Inleiding
Definitie van literatuur:
Doutzenberg:
1. Boeken en artikelen die iemand raadpleegt voor eigen boek/schrijfsel
2. Triviale literatuur/letterkunde: teksten die gelezen worden omdat men ze mooi ,spannend en
ontroerend vindt. Tegenovergestelde is ontspanningsliteratuur/lectuur (bv strips). Welke is
bepaald door “communis opinio” (algemeen aanvaarde mening), moeilijker bij recente
teksten.
Hotterbeekx:
Teksten die voldoen aan 4 (suggestieve) kenmerken
1. Tijdloos (je weet niet of het in de toekomst nog bewaard is)
2. Kwaliteit (wat is kwaliteit; polyinterpretabel)
3. Bepaalde stijl
4. Fictief (soms gebaseerd op dingen die waargebeurd zijn)
Werken in Doutzenberg gekozen uit ‘literaire canon’: werken beschouwd als belangrijkst van auteur.
Hoofdstuk 2
Tekst heeft met elkaar samenhangende:
Vorm: het “hoe” van een tekst, 2 hoofdgenres:
- Proza: teksten waarvan regellengte afhankelijk is van papierbreedte
- Poëzie/dichtkunst: regellengte onafhankelijk van bladspiegel maar bepaald door schrijver
Inhoud: het “wat” van een tekst, 4 hoofdgenres:
- Epiek (fictioneel): teksten waarin verhaal verteld wordt, verhalende literatuur. Periode.
Sub genres in proza: “eenvoudige vormen” (mondeling, simpel, fantasievol)
1. Sprookje: kort verhaal opgebouwd uit tegenstelling goed/kwaad (& arm/rijk),
begint met er was eens/op een dag. Na lange mondelinge periode gebundeld in 2
werken: Perrault: “les contes de ma Mère l’Oye” (1697) en Grimm: “Kinder- und
Hausmärchen” (1814) en “duizend en een nacht” uit Arabië (18e, Frans vertaald)
2. Sage: langer verhaal over belangrijke personen en indrukwekkende
gebeurtenissen. Kleine kern waarheid: bestaand personage/plaats/gebeurtenis.
Westerse sagen:
a. Grieks-Romeinse (“strijd om Troje”)
b. Germaanse (“Tijl Uilenspiegel”)
c. Keltische (“Arthur en de ridders van de Ronde Tafel” en “de graal)
3. Mythe: verhaal over bovennatuurlijke gebeurtenissen en personen (goden)
waarmee primitieve mens zaken die hij niet begreep verklaarde (oorspronkelijk
dus didactisch). Soorten:
a. Grieks-Romeinse (“Orpheus en Eurydice”)
b. Christelijke (voorstelling hiernamaals met hemel en hel; Bijbel (?!)
4. Legende: Zuiver christelijk: kort verhaal waarin men toont hoe God zich met het
leven van de mens bemoeit (“De wandelende Jood” en “Beatrijs”) (ook didactisch
karakter).
Sub genres in poëzie:
1. Ballade: een lied (gedicht dat gezongen kan worden) waarin eenvoudig verhaal
wordt verteld. Veel herhalingen. Eenvoudige vorm.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roméevandenbergh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.