1
,2
,3
,Voorwoord
Dit verslag is een uitwerking van het beroepsproduct, onderdeel van de keuzecursus ‘Oncologische
zorg’ die binnen de Hogeschool Utrecht wordt aangeboden. Wij zullen in dit verslag klinisch
redeneren en onderzoekend vermogen toepassen op de casus die wij toegewezen hebben gekregen.
Dit betreft de casus van een patiënt die is gediagnosticeerd met een mammacarcinoom.
4
,1. Klinisch redeneren
1.1 Probleemoriëntatie/ klinisch beeld
Incidentie en prevalentie
Jaarlijks worden ongeveer 15.000 vrouwen en 120 mannen in Nederland gediagnosticeerd met een
invasief mammacarcinoom en ongeveer 2.300 met een carcinoom in situ. De incidentie stijgt jaarlijks
met anderhalf procent.
Op 1 januari 2021 waren in Nederland ongeveer 119.300 vrouwen met invasieve borstkanker en 780
mannen (VZinfo, z.d.).
Leeftijdscategorie en geslacht
Mammacarcinomen komen vooral voor bij vrouwen. Een vrouw heeft een kans van twaalf tot dertien
procent op het ontwikkelen van een mammacarcinoom gedurende het leven; vaak op een leeftijd
tussen de 45 en 75 jaar. Bij mannen zijn mammacarcinomen een stuk zeldzamer; een op de 100
patiënten is man (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2022).
Mogelijke risicofactoren en oorzaken
Hormonale factoren
Langdurige blootstelling aan het vrouwelijk hormoon oestrogeen verhoogt de kans op een
mammacarcinoom. Verhoogd risico geeft:
• Eerste menstruatie op jonge leeftijd;
• Overgang op latere leeftijd;
• Eerste kind na het 35e levensjaar;
• Geen of kortdurend borstvoeding geven;
• Langer dan vijf jaar hormoonsuppletie gebruiken rondom overgang (Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu, 2022).
Erfelijkheid
• Drager zijn van het borstkankergen BRCA1 of BRCA2, dat van ouder op kind wordt doorgegeven
(Haekens et al., 2021).
Omgevingsfactoren
• Zeer dicht borstspierweefsel
• Weinig lichaamsbeweging
• Dagelijkse alcoholconsumptie of roken
• Eerder doorgemaakt mamma-, ovarium-, endometrium- of coloncarcinoom
• Eerdere operatie van een goedaardige afwijking in de mammae
• Slikken van anticonceptiepil
• Overgewicht tijdens of na de overgang
• Bestraling van het bovenlichaam, vooral op jonge leeftijd (Haekens et al., 2021)
5
, Oncogenese
Oncogenese is het proces dat kwaadaardige tumoren laat ontstaan. Een oncogen is een genetisch
veranderd gen dat abnormaal actief wordt, wat leidt tot ongecontroleerde celgroei. Tevens kan een
mutatie in een tumorsuppressorgen plaatsvinden, waardoor er geen rem meer is op de celgroei (Van
der Biessen & Lolkema, 2021). Een mammacarcinoom is in 75-80 procent van de gevallen een
ductaalcarcinoom; ontstaan in de melkgangen (ducti) van de borst. Tien tot vijftien procent van de
mammacarcinomen is lobulair; ze zijn ontstaan in de melkklieren (lobuli). Ook gemengde vormen zijn
mogelijk.
Het mammacarcinoom is in 85% van de gevallen hormoongevoelig. De kankercellen worden door
oestrogeen of progesteron aangezet tot groei. Dit wordt aangegeven als oestrogeenreceptor-positief
(ER+) of progesteronreceptor-positief (PR+). Bij tien tot vijftien procent van de mammacarcinomen is
sprake van een HER2-neu over expressie. HER2 (human epidermal growth factor receptor 2) is een
receptor die zorgt voor extra snelle tumorgroei (Haekens et al., 2021).
Klachten en symptomen
Het meest voorkomende symptomen bij een mammacarcinoom is een anders dan normaal
aanvoelende verdikking, verharding van weefsel in de borst. Andere symptomen kunnen zijn: pijnlijke,
slecht genezende plek, veranderingen in vorm en grootte, warmte en roodheid, putjes of deukjes in
de huid of veranderde huidtextuur van de borst. Daarnaast kunnen veranderingen van de tepel
voorkomen, zoals een vocht lekkende, ingetrokken of pijnlijke tepel of tepelkorst (Pinkribbon, z.d.).
Psychische symptomen
Patiënten kunnen vermoeidheidsklachten ondervinden. Vermoeidheid wordt in stand gehouden door
mentale verwerking van het mammacarcinoom, behandeling hiervan of angst voor recidief. Tevens
worden verstoring van het slaap-waakritme, overgangsklachten (door endocriene therapie), pijn en
verandering van lichaamsbeeld geassocieerd met vermoeidheid. Daarnaast kunnen allerlei gevoelens
en emoties loskomen, zoals angst, frustratie, eenzaamheid en verdriet (Federatie Medisch
specialisten, z.d.).
Wijze van diagnostiek
Voor diagnose van een mammacarcinoom wordt gebruik gemaakt van vroegdiagnostiek, zodat de
tumor mogelijk in een vroeg stadium wordt ontdekt en daardoor curatief behandeld kan worden.
Vroegsignalering wordt gedaan door middel van het bevolkingsonderzoek, waarvoor alle vrouwen van
50 tot 76 jaar iedere twee jaar worden opgeroepen voor een mammografie. Daarnaast worden
vrouwen gescreend met verhoogd risico, na eerdere diagnose van mammacarcinoom, bij erfelijkheid
of na een eerdere thoraxwandbestraling. Tevens wordt regelmatig borstzelfonderzoek
aangemoedigd.
De diagnose wordt gebaseerd op ‘triple-diagnostiek’:
• Anamnese en lichamelijk onderzoek: inspectie en palpatie van de borst, beoordeling van
lymfeklieren in de oksel en bij het sleutelbeen op vergroting;
• Beeldvormend radiologisch onderzoek: mammografie en aanvullend echografie, eventueel MRI;
• Pathologisch onderzoek door middel van cytologische punctie of histologische biopsie (Haekens
et al., 2021).
6