Een wereld vol geloof
Waarom godsdienst op school?
De kennis over wereldgodsdiensten draagt bij aan de algemene ontwikkeling van kinderen.
Op school leren en ontdekken kinderen van alles over de wereld om hen heen. Daar bij hoort
dat je enige kennis hebt van de wereldgodsdiensten. Als je daar niets vanaf weet, ben je niet
in staat om duiding te geven aan rituelen en overtuigingen die je in de samenleving van nu
tegenkomt.
Aandacht voor het vak godsdienst kan leiden tot een beter begrip tussen mensen uit
verschillende culturen. In het onderwijs van nu zitten in een klas vaak kinderen met
verschillende culturele en religieuze achtergronden. Ook in het latere leven zullen kinderen in
contact komen met mensen die andere dingen geloven en denken dan zijzelf. Om daar op
een goede manier mee om te gaan, is het nuttig om al vroeg in aanraking te komen met
belangrijke geloofsvoorstellingen en gebruiken.
Ieder een eigen levensbeschouwing
De oude religieuze tradities zijn in deze tijd nog springlevend. Toch moet je je wel realiseren,
dat mensen heel verschillende keuzes maken in hoe ze omgaan met wat door de religieuze
tradities wordt aangereikt. Er zijn veel gelovigen die zich thuisvoelen in een bepaalde religie,
maar toch aangeven dat ze met bepaalde onderdelen van de traditie niet uit de voeten
kunnen. In elke religieuze traditie zijn er grote verschillen in wat mensen vinden, denken en
doen.
De laatste jaren groeit ook de behoefte om elementen uit verschillende tradities met elkaar te
verbinden. Steeds meer mensen geven aan dat ze niet tot een specifieke geloofsrichting
behoren, maar dat ze wel door verschillende tradities geïnspireerd worden. De huidige
communicatiemiddelen bieden de kans om veel verschillende tradities te leren kennen.
Wat is godsdienst?
Het woord ‘godsdienst’ beschrijft in een keer alle verschillende geloofsrichtingen samen,
zonder daarbij een oordeel uit te spreken over de waarheid of onwaarheid van wat mensen
geloven.
Religie en godsdienst betekenen hetzelfde, in het Engels wordt alleen het woord religion
gebruikt als het over godsdienst gaat. Het woord religie komt van het Latijnse woord
religare, dat verbinden betekent. In allerlei verschillende tradities voelen mensen zich
verbonden met een god of met meerdere goden.
Het woord religie wordt gebruikt als aanduiding voor alles wat met die verbinding tussen
mensen en goden te maken heeft. Het kan gaan om dingen die je kunt zien, zoals kleding en
gebouwen, maar ook om dingen die je niet kunt zien, zoals ideeën, woorden of
voorstellingen.
L.Laeyendecker:
‘Het traditionele begrip religie duidt op die (klasse van) verschijnselen waarin mensen hun
relatie tot een god of goden tot uitdrukking brengen.’
Religie gaat over verschijnselen die je kunt ervaren en benoemen. In die verschijnselen
brengen mensen hun relatie met een hogere macht tot uitdrukking.
1
,Transcendente werkelijkheid hogere machten in de religie. Mensen ervaren een relatie
met die andere werkelijkheid, die ze tot uitdrukking brengen in woorden, in handelingen en in
beelden. Dat alles vatten we samen met het begrip godsdienst.
De ontwikkeling van godsdienstige tradities
Er zijn veel overeenkomsten in de manieren waarop godsdiensten zich ontwikkelen.
Godsdienst is namelijk geen statisch geheel: elke godsdienst is voortdurend in ontwikkeling.
Steeds weer worden er nieuwe woorden gevonden voor het geloof, ontstaan er nieuwe
rituelen en worden opvattingen verbonden met de veranderde wereld om mensen heen.
Schematisch godsdienstige tradities in fases:
Stichters
In de geschiedenis van godsdiensten is vaak te zien dat een traditie begint met een
opvallend en belangrijk persoon. Deze personen worden vaak ‘stichters’ genoemd. Bekende
stichters zijn: Boeddha, Abraham, Mozes, Jezus of Mohammed. Toch is het woord stichter
eigenlijk wat ongelukkig. Ze wilden namelijk niet per se een nieuwe godsdienst stichten. Het
was voor hen veel belangrijker dat mensen bepaalde ideeën over de wereld en over God
zouden bijstellen. Dat daar vervolgens een nieuwe wereldgodsdienst uit voortkwam, is niet
alleen terug te voeren op deze centrale figuren. Zij waren er allemaal van overtuigd dat niet
zozeer zijzelf, maar God of de hogere werkelijkheid voor de veranderingen zorgde.
