100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Wereldeconomie €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Wereldeconomie

8 beoordelingen
 540 keer bekeken  45 keer verkocht

Goede samenvatting: gedetailleerd, bevat nuttige grafieken/tabellen/overzichten en is een mooie doorlopende tekst, waarin belangrijke begrippen staan dik gedrukt. Uitgebreide behandeling van de stof in duidelijke en begrijpbare taal.

Voorbeeld 5 van de 27  pagina's

  • Ja
  • 8 juni 2017
  • 27
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)

8  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ninahrlr04 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: milavanderm • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: willemverhoeven • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: khofstra • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: timvanzomeren • 5 jaar geleden

Uitgebreide uitleg maar heel veel spelfouten en zinnen die totaal niet lekker lezen

review-writer-avatar

Door: robertjonker3367 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: pabulum • 5 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
rubententhije
Wereldeconomie
Organisaties
BRIC-landen Brazilië, Rusland, India, China (en Zuid-Afrika)
OESO Opgericht door West-Europa, de VS, Canada en Japan
met de bedoeling om de Marshallhulp in goede banen te
leiden, tegenwoordig zijn ook Mexico, Polen, Tsjechië,
Israël en Zuid Korea lid en dient de organisatie
voornamelijk het doel van samenwerking op sociaal
economisch terrein.
International Monetaire Opgericht in 1944 om betalingsverkeer internationaal
Fonds (IMF) soepel te laten verlopen ook helpt het IMF landen met
betalingsproblemen.

Wanneer het IMF een land iets leent gebeurt dit altijd in
stukjes. Voordat elk stukje ontvangen wordt door dat
land moet het eerst aan een aantal eisen voldoen.
Wereldbank Onderdeel van het IMF, houdt zich bezig met
ontwikkelingslanden en stelt bijvoorbeeld ook de
armoedegrens ($ 1,25 per dag).
United Nations Organisatie van de VN die zich bezighoud met de
Conference on Trade problemen van ontwikkelingslanden.
and Development
(UNCTAD)
Trojka EU, Europese Commissie en het IMF

Welvaart
Een veel gebruikte maatstaf voor de welvaart van een land is het BBP per hoofd
van de bevolking. Dit heeft echter zijn gebreken want niet alleen gemiddeld
inkomen stelt of een land welvarend is. Daarom hanteert men ook de
zogenaamde Human Development Index (HDI). Hierin worden ook zaken als
levensverwachting (gezondheidszorg), onderwijs en koopkracht meegeteld.

Wisselkoersen
Een wisselkoers geeft aan hoeveel de ene munt waard is in vergelijking met de
andere. Dit zegt echter niet over de koopkracht. Men kan bijvoorbeeld voor 1 euro in
Nederland niet zoveel kopen, maar in Afrika waar de prijzen laag zijn zou men heel
veel kunnen kopen.
Om het probleem omtrent koopkracht ook in de koers te betrekken gebruikt men af
en toe in plaats van de feitelijke koers de koopkrachtpariteit. De koopkrachtpariteit
is simpelweg de omrekenfactor van koopkracht.

,Men stelt deze vast door een standaardpakket aan goederen en diensten te nemen
en te kijken hoe duur dit pakket in elk land is, uitgedrukt in lokale munteenheden.
Vervolgens weet men dus hoeveel koopkracht de ene munt is in de andere munt.
Bijvoorbeeld: een Big Mac kost in de VS $ 6,- en in Nederland € 3,-. In koopkracht
zijn dus 6 Dollars gelijk aan 3 euro. Oftewel de koopkrachtpariteit is € 1= $ 2.
Er doet zich echter met zowel de feitelijke wisselkoers en de koopkrachtpariteit als
het BBP per hoofd van de bevolking een probleem voor. Men gebruikt telkens het
gemiddelde en dit zegt niets over of dit wel eerlijk over de bevolking verdeeld is.
Koopkrachtpariteit is echter een theoretische situatie. Als er namelijk sprake is van
relatief goedkopere prijzen dan zal dat land veel exporteren en zal de wisselkoers
stijgen tot de juist koopkracht verhouding de koopkrachtpariteit is dus een
theoretische situatie.
Formule wisselkoers koopkrachtpariteit:
𝑃𝑟𝑖𝑗𝑠𝑖𝑛𝑑𝑒𝑥 𝑙𝑎𝑛𝑑 𝐵
𝑉𝑎𝑙𝑢𝑡𝑎 𝑙𝑎𝑛𝑑 𝐴 =
𝑃𝑟𝑖𝑗𝑠𝑖𝑛𝑑𝑒𝑥 𝑙𝑎𝑛𝑑 𝐴



