Contextuele hulpverlening.
Het begrip context.
In de contextuele benadering verwijst het begrip context naar het netwerk van betekenisvolle
relaties. Mensen worden niet als opzichzelfstaand individu gezien, maar als onderdeel van
een netwerk. Hiertoe behoort de kleine kring van het gezin waartoe iemand behoord, maar
ook het grotere – intergenerationele – familieverband. De contextuele benadering heeft veel
aandacht voor de samenhang tussen 4 generaties waaruit iemand is voortgekomen:
grootouders, ouders, kinderen en kleinkinderen.
Het begrip context verwijst naar het hele netwerk van gegeven en betekenisvolle verworven
relaties.
- Gegeven relaties: deze relaties maken deel uit van iemands leven, simpel doordat
hij in dit gezin/deze familie geboren is. Het zijn relaties die niet verbroken kunnen
worden; men houdt niet op met iemands moeder, vader of kind zijn
- Verworven relaties: relaties die iemand in de loop van zijn leven opdoet, die men
verwerft. Bijvoorbeeld: schoonouders.
In het contextuele denken wordt ervan uitgegaan dat een groot deel van de pijn en de
vreugde in het persoonlijke leven en in de levensgeschiedenis van een persoon wordt
bepaald door de (intergenerationele) contact waarbinnen hij geboren is. Er wordt gekeken
naar 4 aspecten:
- Nature (erfelijke aanleg): eigenschappen die door genetische aanleg zijn bepaald
(donker haar, dyslexie, enz). Soms slaat een eigenschap een generatie over.
- Nurture (sociale omgevingsfactoren): opvoeding, leefomstandigheden,
karaktereigenschappen, talenten, enz.
- Gebruiken en gewoonten: gaat om dingen die ‘wij’ als gezin altijd zo doen, terwijl
het er in andere gezinnen heel anders aan toe gaat.
- Normen en waarden: opvattingen over wat hoort en wat niet hoort, worden vaak
impliciet en expliciet overgedragen.
Relationele ethiek.
Fundamenteel in deze benadering van Nagy is dat hij ervan uitgaat dat de basis van
menselijke relaties wordt gevormd doordat mensen aan elkaar geven en van elkaar
ontvangen. Dit leer je in het gezin waarin je opgroeit, evenals de balans hiertussen. Geven
en nemen is namelijk een wederzijds gebeuren: in gezonde relaties zijn de betrokkenen vrij
om aan elkaar te geven, voor elkaar te zorgen én om van elkaar te ontvangen.
De contextuele benadering onderscheidt vier dimensies die invloed hebben op relaties
tussen mensen; de vier dimensies van de relationele werkelijkheid:
1. De feiten: objectieve gegevens die echt waar zijn en gebeurtenissen die in
werkelijkheid hebben plaatsgevonden (bijv. geslacht, plaats in de kinderrij, adoptie,
ziekte of gezondheid, echtscheiding, overlijden, sociaaleconomische
omstandigheden, enz.). Feiten van voorgaande generaties zijn ook van belang, want
deze hebben consequenties voor het leven van de nakomelingen.
sommige feiten worden onrecht genoemd: gebeurtenissen die een beschadigend
effect op het leven van een mens hebben. Hierin worden twee soorten
onderscheiden:
1) Verdelend onrecht/toedelend onrecht: onrecht waaraan niemand direct
schuld heeft of verantwoordelijk voor is; het overkomt een mens en het heeft
consequenties voor zijn leven en voor de volgende generatie (bijv. ziekte,
overlijden, werkloosheid, opgroeien in oorlogssituatie, enz.)
2) Vergeldend onrecht: onrecht en leed dat mensen elkaar bewust of onbewust
aandoen; er is iemand verantwoordelijk voor wat er is gebeurd of aangedaan
(bijv. misbruik, mishandeling, verwaarlozing, enz.).
Verdelend onrecht kan leiden tot vergeldend onrecht.