Werkgroepen/ zelfstudie ZHBII
Werkgroep/ zelfstudie 1; spier- en peesletsels in de sport
1. Welke typen skeletspiervezels zijn er en waarin onderscheiden ze zich van
elkaar?
Er zijn verschillende typen skeletspiervezels.
Type I: langzame/ slow-twitch spiervezels met grote hoeveelheden
mitochondria omgeven door veel capillairen (kunnen een lang
aeroob metabolisme volhouden)
Type II: snelle/ fast-twitch spiervezels
- IIa: meer kracht dan type I, minder lange duur
- IIb: zeer krachtige, nog minder lange duur lage hoeveelheid
mitochondria en capillairen, maar een hoge glycolitische
capaciteit
- IIx: tussen IIa en IIb
De verschillende skeletspiervezels onderscheiden zich op metabolisch en
fysiologisch niveau. Onderscheid tussen kracht en uithoudingsvermogen
op fysiologisch niveau. Op metabool niveau zie je verschillen in de
hoeveelheden mitochondria, glycolytische capaciteit en omliggende
capillairen. De een werkt vooral via de glycolyse en de ander via het
aerobe metabolisme (afhankelijk van de aanvoer van zuurstof en dus van
aanvoerende capillairen). Slow-twitch vezels hebben grote hoeveelheden
ATPase.
2. Uit welke functionele eenheden is een spier opgebouwd?
Sarcomeren zijn de functionele eenheden waaruit spieren zijn opgebouwd.
Een spier is opgebouwd uit myosine en actine filamenten.
,Een spier bestaat uit verschillende fascicula die
weer bestaan uit verschillende spiervezels.
De spier is omgeven door het epimysium, het
fasciculum is omgeven door het perimysium en de
spiervezels zijn omgeven door het endomysium.
Spiercel/ spiervezel is een lange structuur met
meerdere kernen, hierom heen zit het endomysium
(bindweefsel). De bundels vormen grotere
eenheden omgeven door het perimysium en de
totale spier met het epimysium. Er is dus een
opbouw in lagen.
3. Beschrijf het fysiologische proces van het contraheren van spierweefsel.
Het fysiologische proces begint als een actiepotentiaal optreedt in een
motorneuron en deze via het axon naar de motorische eindplaat
verplaatst. Hier geven vesikels acetylcholine af wat over de synapsspleet
diffundeert en hecht aan receptoren op het sarcolemma. De spiervezel
actiepotentiaal zorgt voor depolarisatie van de transversale tubuli op het
sarcomeer. Deze depolarisatie zorgt voor de afgifte van Ca2+ door het
sarcoplasmatisch reticulum.
Vervolgens bindt vrij Ca2+ aan troponine (bindingsplaats voor Ca2+ zit op
troponine) waardoor tropomyosine (hieronder ligt de bindingsplaats voor
myosine op actine) zich verplaatst en de bindingsplaatsen op de actine
filamenten bloot komen te liggen, de bindingsplek voor myosine aan
actine komt vrij te liggen.
Kopjes van myosine zijn gebonden aan ADP en Pi. ATP aan myosine kopje
verbreekt de binding tussen myosine en actine.
Actine activeert ATPase wat ATP splitst in ADP en een fosfaatgroep en
energie. Actine bindt met een cross bridge aan myosine in actieve staat,
de energie die vrijkomt bij de reactie zorgt dat de myosinekop omklapt.
Als een nieuw ATP-molecuul bindt wordt de cross bridge verbroken, ATP
wordt dan gehydrolyseerd en de myosinekop wordt weer geactiveerd en
gaat terug naar zijn originele positie.
Met dystrofine wordt de contractie doorgegeven van actine aan het
sarcolemma. Het sarcolemma is verbonden met het endomysium wat
verbonden is aan het perimysium wat weer verbonden is aan het
epimysium. Het epimysium loopt door naar het peritendineum om de
pees.
,ATP is dus nodig voor de relaxatie van de spieren, als er ATP is bindt dit
aan myosine, als dit er niet is bindt myosine aan actine en ondergaat het
bij de vorming van Pi een conformatieverandering.