Betalingsbalans
De betalingsbalans is een overzicht van alle ontvangsten uit het buitenland en alle
betalingen aan het buitenland. De betalingsbalans bestaat uit 2 onderdelen:
 De Lopende rekening
o Export en import van goederen
o Export en import van diensten
o Export en import van factordiensten
 De kapitaalrekening
De import en export van goederen noemen we ook wel de handelsbalans of de
goederenrekening en betreft dus in feite het verschil tussen de uitgevoerde en
ingevoerde producten. Wanneer E > M dan is er sprake van een handelsoverschot
en bij E < M is er sprake van een handelstekort. De export en import van diensten is
niet te zien en wordt daarom ook wel het onzichtbaar verkeer genoemd. De export
en import van factordiensten betreft de in en uitvoer van productiefactoren, oftewel
middelen om producten te maken. De goederen en diensten zijn dus producten die al
af zijn, factordiensten zijn producten die nog niet af zijn, oftewel een van de 4
productiefactoren.
De kapitaalrekening gaat in tegenstelling tot consumptiegoederen over
kapitaalgoederen, maar daarover later meer (zie samenvatting wereldeconomie
hoofdstuk 4).

Export en Import
Hieronder nog een aantal formules die men voor de export en import moet kennen:

, 𝑊𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝐸𝑥𝑝𝑜𝑟𝑡
𝐸𝑥𝑝𝑜𝑟𝑡𝑞𝑢𝑜𝑡𝑒 =
𝑊𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝐵𝐵𝑃
𝑊𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝐼𝑚𝑝𝑜𝑟𝑡
𝐼𝑚𝑝𝑜𝑟𝑡𝑞𝑢𝑜𝑡𝑒 =
𝑊𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝐵𝐵𝑃
De export- en importquote kunnen als indicatoren voor de openheid van een
economie worden gebruikt, des te hoger des te opener de economie. Een gesloten
economie noemen we ook wel een autarkie. De waarde van het BBP en de
export/import is nominaal, hieronder de formules van de nominale import en export:
𝑁𝑜𝑚𝑖𝑛𝑎𝑙𝑒 𝑒𝑥𝑝𝑜𝑟𝑡 = 𝑟𝑒ë𝑙𝑒 𝑒𝑥𝑝𝑜𝑟𝑡  𝑒𝑥𝑝𝑜𝑟𝑡𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠
𝑁𝑜𝑚𝑖𝑛𝑎𝑙𝑒 𝑖𝑚𝑝𝑜𝑟𝑡 = 𝑟𝑒ë𝑙𝑒 𝑖𝑚𝑝𝑜𝑟𝑡  𝑖𝑚𝑝𝑜𝑟𝑡𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠
Nominaal houdt in dit verband in: in euro’s uitgedrukt en reëel betekend aantal
goederen. De simpele variant hierop is feitelijk gewoon:
𝑊𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 = 𝑣𝑜𝑙𝑢𝑚𝑒  𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠

Handelstheorie
Het verdelen van het productieproces in verschillende deeltaken noemen we
arbeidsverdeling of kortweg arbeidsdeling.
Bij internationale handel onderscheiden we verder nog twee begrippen:
wederuitvoer en doorvoer. Bij wederuitvoer koopt een Nederlands bedrijf zaken in
om dit vervolgens na een kleine bewerking weer door te verkopen, het product is dus
tijdelijk Nederlands. Bij doorvoer worden deze producten geen Nederlands eigendom
en worden ze hier gewoon feitelijk tijdelijk opgeslagen.
Internationale handel is altijd voordelig voor beide handelspartners, zelfs als een van
die partners alles goedkoper kan produceren. We gaan hierbij uit van de
handelswaardeleer van Ricardo. Die stelde dat de waarde van een product wordt
bepaald door de hoeveel arbeid die er in gaat zitten.

Comparatief voordeel
Als een land een voordeel heeft in het produceren van een product, dus het kan een
product goedkoper maken dan andere landen, spreken we van een absoluut
voordeel wanneer we het hebben over aantal euro’s wat ze goedkoper zijn, en over
een comparatief voordeel/relatief voordeel als we het bekijken in procenten. De
gezamenlijke welvaart is het hoogst als elk land zich toelegt (specialiseert) op het
product waar het het hoogste comparatieve voordeel bij heeft, aldus Ricardo. Om dit
beter te snappen illustreer je dit met een voorbeeld:
Twee landen: Nederland en België leggen zich toe op de productie van Kaas en
Friet, in de tabel zien we hoeveel uur het kost om elk te produceren:

Kaas Friet
Nederland 3 uur 9 uur
België 6 uur 12 uur

, We zien dus dat wanneer we de producten uitdrukken in prijzen van elkaar we de
volgende opofferingskosten krijgen voor beide landen:

Nederland:
− 1 Friet = 3 kazen
− 1 Kaas = 0,33 friet
België:
− 1 Friet = 2 kazen
− 1 Kaas = 0,5 friet

We zien dus dat Nederland voor elk frietje dat ze wil produceren, 3 kazen moet
opofferen en België voor elke frietje wat ze wil produceren 2 kazen moet opofferen.
België hoeft het minst op te offeren voor een frietje en heeft daar dus een
comparatief voordeel.

