Kerninzichten
Hoofdstuk 9 meten
De grootheden kunt kwantificeren om situaties in de omgeving te beschrijven
Het effectief is om standaard maten te gebruiken
Verfijning van maten leidt tot nauwkeuriger meten
Relaties tussen metrische maten kunnen worden herleid in machten van 10
23. De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken
24. De leerlingen leren praktische en formele rekenwiskundige problemen op te lossen en
redeneringen helder weer te geven
25. De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken-wiskundige-problemen te
onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen
33. De leerlingen leren meten en leren rekenen met eenheden en machten, zoals bij tijd,
geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur
1F van km naar m, van m naar dm, cm, mm. van l naar dl,cl,ml en van kg naar g,mg
Voor niveau 1S komt daarbij: kennis van de oppervlakte maten, werken met samengestelde
grootheden, inzicht hebben in decimale structuur
Alle leerlingen moeten meetinstrumenten kunnen aflezen, eigen referentiematen
ontwikkelen, omtrek en oppervlakte moeten kunnen berekenen. Leerlingen op 1S moeten
daarvoor de formules toepassen
Grootheden in het basisonderwijs lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, tijd, temperatuur
en snelheid. Kinderen leren begrijpen waar het om gaat en leren meten met die grootheden
In het kringgesprek gaat het over licht en zwaar. Voor de kleuters is dit een oriëntatie op de
grootheid gewicht
Hoe en grafiek ontstaat bij elke tijdseenheid komt een snelheidsmeting te staan. Ze leren
wat je aan zo’n grafiek kunt aflezen. Meer inzicht in de grootheid snelheid
Snelheid is een samengestelde grootheid het is de afgelegde afstand per tijdseenheid
Kinderen verwerven het inzicht dat je grootheden kunt kwantificeren om situaties in de
omgeving te beschrijven
In de onderbouw meten kinderen dingen door ze 2 aan 2 te vergelijken en zijn de
beschrijvingen nog kwalitatief
Grootheid datgenen wat je kunt meten
Het accent lift in de onderbouw op het begrijpen van wat lengte, oppervlakte, inhoud,
gewicht, tijd, temperatuur en snelheid betekenen
Bij meten hoort ook het rekenen met geld. Geld is de maat voor (economische) waarde
Kwantificeren het koppelen van een getal aan een grootheid. Om te kwantificeren heb je
een maateenheid of maat nodig
Alle maateenheden kunnen worden verfijnd om nauwkeuriger te kunnen meten (cm, mm
etc.)
Meten is in feiten het afpassen met een maat. Door het afpassen met een maat kun je een
getal aan de grootheid toekennen
Het is belangrijk dat kinderen zelf ervaring opdoen met meten, meest gebruikte
meetinstrument op de basisschool is de liniaal
Afspraken maken over de maateenheid, als je dit niet doet zeggen de meetresultaten niet
veel