4. Welke soorten spieractiviteiten kunnen worden onderscheiden?
Er kunnen drie verschillende soorten spieractiviteiten worden
onderscheiden:
Concentrisch: de spier verkort – kost het meeste energie
Excentrisch: de spier verlengt
Isometrisch: de spier is statisch
Bij excentrische spieractiviteit zie je passieve insufficiëntie, bij
concentrische spieractiviteit zie je actieve insufficiëntie.
Casus 1
5. Welke spieren behoren tot de hamstrings? Is er nog onderscheid te
maken in die spieren t.a.v. hun verloop langs de knie?
De hamstrings bestaan uit drie spieren; de m.
biceps femoris, m. semitendinosus, m.
semimembranosus. Je ziet dat twee van de
spieren mediaal van de knie verlopen; m.
semintendinosis en m. semimembranosus. De
insertie van beide spieren is de condylus
medialis tibialis. De ander de m. biceps
femoris verloopt lateraal van de knie tot de
proximale fibula. De insertie van deze spier is
de caput fibula. De hamstrings zijn de flexoren
van de knie.
6. Welk aanvullende vragen kan de fysiotherapeut stellen?
Roodheid/ hematoom/ zwelling?
Krachtsverlies?
Beperking van beweging?
Wanneer is er pijn/ hoe intensief is de pijn?
Koorts?
- Stijfheid, zwelling, roodheid, hyperlaxiteit. Specifieke lokalisatie
pijn, wanneer is de pijn het ergst
- Voorgescheidenis – bekend met problemen in de hamstrings
7. Welk lichamelijk onderzoek kan de fysiotherapeut verrichten?
- Actief spieronderzoek: ROM
- Passief spieronderzoek: ROM
- Weerstandstesten; aanspannen en rek pijnlijk
, - Palpatie: delle, zwelling, hypertone en verdike spier
- Inspectie letten op ecchymosen, zwelling, temperatuur, kleur,
vochtgehalte/ is er atrofie te zien?
ook de gewrichten erboven en onder onderzoeken (beeld van de
volledige keten)
8. Wat is een ander woord voor spierspanning of verhoogde
spierspanning die de fysiotherapeut vindt? Wat wordt die regulatie
van spierspanning door veroorzaakt?
Een ander woord voor een verhoogde spierspanning is hypertonie.
Spierspanning wordt veroorzaakt door het motor centrum en kan komen
door interne of externe stress van de spier. Er is motorfeedback vanuit de
spier zelf.
Regulatie: motor neuronen vuring bepaald de spierspanning –
neurologisch bepaald. Er zijn pees/ spier orgaantjes die de spanning
monitoren en terugkoppelen als sensibele feedback.
9. Waarom zou de stijfheid afnemen tijdens de warming up?
Spier wordt warm, door een hogere temperatuur gaan bepaalde enzymen
in de spier ook beter werken. Daarnaast wordt de spier beter doorbloed
wat ervoor zorgt dat er meer toevoer is van glucose en minder ophoping
van afvalproducten. Hierdoor neemt de stijfheid van spieren af na de
warming up.
Spieren worden gerekt en de tonus verlaagd snellere relaxatie en
contractie met hoger metabolisme.
10. Wat is een waarschijnlijkheidsdiagnose op dit moment?
De waarschijnlijkheidsdiagnose op dit moment is een acute
spierverrekking. Acute hamstringblessure sprinttype.
spierverrekking of ruptuur
11. Kijken naar de anatomie, in welk deel van de hamstring is de
blessure naar alle waarschijnlijkheid gelokaliseerd?
De blessure van de hamstring is in alle waarschijnlijkheid gelokaliseerd in
de spierpees overgang (turnen, excentrische bewegingen), zeldzamer als
een scheur in de spierbuik (explosieve sporten). Vaak is de getroffen spier
in de spierbuik van de musculus biceps femoris.
12. Welke behandelingen kunnen worden ingezet in de kleedkamer en
de eerste dagen? Welk acroniem wordt ook wel gebruikt?
In het acute stadium doe je eerst de RICE-regel toepassen. oud
acroniem
Rust - Immobilisatie – compressie – elevatie tegenwoordig de POLICE (=
protectie – optimale loading – Immobilisatie/ijs – compressie – elevatie).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Linaadriaansens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,90. Je zit daarna nergens aan vast.