Samenvatting Ruimtelijke Ordening
H1, 3, 4, 5, 6
Inhoud
H1: Cultuur van ordening en planning................................................................................................................2
H3: Stadsontwikkeling als onderneming.............................................................................................................5
H4: Een modern land........................................................................................................................................11
H5: Crisis en herstel..........................................................................................................................................19
H6: Een kwetsbare netwerksamenleving..........................................................................................................24
1
,H1: Cultuur van ordening en planning
Ruimtelijke ordening is een sterk element van de Nederlandse cultuur.
Cultuur
- Geheel van kennen, kunnen, zeden en gewoonten van een samenleving en omvat alle verschijnselen
van die samenleving, alles wat er omgaat: haar geschiedenis en de wijze waarop daar in de loop der
tijd wisselend tegenaan wordt gekeken, staatsinrichting en bestuursvormen, waarden en normen,
organisatievermogen, economische orde en structuur, wetenschappelijk niveau en technisch
vernuft.
Morele geografie
- De orde en symmetrie van het Hollandse landschap: het zelfgemaakte land symboliseert een
mentaliteit
Politieke geografie
- Een geografie van verdeel en heers, van overeenkomsten, oude privileges, het verloop van oorlogen
en van dynamische grenzen van zeggenschap en machtsuitoefening. Wisselende verhoudingen
tussen lokale en bovenlokale autonomie en onderlinge concurrentie.
Alle activiteiten vinden plaats op enig moment in de tijd (momentum) en ze zijn ingebed in een
maatschappelijke omgeving, waardoor ze deel uitmaken van een keten van oorzaken en gevolgen; ze
veroorzaken zelf ook iets (causaliteit), soms een verandering in het gebruik of de inrichting van de grond of
ruimte.
Grond- en ruimtegebruik zijn voetafdrukken van sociale praktijken of dagelijkse activiteiten. Verandering in
de aard, omvang en locatie van sociale praktijken vormen de hoofdmotor van veranderingen in ruimtelijke
gedragingen, ruimtebehoefte en vestigingsplaatsen.
Grond- en ruimtegebruik en de veranderingen daarin weerspiegelen normen en waarden van de
maatschappelijke omgeving.
Oplossingen als grond en ruimtegebruik niet meer voldoen (degradatie treedt op)
1. Aanpassing
2. Verhuizing naar een andere, al dan niet ingerichte locatie
Planologie
- De multidisciplinaire sociale wetenschap die kennis levert om ruimtelijke plannen te maken en die
praktijken van ruimtelijke ordening en planning bestudeert.
Verandering in patronen van ruimte- en grondgebruik op lange(re) termijn
1. Ruimtelijk-functionele patronen van maatschappelijke activiteiten: verkeer en vervoer, wonen,
bedrijvigheid, recreatie.
2. Ruimtelijk-fysieke patronen van artefacten of organisaties waarin maatschappelijke activiteiten
worden uitgeoefend: vliegvelden, kantoorgebouwen, woningen, snelwegen, kanalen,
recreatieparken, winkelcentra, zee, rivieren, natuurgebieden.
Ruimtelijke ordening kampt permanent met de spanning tussen de grote dynamiek van de ruimtelijk-
functionele en de traagheid van de ruimtelijk-fysieke orde.
2
, Plannen
- Instrumenten om bestaande en toekomstige problemen op te lossen.
- Kaart met toelichting en regels als organisatiekader
o Een plan bevat
Logische indeling van al het te verrichten onderzoek en ontwerp
De afstemming van onderzoek en ontwerp
De openbare (politieke) besluitvormingsprocedures tot voorbereiding en uitvoering van het
plan
o Een plan bestaat uit
1. Probleemstelling
2. Onderzoek
3. Ontwerp
4. Keuze en besluitvorming
5. Uitvoering
Planning
- Een middel tot coördinatie van toekomstige investeringen, publieke en particuliere investeringen in
infrastructuur, terreinen, accommodaties, gebouwen en natuurgebieden.
- Planning is uitvoering van een plan
Ordening
- In een organisatie de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aanduiden
(d.m.v. afspraken).
Ruimtelijke ordening
- De stelselmatige organisatie, regulering en beheersing van het (toekomstig) ruimte- en
grondgebruik.
1. De wijze waarop grond- en ruimtegebruik formeel volgens de wet wordt geregeld
2. De beleidsinhoud van plannen, de inrichting van steden, polders en dorpsuitbereidingen.
Grondbeleid
1. Actief grondbeleid: de gemeente voert alle fasen van grondexploitatie van een bestemmingsplan zelf
uit.
Planvoorbereiding, grondaankoop, uitgifte van bouwkavels; de gemeente investeert risicodragend
2. Passief of faciliterend grondbeleid: Particuliere ondernemingen hebben de grond in eigendom. De
wet schrijft voor dat indien grondeigenaren die hetzelfde doel nastreven als de gemeentelijke
overheid plannen voor eigen rekening en risico mogen ontwikkelen en uitvoeren binnen de
gemeentelijke planvoorwaarden.
Institutie
- Een unieke entiteit in de samenleving, een subcultuur, een sector in de samenleving die wordt
gekenmerkt door een herkenbaar geheel van waarden, normen en tradities, opvattingen,
ongeschreven en geschreven regels en praktijken.
o De institutie legt de ruimtelijke planning door haar eigen regels een voorschriften
beperkingen op aan de keuzevrijheid.
3