Hoofdstuk 6: surveyonderzoek
Survey-onderzoek bestaat uit het afnemen van vragenlijsten en is de meest gebruikte methode
om data te verzamelen. Een survey kun je houden over alles wat mensen zelf kunnen
rapporteren. Alleen onbewuste processen en onderwerpen waarover mensen niet willen
praten zijn onderwerpen die zich niet lenen voor een survey. In een sociale survey beantwoordt
een grote groep mensen (‘respondenten’) dezelfde set vragen. Aan de hand van deze vragen
kunnen meerdere hypothesen getest worden. Vaak wordt gekeken naar het verband tussen
meerdere variabelen, bijvoorbeeld leeftijd en mening. Een poll is een voorbeeld van een
survey. Een poll is een korte vragenlijst die de mening van het publiek meet over een actueel
onderwerp. Surveys kunnen zich ook richten op specifieke groepen en kunnen verschillen in
lengte. Ook kunnen ze zowel meningen als kennis, gedragingen, achtergronden en
persoonskenmerken uitvragen. De data worden gebruikt om theorieën te testen, relaties
tussen variabelen te bestuderen en om een beeld te vormen van het gedrag en de opvattingen
van mensen. Causaliteit is niet zo duidelijk in survey-onderzoek als in experimenteel
onderzoek. Survey-onderzoek voldoet namelijk niet aan de voorwaarde dat de onafhankelijke
variabele vóór de afhankelijke variabele komt: de variabelen worden op hetzelfde moment
gemeten. Wel kan er een verband tussen de variabelen worden aangetoond. In correlationeel
onderzoek worden relaties tussen verbanden aangetoond en wordt causaliteit op een indirecte
manier afgeleid. Voor het afleiden van causaliteit is het nodig dat er geen andere variabelen
zijn die het verband tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabelen ook kunnen verklaren.
Eventuele alternatieve verklaringen kun je aan de hand van statistische technieken
controleren, daarom heten deze variabelen ook wel controlevariabelen. De controlevariabelen
moeten in een vragenlijst ook uitgevraagd worden.
Vragenlijstonderzoek opzetten
Vragenlijstonderzoek bestaat uit verschillende fases en stappen:
Fase 1: opstart fase: voorbereiding
Stap 1: ontwikkel hypotheses, kies het type survey, schrijf vragen, bedenk
antwoordcategorieën en maak de lay-out in orde;
Stap 2: plan hoe je data gaat opnemen, test of je vragenlijst in orde is;
Stap 3: kies de doelpopulatie, maak een steekproefkader, bepaal de steekproefgrootte,
trek een steekproef;
Fase 2: uitvoeringsfase: dataverzameling
Stap 4: lokaliseer respondenten, neem interviews af, teken je data op;
Fase 3: analysefase: data-analyse en –interpretatie
Stap 5: voer de data in, check de data, voer statistische analyses uit;
Stap 6: schrijf een rapportage met methoden en resultaten, maak je bevindingen bekend
voor kritiek en evaluatie.
Fase 1: voorbereiding
In de eerste fase stel je jezelf de volgende vragen: wie zijn de respondenten, wat voor
informatie wil je krijgen, en hoe krijg je die informatie? Het soort respondenten bepaalt welke
onderwerpen relevant zijn en hoe je je vragen formuleert. Zorg dat je doelgericht te werk gaat
en je bewust bent van wat je precies wilt weten. De gewenste informatie verkrijg je door een
meetinstrument te maken, bijvoorbeeld een vragenlijst (questionnaire), een vaste verzameling
van vragen. Een ander meetinstrument is een interview schema, een vragenlijst die mondeling