Muziek
Hoofdstuk 1
Belangrijk om kinderen naast taal en rekenen, ook andere vakgebieden aan te bieden. Die de
hersenen ook prikkelt. Muziek is voor iedereen toegankelijk, wat de hersenen stimuleert.
Muziek domeinen:
- Zingen
- Luisteren
- Muziek maken
- Muzieklezen en noteren
- Bewegen op muziek
Voor kinderen is een speciaal muziek repertoire, zit verschil in jong en oud. In sommige
landen is dit allemaal hetzelfde.
Kinderen luisteren graag naar muziek. In de buik van de moeder, kan een baby al geluiden
horen. Bij muziekonderwijs gaat het eerst niet om het ontwikkelen van auditief vermogen (je
oren kunnen gebruiken), maar om ontwikkelen van muzikaal gehoor en muzikaal geheugen.
Daarmee kan je verschillende stijlen herkennen.
Om structuren in muziek te herkennen, moet je beschikken over muzikaal geheugen. Met
het muzikale geheugen kan je muziekstukken herkennen en onthouden.
In middeleeuwen notenschrift bedacht. Belangrijk kinderen kennis maken met notenschrift,
zo kunnen kinderen met het notenschrift spelen.
Op basisschool kom je ook andere vormen tegen: grafische notatie. Met eenvoudige
grafische symbolen lezen, ontwerpen en spelen kunnen kinderen hun eigen muziek maken.
Peuters en kleuters bewegen altijd mee met de muziek die ze maken of horen.
Op de basisschool wordt bewegen voor kinderen gestimuleerd.
Klanken zijn op het gehoor te scheiden: hard, zacht, hoog, laag, snel of langzaam. Muziek kan
variëren van klankduur, klankhoogte, klanksterkte en klankkleur.
De vorm van muziek wordt bepaald door herhaling, contrast en
variatie.
De betekenis van muziek komt bijvoorbeeld, als een bepaald
gevoel bij iemand opgeroepen wordt.
Muziek is een in vorm gezette klank die betekenis heeft voor
mensen (Wolf, 1986).
Muzikale vaardigheden leraar muziek:
, - Met kinderen liederen kunnen zingen en aandacht geven aan expressie, zuiverheid,
adem, resonantie en articulatie.
- Jonge en ouderen kinderen inspireren om naar muziek uit verschillende culturen te
luisteren en te bewegen.
- Groepen kinderen instrumenten laten bespelen en muziek stukjes laten ontwerpen.
Uitvoeren met KVB-model.
- Groepen kinderen muziek laten maken, ontwerpen en beluisteren met behulp van
grafische en traditioneel notatie.
- Groepen kinderen KVB-model van muziek uitdrukken in bewegingen.
Doorlopende leerlijnen voor verschillende vakken:
- Geven een overzicht van wat kinderen leren.
- Geven didactische aanwijzingen, onderwijs leren van kinderen kan beïnvloeden.
- Beschrijven wat geleerd en onderwezen wordt.
- Werken naar de kerndoelen toe.
, Hoofdstuk 2
Bij het geven van een zangles, kan je verschillende vragen stellen:
- Welke liedjes ga ik ze leren?
- Kan ik die liedjes zelf goed zingen?
- Waarom zingen de kinderen kinderliedjes en geen popliedjes?
- Hoe kan ik op een goede manier de kinderen laten zingen?
Zingen is prominent aanwezig in de maatschappij. Je ziet het overal terug.
Muzikale reden, om te zingen:
- Bevordert de ontwikkeling van kinderen.
- Onbewust ontwikkelen kinderen melodieën
- Kunnen intervallen zuiverder zingen.
- Ervaren verschillende soorten klanken.
- Stimuleert voorstellingsvermogen en muzikale geheugen van kinderen.
- Goed voor ontwikkeling van de stem
Niet muzikale reden, om te zingen:
- Helpt je onthouden (tafels, nieuwe taal, begrippen ect), met zingen onthoud je beter.
- Kinderen ervaren door zingen, dat ze een groter onderdeel zijn van een groep.
- Levert positieve bijdrage aan taalvorming.
Liedrepertoire op de basisschool is verschillend, gevarieerd samengesteld:
- Oude liederen
- Nieuwe liederen
- Volksliederen
- Liederen uit andere culturen
- Andere talen
- Canons
- Speel- en dansliederen
Jonge kinderen en peuters zijn gevoelig voor intonatie (toonhoogtes) dan uit betekenis van
woorden.
Liedjes kunnen veel bijdragen bij taalontwikkeling. Omdat woorden en begrippen herhaald
worden, uitgelegd en uitgespeeld woorden. Kinderen moeten goed articuleren en
bijbehorende betekenissen begrijpen.
Goede manieren kunt werken aan de woordenschat:
1. Voorbewerken, je betrekt de kinderen bij het onderwerp door verhaal te vertellen,
afbeeldingen of drama oefening.
2. Semantiseren, je legt de woorden uit of in fantasiesfeer terug laten komen.
3. Consolideren, je oefent de woorden, kinderen zich het eigen kunnen maken.
4. Controleren, kennen de kinderen de woorden werkelijk? Je controleert of de
kinderen de antwoorden begrijpen.