Verder zien we dat ditzelfde zich voordoet wanneer we kijken hoeveel frietjes elk
land moet opofferen om een kaas te produceren. Nederland offert dan slechts 0,33
friet op en België offert dan toch al 0,5 friet op. Omdat Nederland minder friet per
kaas hoeft op te offeren heeft Nederland een comparatief voordeel als het gaat om
kaas maken.

Ondanks het feit dat Nederland zowel kaas als friet goedkoper kan produceren
heeft België toch een comparatief voordeel. Dit is omdat men altijd moet kijken
naar de opofferingskosten en daarbij draait het om relatieve verhoudingen en niet
om absolute verschillen.


Internationale handel
We kunnen stellen dat zolang de internationale ruilvoet tussen de nationale
ruilvoeten ligt, beide landen voordeel hebben bij handel. Zie het voorbeeld te
verduidelijking:
1 frietje kost in Nederland 3 kazen en in België 2 kazen, de internationale
verhouding is 1 friet = 2,5 kazen. Beide landen hebben dan de volgende keus als
ze friet willen en wat ze hiervoor moeten opofferen:

Zelf friet produceren: opofferingskosten = 3 kazen
Kaas produceren om het vervolgens te ruilen, opofferingskosten = 2,5 kazen

Je ziet dus dat Nederland ondanks het feit dat ze alles goedkoper kan produceren
toch voordeel heeft bij het ruilen van kaas tegen Friet met bijvoorbeeld België.


Maximale welvaart
Hieronder nog een voorbeeld om te illustreren waarom de totale welvaart toeneemt
bij arbeidsdeling tussen landen:
Stel de productie in een werkweek van dezelfde lengte aan uren is voor twee
landen als volgt:

Hamburgers Taco’s

, VS 30 10
Mexico 40 20

De opofferingskosten zijn dan als volgt:

VS:
− 1 hamburger = 0,33 taco
− 1 taco = 3 hamburgers
Mexico:
− 1 hamburger = 0,5 taco’s
− 1 taco = 2 hamburgers

Als de VS en Mexico zich zouden specialiseren op het product waar ze het
hoogste comparatieve voordeel op hebben. De producten die ze vervolgens extra
maken kunnen ze dan met elkaar ruilen.

De VS zou dan haar taco’s vervangen door hamburgers dus: 10 x 3 = 30
hamburgers extra maken

Mexico zal al haar hamburgers vervangen door taco’s en dus 40 x 0,5 = 20 extra
taco’s maken.

De productie van de VS is dan nu 30 + 30 hamburgers en van Mexico 20 + 20
taco’s. stel dat de internationale ruilverhouding tussen de nationale
ruilverhoudingen ligt, dus bijvoorbeeld: 1 taco = 2,5 hamburger.

De VS kan nu haar 30 extra hamburger ruilen voor taco’s, wat ze 30: 2,5 = 12
taco’s oplevert. of Mexico kan nu haar extra 20 taco’s ruilen tegen hamburger wat
ze 20 x 2,5 = 50 hamburgers oplevert. Beide hebben nu meer producten dan dat
ze eerst hadden. De VS produceerde 10 taco’s maar kan met specialisering er nu
12 krijgen via ruil. Mexico produceerde eerst 40 hamburgers maar kan er nu 50
krijgen via ruil.



Comparatieve kosten
De comparatieve kosten hierboven bestonden tot dusver in de voorbeelden alleen uit
de arbeidskosten (het aantal uur van productie) ze zijn echter uit veel meer
opgebouwd aangezien producten naast de productiefactor arbeid, ook uit natuur,
kapitaal en ondernemerschap voortkomen. De comparatieve voordelen van een land
kunnen afhangen van:
− Natuur
o Klimaat
o Aanwezigheid van grondstoffen
− Arbeid
o Loonkosten
o Sociale rust (frequentie van staken etc.)
o Arbeidsproductiviteit
 Menselijk kapitaal (geschooldheid bevolking)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rubententhije. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73216 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  45x  verkocht
  • (8)
  Kopen