Hoofdstuk 1.1, Mens en Recht
Doordat mensen allemaal verschillende belangen (Belangentegenstelling) hebben is dit het grootste
juridische probleem.
Eigenrichting= In een conflict je gelijk halen door zelf geweld te gebruiken. Het recht van de
(economisch) sterkste geld dan.
1.2 Organisatie rechterlijke macht
Alle rechters zijn lid van de zittende magistratuur, omdat de rechters blijven zitten als zij in de
rechtszaal aan het woord zijn.
Rechtelijke
Rechtbank= Dit is het eerste gerecht. Hierin worden juridische problemen macht
als eerste beoordeeld. De 11 rechtbanken kent meervoudige kamers met
3 rechtsprekende rechters en enkelvoudige kamers met 1
Hoge raad Gerechtshoven Rechtbanken
rechtsprekende rechter (kantorenrechter).
Gerechtshof= Als de partijen het niet eens zijn met de uitspraak van de rechtbank gaan ze hier heen
= vonnis). De partijen gaan in hoger beroep bij een van de 4 gerechtshoven (Het Hof). De rechters
heten hier raadsheren. Ook hier zijn meervoudige en enkelvoudige kamers.
Hoge raad= Als de partijen het nog niet eens zijn met de uitspraak van het gerechtshof (= arrest), is
het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om het conflict (geschil) voor te leggen aan de Hoge Raad,
je gaat in cassatie. In de Hoge Raad worden de rechters ook raadsheren genoemd. De Hoge Raad
spreekt met 5 raadsheren. De uitspraak van de Hoge Raad heet hier ook arrest.
Verschillen van in hoger beroep gaan (Gerechtshof) en in cassatie gaan (Hoge Raad):
• Bij in hoger beroep gaan kijkt het gerechtshof nog een keer of de rechtbank alle feiten goed heeft
beoordeeld, of er genoeg bewijs is en of het recht goed is toegepast. De uitspraak van het
gerechtshof komt i.p.v. het vonnis van de rechtbank.
• In cassatie wordt door de Hoge Raad opnieuw gekeken of de feiten wel kloppen en of het recht
juist is toegepast. Als dit niet zo is gaat de zaak weer naar de lagere rechter (rechtbank) en die moet
opnieuw een uitspraak doen.
1.3 Sancties op het niet-naleven van rechtsregels
Sanctie= een middel om naleving van bijvoorbeeld een voorschrift at te dwingen, of als straf voor
een overtreding.
Last onder dwangsom= De overtreder moet voor bijvoorbeeld elke dag dat hij de overtreding niet
ongedaan maakt een geldboete betalen. Het college van burgermeester en wethouders kunnen dit
opleggen.
Hoofstuk 2.1 onderscheidt privaatrecht – publiekrecht
Objectieve recht= De rechtsregels die voor de overheid zijn vastgesteld/erkend met het doel de
samenleving te ordenen en die gehandhaafd kunnen worden. Ookwel het positief recht/geldend
recht.
Privaatrecht/burgerlijk recht= Regelt de rechtsverhouding tussen de burgers onderling, het
individueel belang staat hierbij centraal.
Natuurlijke persoon= De mens.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kirstenbroekhuijsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.