Theorie
Factoren die de hoogte van de beurskoers van een obligatie bepalen:
Marktrente en couponrente
Op welke manier kunnen obligatieleningen worden afgelost?
- aflossing ineens aan het einde van de looptijd
- Geleidelijke aflossing in gedeelten door uitloting
Soorten obligaties:
1. hypothecaire obligaties
2. achtergestelde obligaties
3. premieobligaties
4. concerteerbare obligaties
Verschil onderhandse lening en obligatielening: een onderhandse lening wordt verschaft door 1 of
enkele geldschieters, terwijl een obligatielening veel geldgevers kent.
Voordelen onderhandse lening: vooraf overleg mogelijk tussen geldgever en geldnemer, kosten zijn
lager (afsluiten en looptijd) en geen beursnotering.
Voor welk gedeelte van totale vermogensbehoefte van een onderneming is financiering met
rekening-courantkrediet heel geschikt? Voor het sterk fluctuerende gedeelte van de
vermogensbehoefte.
Hoofdstuk 1
Efficiency = Doelmatigheid van het productieproces. (gering mogelijk kosten productie =
kostprijs, transformatieproces).
Effectiviteit = De doelgerichtheid van het productieproces, ofwel de mate waarin het eindproduct
geschikt is te voldoen aan de eisen van de afnemers. (eindproduct in trek bij de
klanten = verkoopopbrengst, doelrealisatie).
Continuïteit = Winststreven vanuit lange termijnperspectief bezien.
Mission statement = ondernemingen stellen doelen op voor zichzelf. (zorg voor milieu,
arbeidsvreugde) doelstelling die de organisatie nastreeft.
Profit-organisatie = Streeft naar winst.
Non-profit = Streeft niet naar winst:
Overheidssector: collectieve goederen en diensten; voorzieningen die tot stand worden
gebracht door de bevolking als geheel (infrastructuur, bescherming water, en veiligheid).
Deze kunnen niet door ondernemingen voortgebracht worden aangezien het
marktmechanisme hier verstek laat gaan. (dijken kunnen niet door 1 persoon gekocht
worden ter bescherming). Dus volgens het budgetmechanisme: gedwongen bijdrage
(belastingen) en stelt budget beschikbaar waarmee productie collectieve goederen kan
worden gefinancierd. Ook niet-collectieve voorzieningen: scholen. Ook steeds vaker
privatisering = activiteiten die losgemaakt worden van de overheidsorganisatie en naar de
markt gaan.
Particuliere non-profit instellingen: organisaties: verenigingen, goede doelen.
Verschil profit- en non-profitorganisatie:
- Non-profit zet maatschappelijke voorzieningen tot stand: ze volgen ALLEEN dit doel (genezen
van mensen, lesgeven etc.)
- Non-profit kunnen niet voortbestaan door zakelijke markttransacties uit te voeren en zijn dus
niet economisch zelfstandig. Ze zijn afhankelijk van bijdrage (contributie, subsidie).
- Beoordeling effectiviteit bij non-profit veel moeilijker. Winst is niet in geld uit te drukken bij
hulpverlening bijvoorbeeld. (kostprijsberekening of enquêtes houden).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joanneboonstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.