in het kader van flexibiliteit en betreffen:
Een wijzigingsbevoegdheid (lid 1 onder a.)
Een uitwerkingsplicht (lid 1 onder b), dan wel een combinatie hiervan (lid 2);
Een omgevingsvergunning om af te wijken van de planregels (lid 1 onder c) of
Een bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen (lid 1 onder d)
Echter rechtszekerheid moet gewaarborgd blijven
Bij wijzigen: op basis van objectieve, kwalitatieve en kwantitatieve criteria;
Bij uitwerken: voldoende inzicht in de toekomstige ontwikkeling;
Het bestemmingsplan zelf moet de uitwerkingsregels bevatten.
Buitenplanse afwijken van het bestemmingsplan:
De gemeenteraad stelt een nieuw bestemmingsplan vast (bijv. Om een bouwplan mogelijk te
maken);
Op grond van art.2.1 lid 1 onder c WABO kunnen B&W in alle gevallen een
omgevingsvergunning verlenen om gronden of bouwwerken in strijd met het
bestemmingsplan te gebruiken (activiteit mag niet in strijd met ruimtelijke ordening zijn en
goed gemotiveerd zijn);
Tenslotte kunnen B&W in bepaalde gevallen een omgevingsvergunning verlenen om
gronden en bouwwerken in strijd met de regels van het bestemmingsplan te gebruiken; zie
hoofdstuk 8 van het Boek
Belanghebbenden (zie o.a. Artikel 3.6 lid 4) Afdeling 3.4 AWB bij uitwerking of wijziging.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evanoordanus1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.