Samenvatting voor de voortgangstoets Communicatie jaar 1. Alle gegeven leerdoelen staat hier beschreven en uitgewerkt. Ook extra informatie uit de oefentoets is hier te vinden.
Voortgangstoets
Oriëntatie op het werkveld
Leerdoel 1: De student heeft kennis van het begrip communicatie, het klassieke communicatiemodel
(ZBMO) en de plaats van communicatie in de organisatie.
Communicatie → In commune brengen. Gemeenschappelijk maken.
Het ZBMO-model:
Z = Zender
B = Boodschap
M = Medium
O = Ontvanger
Ruis = Factoren die het communicatieproces verstoren
Feedback = De reactie van de ontvanger
Terugkoppeling = Als de zender reageert op de feedback, spreken we van terugkoppeling
Encoderen = Het omzetten van gedachten in woorden en beelden door de zender
Decoderen = Het omzetten van een boodschap in gedachten door de ontvanger
Redudantie = Overtollige informatie
In dit model laat het algemene communicatieproces tussen zender en ontvanger zien.
De plek van de communicatie in een bedrijf. Het team communicatie is vooral bezig de organisatie
communicatiever te maken en communicatie te faciliteren.
Leerdoel 2: De student kent de verschillende kerntaken en activiteiten van een
communicatiemedewerker volgens Logeion en Van der Jagt.
Volgens communicatie-expert Ron van der Jagt zijn er drie hoofdtaken voor communicatie:
Ten eerste gaat het over om het bouwen en beschermen van de reputatie en het bouwen van relaties
zodat de organisatie in tune is met haar omgeving. Rol als communicatie professional → versterken
van het in- en externe vertrouwen in de organisatie.
Ten tweede de regie. Dit gaat over de juiste toon en timing. Rol als communicatie professional
Denk na over welke kanaal je in moet zetten, welke media zet je in, zorg ervoor dat er niet teveel
boodschappen zijn. Zonder deze aansturing kunnen er veel verhalen ontstaan die elkaar
tegenspreken.
Ten derde draait het om de realisatie. Hier komt het aan op de uitvoering. Creatieve concepten die
verwoorden, verbeelden en het verschil maken.
Leerdoel 3: De student (her)kent ontwikkelingen en trends in het vakgebied Communicatie.
Er zijn vijf grote ontwikkelingen in het vakgebied communicatie:
,1. Data-driven en real-time
Al onze online activiteiten worden bijgehouden zodat goede algoritmes gecreëerd kunnen worden.
Het neemt wel privacy weg.
2. Emotie en sociale context
Bij communicatie ligt de focus op emotie en beïnvloeding via de sociale context. Mensen zijn meer
emotionele dan rationele wezens. Als communicatie de emotie niet raakt, komt niets in beweging.
3. Van tekst naar beeld
Beeld staat centraal bij communicatie. We zijn van stilstaat beeld naar bewegend beeld gegaan, en nu
zelfs virtual reality.
4. Transparantie en open communiceren
Een organisatie heeft geen controle meer over wat er over hun gezegd wordt. Iedereen kan op
verschillende medium zijn of haar mening over het bedrijf laten horen. Een organisatie moet oprecht
en transparant zijn en zich niet beter voordoen dan ze is. Als dit bereikt wordt tast dat de
geloofwaardigheid van en het vertrouwen in de organisatie aan.
5. Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen
Een bedrijf moet tegenwoordig aantonen dat het duurzaam en maatschappelijk verantwoordelijk
onderneemt. Dit is een norm die hedendaags een must is voor potentiële klanten.
6. Leven en werken in een netwerkmaatschappij
7. Accountability en meetbaar maken
Leerdoel 4: De student is bekend met de begrippen visie en missie en de leiderschapsstijlen en
cultuurdragers.
Visie Bij het maken van een interne analyse begin je met het analyseren van de visie en missie. De
visie laat de kijk van de organisatie / bedrijf op het leven en de maatschappij weer.
Missie De missie is het belangrijkste doel dat de organisatie / bedrijf wilt bereiken op lange
termijn.
Leiderschapsstijlen Leiderschap is heel bepalend voor de organisatiecultuur en daarmee voor de
interne communicatie. Een goede leider is authentiek, aanwezig en aanspreekbaar. Verschillende
soorten leiderschap:
1. Autoritaire stijl
De medewerkers hebben weinig tot geen invloed op de besluitvorming. Weinig interactie en de
nadruk ligt op de overdracht van informatie. Top-down communicatie. Door weinig interactie en
overleg komt een organisatie niet snel verder. Wil je snel gaan dan ga je alleen, wil je verder komen
dan ga je samen.
2. Consultatieve stijl
Het management vraagt advies aan een aantal mede werkers in de organisatie. Met name aan de
staf- en de beleidsmedewerkers. Management gaat verder in overleg en komt tot besluit. Bij deze stijl
bestaat er veel persoonlijke communicatie.
3. Management by objectives
Stuurt aan op het realiseren van gedeelde doelen. Het managementteam en de medewerkers stellen
concrete doelen vast. De managers houden zich dan niet meer bezig met alles en de
verantwoordelijkheid voor een goed eindresultaat ligt dan dus bij de medewerkers. De managers
controleren alleen of ze de gestelde doelen en targets behalen.
4. Situationeel leiderschap
Leidinggevenden passen zich aan en spelen in op wat er concreet gebeurt in de organisatie.
Eigenschappen leiders: benaderbaar en goede luisteraars. Veel vragen en gesprekken. Ze handelen
niet hetzelfde tegenover iedereen. Ze passen zich aan, aan de behoeften van de organisatie en het
team.
, Cultuurdragers De organisatiecultuur is zichtbar in vier lagen:
1. Waarden en normen Waarden zijn de overtuigingen en de normen de regels die daarvan zijn
afgeleid. Dit zit in de kern van de organisatiecultuur.
2. Rituelen Tradities en vaste gebeurtenissen in de organisatie. Voorbeelden: vergaderingen,
feesten, lunches en verjaardagen. Dit zorgt voor betrokkenheid van de werknemers bij de organisatie.
3. Helden Dit zijn de (oud-)medewerkers van de organisatie die in hun gedrag de waarden en
normen van de organisatie op bijzondere wijze uitstralen.
4. Symbolen De uitingen waarin de cultuur van de organisatie direct zichtbaar is. Denk aan logo,
specifieke kleur, bedrijfskleding, inrichting en architectuur.
Leerdoel 5: De student kent de elementen van het 7S-model waarmee de interne organisatie
beschreven kan worden.
Het 7S-model gebruik je bij een interne analyse van een organisatie.
Waarden –(Shared values, gedeelden waarden) – Cultuur wordt door alle leden van een organisatie
bepaald. De cultuur bevat de gedeelde opvattingen, gemeenschappelijke waarden en normen.
Strategie - – Doelen die de organisatie nastreeft en de manier waarop ze dit proberen te doen
Structuur – De verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
Systemen – Alle formele en informele werkwijzen, procedures, voorschriften en afspraken waarmee
de organisatie werkt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noarvb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.