100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Sociologie een inleiding €3,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Sociologie een inleiding

10 beoordelingen
 323 keer bekeken  8 keer verkocht

Dit is mijn samenvatting van het vak onderwijssociologie. Het betreft het boek van Elchardus: sociologie een inleiding. Als je de speciale versie (ontworpen door de docent) hebt, heb ik alle hoofdstukken samengevat. Uit het reguliere boek van Elchardus heb ik H1 t/m H8, H10 t/m H12 en H16. Als je a...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 7 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 26  pagina's

  • Nee
  • H1-h8, h10-h12, h16
  • 3 april 2017
  • 11 april 2017
  • 26
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)

10  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: nashararowold • 4 jaar geleden

De samenvatting is afgeraffeld en daardoor niet erg overzichtelijk en duidelijk.

review-writer-avatar

Door: nina99 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: agfidder • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: estrellamiedema • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lalin • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: judithwx • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: frankbreur • 6 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
Wellie340
Samenvatting Sociologie een Inleiding


Hoofdstuk 1
‘Alles is contingent, maar niet arbitrair.’
Wat betekent dit nu eigenlijk?
Contingent = niet noodzakelijk, maar ook niet onmogelijk  dingen kunnen ook anders zijn, zich
anders ontwikkelen. Mensen in Europa dachten bijvoorbeeld eerst dat alle culturen monogaam
waren, dat polygamie een foutje was. Later beseften ze echter dat het niet een foutje was, dat niet
alle geloven vinden dat monogamie de beste uitkomst geeft. Het kan ook anders zijn, het besef van
contingentie kwam.
Arbitrair = alle varianten van samenleven zijn even waarschijnlijk, bepaald door willekeurigheid.

Mensen uit de Verlichting (Habermans) meenden dat je moest handelen uit redelijkheid. Dit zou
vooruitgang stimuleren en geluk met zich meebrengen. Wij als burgers mochten dus onze eigen
wetten maken en zouden hier dan automatisch met respect tegen over staan.
De tegen Verlichting (Luhmann) meende juist dat gezag en godsdienst nodig zijn om het samenleven
te regelen. Als de eigen regels het eigen belang zouden belemmeren, zouden mensen zeggen dat die
regels willekeurig zijn opgesteld en eigen regels maken om het eigen belang na te streven. Als je een
macht hebt die regels maakt, heb je dit probleem niet.

Auguste Comte wordt gezien als de grondlegger van de sociologie, omdat hij de term sociologie
bedacht en voor het eerst gebruikte om zijn werk te omschrijven.
Positivisme = sociologie gericht op zakelijke, wetenschappelijke observatie en logica,
regelmatigheden ontdekken (zoals in de natuurwetenschappen).

Kritiek op het positivisme:
 Veranderlijkheid
 Context
 Beïnvloeding

‘Hoe kunnen mensen hun lot in eigen handen nemen – niet individueel, maar gezamenlijk – zonder
dat hun samenhang steunt op macht en/of misleiding?’
Het gaat hier om de sociale orde = datgene dat het leven een soort van voorspelbaarheid en
berekenbaarheid geeft. We moeten regels naleven, zodat er geen extreme conflicten komen.

Habermans was voor de wetenschap. Wetenschap kan ons helpen iets doeltreffend en/of efficiënt
aan te pakken, maar kan ons niet helpen in de keuze waarom je het ene beter kunt kiezen dan het
andere. Wetenschap geeft ons de mogelijkheid op een open wijze met elkaar te leren
communiceren. Dit is ongedwongen communicatie. Ongedwongen communicatie leidt er toe dat alle
eerlijke en redelijke mensen met elkaar in debat gaan en het eens worden. Door open communicatie
zouden de regels en de instellingen die we zelf maken, ophouden willekeurig en arbitrair te zijn, want
alle eerlijke en redelijke mensen zouden ze tekenen. Mensen die het er niet mee eens zijn niet.

Luhmann was het niet eens met Habermans. Volgens Luhmann kunnen redelijke en eerlijke mensen
het na een debat nog steeds oneens zijn. Hij vindt dat we moeten leren leven met het contingente en
het arbitraire moeten accepteren. Hij heeft hierop de meerderheidsregel bedacht = de helft plus één.
Dit zou doorslaggevend moeten zijn in een debat, iedereen moet deze keuze respecteren, ongeacht
dat je het er niet mee eens bent.

,Een andere manier om het arbitraire te aanvaarden is volgens het rechtspositivisme = procedures
moeten strict gevolgd worden, je moet je er aan houden, zolang deze op een correcte wijze tot stand
is gekomen. Dit zijn volgens Luhmann allemaal middelen om het contingente te aanvaarden en te
respecteren, alsof het arbitrair is.

Habermans vond dit onrechtvaardig, omdat niet iedereen het met deze regels eens is als je handelt
volgens het meerderheidsprincipe.

Sociologen vinden dat een groepsprofiel vooral wordt gecreëerd door de tegenstelling tot en conflict
met andere groepen. Dit wordt vooral sterk aangehangen door George Simmel, hij schreef het essay
Der Streit. Een conflict brengt groepen samen die anders nooit zouden communiceren.