Het lijkt bijna universeel gegeven dat een godsdienst begint met een belangrijk mens – en
dat de herinnering aan diegene eeuwen later nog springlevend is.
Mondelinge traditie
Naar aanleiding van het optreden van een stichter worden vaak verhalen verteld. In alle vijf
de grote wereldgodsdiensten, zijn die verhalen eerst eeuwenlang mondeling doorverteld.
Op schrift stellen van verhalen
Verhalen en andere teksten werden opgeschreven en daardoor gingen godsdiensten over
het algemeen sneller groeien.
Institutionalisering
Er ontstaan religieuze instituten, zoals een kerkelijke organisatie. Dit gebeurt in elk groeiende
godsdienst, vanuit de behoefte om verschillende zaken te regelen en af te spreken.
De fase van ontwikkeling in een godsdienst waarin dingen worden geregeld en vastgelegd.
Politieke verhouding
Op den duur komt een godsdienst vaak in contact, of in conflict, met de politieke
machthebbers van een gebied. Bij het jodendom, het christendom en de islam geldt dat deze
godsdienst een belangrijke periode de staatsgodsdienst zijn geweest van het gebied waarin
de godsdienst zich ontwikkelde.
Hervorming
Fase dat godsdienstige mensen vinden dat gelovigen te ver van de oorspronkelijke
bedoeling van hun godsdienst zijn afgedwaald. Mensen proberen dan hun godsdienst terug
te brengen naar de kern.
Modernisering
Godsdienstige mensen hebben de behoefte om hun godsdienst aan te passen aan de
moderne tijd.
Woordenlijst
Rituelen
Vaste gewoonten met een godsdienstige betekenis.
2
,Zinzoekers
Paranormale verschijnselen
Mensen met een ‘zesde zintuig’, die kunnen zien of voelen wat er op een bepaalde plek is
gebeurd, of wat er met een bepaald voorwerp is gebeurd.
Mensen die aura’s om mensen heen zien: energievelden die iets zeggen over wie iemand is
en hoe het met haar of hem gaat.
Mensen die met behulp van handlijnen of irisscans iets te weten komen over de levensloop
van mensen.
Tarotconsult: mensen die door kaarten te leggen iets te weten kunnen komen over wie je
bent en wat je in het leven te doen staat.
Para verwijst naar niet. Maar ook naar ‘naast’ of ‘bij’.
Mediums, paragnosten en aura
Een paragnost is iemand met bijzondere gaven. Zij of hij neemt dingen waar die niet
iedereen waarneemt. Vaak worden paragnosten omschreven met woorden als ‘helderziend’.
Sommige paragnosten zijn ook medium. Een medium is iemand die contact kan met
overleden mensen.
Magnetiseren verwijst naar de krachtvelden die in en om ons lichaam heen een rol spelen. In
ieder lichaam gebeuren allerlei zaken die niet met het blote oog waarneembaar zijn.
Sommige alternatieve therapeuten voelen dat aan, bijvoorbeeld door met hun handen over
het lichaam te strijken en zo te voelen waar bepaalde energieën en zenuwbanen zich
bevinden.
Veel mensen gaan ervan uit dat ieder levend wezen een ‘energieveld’ met zich meedraagt.
Rondom je lijf zit iets dat voor de meeste mensen niet waarneembaar is: je aura. Het zijn
vaak kleurvakken: soms met hele felle kleuren, soms juist heel dof. Ze kunnen ook
veranderen, afhankelijk van hoe het met je gaat.
Psychometrie, astrologie en Tarot
Psychometrie verwijst naar een helderziende waarneming. Door te voelen welke energieën
een foto of een voorwerp met zich meedraagt, kan een medium contact maken met een
andere werkelijkheid. Daardoor kan zij of hij meer vertellen over de eigenaar ervan, of over
dierbare overledenen.
Astrologie is een al hele oudere wetenschappelijke discipline. Door het nauwkeurig
bestuderen van de sterren komen astrologen meer te weten over het leven. De stand van de
sterren verandert voortdurend. Op het moment van je geboorte stonden ze in een bepaalde
stand en dat heeft betekenis voor wie je bent, voor je karakter.
