Commercie I
Zie studiewijzer/leerdoelen op Blackboard
Boek: Business Model Generatie
Toetstof: hoofdstuk 1, 2 en 4
In week 3 geen les maar wel online opdracht via de mail! alleen bij voldoende mag je
tentamen maken.
Kennis uit de lessen gebruiken we bij de projecten buying en collectie.
Tentamen is multiple choice.
Commercie: uitwisselen van geld tegen goederen
Hoorcollege 1
Business Model Canvas: 9 bouwstenen
1. Klantsegmentatie: wie is de klant? Wat is mijn doelgroep? Wat zijn de wensen/eisen van
mijn doelgroep -> vanuit de klant denken.
2. Waarde propositie: voor welke waarde gaat de klant betalen? Welke waarde leveren wij?
(bijv. Uber: “gemak” als waarde propositie).
3. Klantrelatie: de tool waarmee je relatie met klant opbouwt (bijv. Uber: de app, bij Albert
Heijn de bonuskaart). Belangrijk voor lange termijn.
4. Bereiken van klant/kanalen: bijv. fysieke winkel of webshop.
5. Kern partners: belangrijke relaties/bedrijven waarmee je samenwerkt, om te kunnen
groeien/opereren/medewerkers goed functioneren. (bijv. media, uitzendbureaus,
bemiddelaars, leveranciers, overheidsinstanties, gemeente).
6. Kern activiteiten: wat is jouw core business, wat doe je? (bijv. productie, handel, verkoop,
inkoop, retail, groothandel).
7. Belangrijkste bronnen: (bijv. gemotiveerde medewerkers, exclusieve toegang/positie,
grondstoffen, kennis, ervaring, feit dat je duurzaam kan produceren).
8. Kosten structuur: kostenplaatje, wat kost het mij om dit bedrijf te runnen? Winst &
verliesrekeningen. (Bijv. Huur, inkoop, medewerkers, transport, magazijn, opslag, ruimte,
energie, verzekering).
9. Omzet/inkomstenstromen: hoe ga je omzet genereren? Wat is de kostprijs? Wat zijn mijn
opbrengsten? Hoe ga je het vergroten?
, Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen
Een businessmodel moet duurzaam zijn.
Er wordt ook gebruik gemaakt van de ppp’s -> people, planet, profit.
Hoorcollege 2: klantsegmentatie (customer segment)
Klantsegmenten: de verschillende groepen mensen of organisaties die een onderneming wil bereiken
of bedienen. Zo kan je beter voldoen aan de wensen van de klant door zijn taken, wensen en
pijnpunten in kaart te brengen.
Waarom segmenteren bedrijven? Zodat ze per segment en per doelgroep een aangepast
marketingbeleid kunnen ontwikkelen.
Verschillende soorten klantsegmenten:
Massamarkt: focussen allemaal op één grote groep van klanten, die in grote lijnen
vergelijkbare behoeften en problemen hebben.
Nichemarkt: op maat afgestemd op de specifieke eisen. bijv. veel fabrikanten van auto-
onderdelen zijn afhankelijk van aankopen van grote autofabrikanten.
Gesegmenteerd: vergelijkbare, maar verschillende behoeften en problemen De retailtak
van een bank als Credit Suisse bijvoorbeeld, kan een onderscheid maken tussen een grote groep
klanten, die ieder assets bezitten met een waarde tot US $100.000, en een kleinere groep
welgestelde klanten, die allemaal een nettowaarde van boven de US $500.000 hebben.
Gediversifieerd: bedient twee niet met elkaar samenhangende klantsegmenten met zeer
verschillende behoeften en problemen. Amazon met hun online verkoop en on-demand
service.
Multi-sided platforms: bedienen twee of meer onderling afhankelijke klantsegmenten. Deze
platforms zijn alleen van waarde voor de ene groep klanten als de andere groepen ook
aanwezig zijn. Creëert waarde door de interacties te faciliteren tussen de verschillende
groepen (creditcards verbinden winkeliers aan kaarthouders). De crux is dat ze alle groepen
tegelijk moet aantrekken en bedienen om waarde te creëeren (kip-of-ei-dilemma; videogame
console zal alleen kopers aantrekken als er genoeg games zijn en andersom). Oplossing is een
kant verleiden met een gesubsidieerd aanbod. evenzo heeft een bedrijf dat een gratis krant
aanbiedt een groot lezersbestand nodig om adverteerders aan te trekken. Aan de andere kant heeft
het ook adverteerders nodig om de productie en distributie te financieren
Klantsegmenten bepalen (!):
- Demographic criteria: bevolking/populatie, aantal vrouwen, mannen etc. je afzetgebied; in
welke regio/land (bijv. in steden met minimaal 5000 mensen).
- Geographic criteria: Seizoenen, ruimte en klimaat (in het zuiden is het warmer).
- Socio-economic criteria: bruto binnenlands product (bbp), inflatie. Kijkt naar de economische
situatie van een land en neemt aan de hand daarvan een beslissing om een collectie/winkel te
lanceren etc.