In de sociologie wordt veel nagedacht over twee problemen:
1. Probleem van de orde  hoe worden voorspelbaarheid en een mate van orde gerealiseerd?
2. Probleem van de niet-arbitraire contingentie  welke regels zijn absoluut nodig en dus niet-
arbitrair?

Er zijn drie dingen in onze samenleving waarvan we niet weten of ze contingent of arbitrair zijn. We
weten niet of ze gemakkelijk zijn te veranderen of niet. Deze drie dingen liggen buiten de wil van de
mensen. Ze leggen wel beperkingen op, maar het is niet duidelijk welke beperkingen dit zijn en hoe
dwingend deze beperkingen zijn.
1. Natuur
De natuur legt ons vele beperkingen op. Deze proberen wij op te heffen met behulp van
wetenschap en technologie. In de 19e en de 20e eeuw werd de natuur gezien als middel om
de maatschappelijke orde te verdedigen. Met andere woorden, als iets natuurlijk is, moest je
je aan houden en bij neerleggen.
Tegenwoordig weten we dat de natuur ons beperkingen oplegt aan onze
keuzemogelijkheden. We hebben niet alles voor het kiezen. Met andere woorden: we weten
dat de natuur een bron van niet-contingente (niet te veranderen) regels is, maar we weten
niet precies welke regels dat zijn en worden het daar ook niet over eens. We gaan er dus
voorlopig maar van uit dat alles contingent is, alles kan veranderen.
2. Geschiedenis
De keuzes die samenlevingen maken beperken latere keuzemogelijkheden. Vrijwel alles wat
in het verleden is gebeurd, heeft nu zijn gevolgen. We kunnen ons bijvoorbeeld niet
voorstellen dat mensen later geen technologie meer gebruiken, want dit hebben wij nu al
zover ontwikkelt dat we bijna niet meer zonder kunnen.
Geloof in de geschiedenis doet mensen geloven dat bepaalde ontwikkelingen onvermijdelijk
en dus niet-arbitrair zijn. Dit is vandaag de dag echter veel minder. Mensen denken dat je
alles kunt veranderen.
Net als bij de natuur legt de geschiedenis ons beperkingen op. Het is echter niet duidelijk
welke beperkingen nu door de geschiedenis worden opgelegd en hoe dwingend die
beperkingen zijn.
3. Samenhang
Vroeger was het standaard gezin, ofwel het traditionele nucleaire gezin, het meest
voorkomende gezin. De man werkte buitenshuis en zorgde voor het geld, de vrouw deed het
huishouden en zorgde voor de kinderen. Tegenwoordig is dat wel anders. Vrouwen gaan
steeds vaker buiten de deur werken. Toch levert dit veel stress, klachten etc. op. Het is dus
veranderd, ondanks dat het beperkingen oplegt.

Deze drie dingen noemen we ook wel de legitimerende derde. Het is een beroep op iets dat buiten
en boven de wil van de mensen staat. Toch leggen ze alle drie ook beperkingen op.
Een (extra) vierde legitimerende derde: de vanzelfsprekendheid, we aanvaarden de orde zoals het is.

,Hoofdstuk 2
Volgens het boek heeft de socioloog drie belangrijke taken:
1. Cijferaar, de empirisch-analytische taak van een socioloog.
Sociologen moeten inzicht verwerven in de samenhangen die zich daarin voordoen en vat
krijgen op de regelmaten en oorzaak-gevolgrelaties die zich voordoen. Concrete
beleidsvragen zijn hiervoor nodig.
Empirisch-analytische kennis is nuttig om het beleid van de overheid te evalueren en draagt
bij aan de algemene kennis over de mens en de samenleving. Sociologen leren inzichten en
methoden te gebruiken om informatie om te zetten in bruikbare/verstaanbare informatie en
kennis. Als socioloog ga je opzoek naar de samenhang en verklaringen. Dit doe je door
onderzoeken uit te voeren.
2. Mythejager, de kritische taak
Wij mensen hebben veel mythen, veel dingen waarvan we geloven dat ze waar zijn, maar dat
ze eigenlijk helemaal niet waar zijn. Zie het voorbeeld hier beneden over individualisme. De
socioloog gaat dit onderzoeken en haalt deze mythen onderuit. Hierdoor kan hij volop tegen
het geloof ingaan. De socioloog wil een kritische blik werpen en het geloof, belangen,
vooroordelen en het gezond verstand aan het licht brengen dat dit niet altijd klopt. Hierdoor
krijgen we (dat hoopt de socioloog) een nuchtere en realistische kijk op de werkelijkheid.
3. Levenskunstenaar, de praktische taak
Niet alle sociologen proberen kritisch te kijken en mythen onderuit te halen. Er zijn ook
sociologen die de mythen aanvaren en vinden dat we moeten leren begrijpen, waarderen en
genieten. Je moet wel kritisch kijken, maar niet alles onderuit halen.

Veel sociologen kiezen voor de kritische taak. De beste sociologie weet de drie taken te
combineren, maar dit komt nauwelijks voor.