Tarot is ook een hulpmiddel om iets te kunnen zeggen over iemands leven. Bij Tarot gebeurt
dat door middel van kaarten. Bij een Tarotconsult trek je zelf een kaart, waarna de paragnost
je kan vertellen wat die kaart voor jou kan betekenen.
Woordenlijst
Numerologie
Kennis van getallen en hun symbolische betekenis.
New Age
Een brede stroming waarin oude heidense godsdiensten, occultisme en oosterse
godsdiensten samengaan.
3
,Hindoeïsme
Wat bedoelen we met hindoeïsme?
De Indus-cultuur
Rond het jaar 2500 voor onze jaarteling (4500 jaar terug) bloeide in de buurt van de rivier
een rijke cultuur, de Indus-cultuur. Uit archeologische opgravingen blijkt dat de Indus-cultuur
een vrij hoogstaande beschaving moet zijn geweest. Er worden ook grote steden gebouwd:
Harappa en Mohenjodaro. Uit opgravingen van de Indus-cultuur blijkt ook iets over de
godsdienst die men in die tijd had. Een aantal dieren werden als heilig beschouwd, ze
voerde rituele reinigen uit en er zijn afbeeldingen bekend van goden die een
lichaamshouding hebben die sterk doet denken aan hindoeïstische yogahoudingen.
Door dit soort gegevens zijn wetenschappers tot de conclusie gekomen, dat de Indus-cultuur
een godsdienst had, die belangrijke overeenkomsten heeft met wat we tegenwoordig het
hindoeïsme noemen.
Geschreven teksten: de veda’s
De oudste hindoeïstische geschriften, de veda’s, stammen uit een periode waarin de bloeitijd
van de Indus-cultuur al weer voorbij was. Het gaat over de periode van ongeveer 1200 tot
500 voor onze jaartelling. Veel hindoes zien dit als een belangrijke tijd: naast het feit dat er
belangrijke boeken werden geschreven, werden in deze periode ook rituelen ontwikkeld die
nog steeds de kern vormen van de hindoeïstische geloofspraktijk.
Veda’s heilige geschriften. Veda betekent wijsheid.
Vedische tijd periode waarin de veda’s ontstonden: 1200-500 voor onze jaartelling.
Vedisch de taal waarin de veda’s geschreven zijn. Hieruit is het Sanskriet ontstaan.
In het huidige hindoeïsme wordt vaak teruggegrepen op teksten en gewoonten die al in de
vedische tijd zijn ontstaan. Toch is er in die duizenden jaren die verstreken zijn veel
veranderd. De goden die in de vedische tijd heel belangrijk werden gevonden, spelen
tegenwoordig een veel minder grote rol. En Shiva en Vishnu, die voor tegenwoordige
hindoes heel belangrijk zijn, speelden toen juist nog een veel kleinere rol.
Andere heilige geschriften
De tijd na de vedische tijd heet ‘de tijd van het oudere hindoeïsme’. Deze periode duurde van
500 voor het begin van onze jaartelling tot 800 erna. Je kunt pas vanaf 500 voor Christus
spreken van het hindoeïsme. In de tijd van de Indus-cultuur en in de tijd van de veda’s waren
er al wel veel teksten en rituelen die aan het hindoeïsme doen denken, maar er waren toch
ook nog heel grote verschillen met het hindoeïsme van nu.
Een belangrijke tekst uit die tijd is het ‘Mahabharata’, geschreven tussen 200 voor Christus
en 200 na Christus. Een bepaald onderdeel is nog steeds populair: de Bhagavadgita. Dit
wordt door veel hindoes beschouwd als hun belangrijkste heilige boek.
In dit boek staat een gesprek beschreven tussen Arjuna en zijn wagenmenner Krishna.
Krishna blijkt uiteindelijk een gedaante van de god Vishnu te zijn.
Wanneer is het hindoeïsme ontstaan?
2500 voor onze jaartelling begon de vedische tijd.
500 voor onze jaartelling begon het hindoeïsme.
Hindoeïsme: een verzamelnaam
In elke godsdienst is het zo dat gelovigen het over bepaalde dingen wel, en over andere
dingen niet met elkaar eens zijn. In het hindoeïsme geldt dat nog veel sterker dan in de
andere wereldgodsdiensten. Vanaf het begin zijn er binnen het hindoeïsme al grote
verschillen geweest. De meeste hindoes vinden dat ook niet erg. Ze vinden godsdienst een
persoonlijke zaak en leggen meer de nadruk op wat je doet dan op wat je gelooft. Het
hindoeïsme kent geen instanties die vaststelt wat de ware leer is en die in de gaten houdt of
iedereen zich daar wel aan houdt.