Jongens presteren de laatste jaren slechter op school dan meisjes. Dit komt omdat jongens zich
nonchalant opstellen tegenover school. Ze doen niet hun best, lokken conflicten uit met leraren en
zoeken dus naar de competitiviteit. Dit is een typisch mannelijke houding, het is niet stoer als je het
niet doet. Jongens worden op deze manier buitengesloten.
Meisjes zijn juist zorgzaam en willen graag hun best doen op school. Dit leidt er toe dat ze betere
resultaten halen, omdat ze dit belangrijk vinden.
Op scholen wordt juist die zorgzaamheid gevraagd, terwijl op de arbeidsmarkt juist meer die
competitiviteit wordt gevraagd. Daar hebben jongens dus weer hun voordeel.

Anderen zeggen dat het groot aantal vrouwelijke leerkrachten de oorzaak zijn van de slechtere
prestaties van jongens.

We denken tegenwoordig dat we steeds individualistischer worden, steeds autonomer. Dit is echter
niet het geval. Dit lijkt zo, maar eigenlijk is de samenleving nog steeds collectivistisch opgebouwd,
aldus De Beer.

Onderzoekscyclus:
1. Algemene stelling  wat wil je ongeveer onderzoeken / wat is je opgevallen?
2. Specificeren van de stelling  wil je onderzoeken
3. Hypothese  verwachting
4. Toetsing en observatie
5. Aanpassing van de theorie

, De socioloog heeft vier kenmerken:
 Belangstelling voor samenhang
Marcel Mauss (Franse socioloog) was ervan overtuigd dat we slechts tot echte inzichten in de
samenleving komen als we de samenhang van diverse verschijnselen weten de vatten en
verschijnselen in hun samenhang met andere leren zien. Een voorbeeld hiervan is het geven
van geschenken. Geschenken worden gezien als blijk van waardering. Wie krijgt, moet ook
iets terug geven (= reciprociteit). Wat je geeft, moet gelijkwaardig zijn aan of beter dan wat
werd gekregen (=proportionaliteit). Doordat je iets terug moet geven, blijf je telkens een
band hebben met elkaar.
Volgens Mauss moet de socioloog in eerste instantie op zoek gaan naar de diepere
samenhang tussen de vorm van de instellingen en de logica die hen verbindt.
 Afstandelijke betrokkenheid
Om de maatschappij beter te kunnen observeren en het vanzelfsprekende gemakkelijker te
kunnen problematiseren, stellen sociologen zich aan de rand van hun samenleving op. Dit
betekent echter niet dat de socioloog geen standpunt mag innemen, je moet juist een
standpunt aannemen als specialist, gebaseerd op je kennis. Afstandelijke betrokkenheid
betekent dus eigenlijk: je bent betrokken bij de samenleving waarin je leeft, maar je kan
tegelijkertijd ook voldoende afstand nemen om deze waar te nemen.
 Empirische gezindheid
Empirische gezindheid betekent dat je telkens weer je stellingen en opvattingen aan de
werkelijkheid toetst. Je bent voortdurend in dialoog met de werkelijkheid, je stelt alles ter
discussie.
 Respectvol
De basis hiervan ligt bij Durkheim. Volgens hem mag je sociale verschijnselen met enige
duurzaamheid en verspreiding (zoals religie) nooit aan dwaasheid, onwetendheid of
vergissing toe schrijven. Met andere woorden je mag verschijnselen die groot zijn en al voor
langere tijd bestaan niet zomaar belachelijk maken. Als je een bepaald verschijnsel als
socioloog niet begrijpt, dan heb je onvoldoende begripsvermogen, het is iig niet belachelijk!
Je kan dit onderzoeken en uitzoeken waarom mensen dat doen/denken. Met andere
woorden: je bent respectvol tegen verschijnselen en mensen.


Hoofdstuk 3
Sociologie is een heel breed begrip. We weten dat het zich bezig houdt met het ‘sociale’, maar wat
dat nu eigenlijk is? Er zijn twee betekenissen van het sociale.
De sociologie als wetenschap ontstond pas in de 19e eeuw. Sommige delen liggen ten grondslag in de
achttiende eeuw, bij de Verlichting.

In de Verlichting waren er veel filosofen met opvattingen over mens en samenleving. Hun
opvattingen waren lang niet altijd hetzelfde, maar het in hun denken kun je toch een aantal
gemeenschappelijke kenmerken zien:
 Ze hadden aandacht voor het individu
 Individuen zijn overal hetzelfde, omdat ze een gemeenschappelijke natuur hebben die hun
handelen beïnvloedt
 Rede en rationaliteit zijn onderdeel van de menselijke natuur
 Variaties in menselijk gedrag komen voort uit traditie, bijgeloof en andere fenomenen
 Mensen scheppen zelf op basis van de rede regels en instellingen
 (De meeste hadden een groot toekomstoptimisme  als je je laat leiden door de rede,
zouden mensen grote vooruitgang boeken)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Wellie340. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  8x  verkocht
  • (10)
In winkelwagen
Toegevoegd