4
, Hindoes in onze tijd
Ook na de tijd van het oudere hindoeïsme bleef de godsdienst steeds in beweging. Een
bekend voorbeeld van zo’n verandering is het leven en werk van Mahatma Gandhi.
Gandhi leefde van 1869 tot 1948. In zijn tijd speelde het kastenstelsel een belangrijke rol in
de samenleving. Het is een systeem waarin de samenleving in verschillende lagen was
verdeeld. Het werd al eeuwenlang in de hindoewereld geaccepteerd. Toch kwam Gandhi
ertegen in opstand. Volgens hem is in de ogen van God iedereen gelijk.
De hindoes in Nederland horen voor het grootste deel tot twee stromingen binnen het
hindoeïsme: de Arya Samay en de Sanatan Dharm.
Wat geloven hindoes?
Leer en praktijk
Er zijn hindoes die geloven dat de hoogste god een persoon is. God heeft voor hen een min
of meer menselijke gedaante: hij kan praten, denken en dingen doen.
Andere hindoes geloven niet dat god persoonlijk is. Zij geloven in een goddelijk principe dat
de oorsprong en het doel van al het leven is. Dat principe, dat ‘Brahman’ genoemd wordt,
kan volgens hen niet praten, denken of dingen doen.
Dat er zulke grote verschillen zijn in denken en geloven, heeft waarschijnlijk te maken met
het feit dat het hindoeïsme in de eerste plaats gericht is op de praktijk, en niet op de leer. Het
hindoeïsme leert mensen hoe ze in het leven kunnen staan, en pas op de tweede plaats
komen allerlei theorieën over de hogere werkelijkheid.
Hogere werkelijkheid (transcendente werkelijkheid)
Er is meer dan alleen de wereld die we om ons heen zien. Er zijn hindoes die geloven dat de
transcendente werkelijkheid persoonlijk is. Deze opvatting leefde al in de tijd van de veda’s.
daarbij wordt ervan uitgegaan, dat er een persoonlijke oppergod is die alles bestuurt.
Andere hindoes geloven in een onpersoonlijke transcendente werkelijkheid. Zij zien het
hogere als een soort van energie, een goddelijk principe.
Naast het geloof in een persoonlijke of onpersoonlijke hoogste werkelijkheid, geloven
hindoes ook in het bestaan van meerdere goden. We noemen het hindoeïsme een
polytheïstische godsdienst: er is meer dan een god.
Het hindoeïsme kent duizenden goden. Er zijn goden die wereldwijd door veel hindoes
worden vereerd, zoals de god Shiva, maar er zijn ook veel goden die alleen in bepaalde
plaats of voor een bepaalde familie belangrijk zijn.
Atman en Brahman
Veel hindoes geloven in een goddelijk principe, dat Brahman genoemd wordt. Daarbij wordt
vaak gedacht, dat de wereld ontstaan is vanuit het Brahman, met Brahman is alles
begonnen. Ook mensen zijn volgens deze opvatting ontstaan vanuit het goddelijke. Sterker
nog: in ieder mens is een diepe kern bewaard gebleven die rechtstreeks voortkomt uit het
goddelijke.
De diepste kern van een mens wordt Atman genoemd. Een bekende stelling in het
hindoeïsme is de uitspraak ‘Atman = Brahman’. Daarmee wordt bedoeld dat de diepste kern
van het mens-zijn (Atman) gelijk is aan de hogere werkelijkheid (Brahman).
Karma en reïncarnatie
Een heel belangrijke gedachte in het hindoeïsme is het geloof in reïncarnatie. De
wedergeboorte, opnieuw geboren worden. Hindoes geloven dat een mens na de dood
opnieuw geboren wordt. In wat voor leven je na de dood terechtkomt, hangt af van de manier
waarop je geleefd hebt. Alle daden die een mens in zijn leven verricht, vatten hindoes samen
met de term karma. Karma is het geheel van wat je in je leven gezegd, gedaan en gedacht
hebt. Bij de wedergeboorte word je in feite een heel nieuw persoon. Alleen het Atman, de
diepste van een mens, wordt opnieuw geboren.
5