100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting bestuursrecht jaar 1 (Inholland) €6,29   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting bestuursrecht jaar 1 (Inholland)

 18 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvatting studieboek Bestuursrecht in het Awb-tijdperk van (1,2,3,4,5,6,7,8,10) - ISBN: 9789026827228, Druk: 2, Uitgavejaar: - (.)

Voorbeeld 4 van de 20  pagina's

  • Nee
  • 1,2,3,4,5,6,7,8,10
  • 11 september 2023
  • 20
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (37)
avatar-seller
denur
H1+2
Bestuursrecht: betrekking op relatie tussen overheid (in de vorm van
bestuursorgaan) en burgers (in de vorm van belanghebbende)
Eenzijdige rechtsbepalingen: (macht om eenzijdig rechtshandelingen te kunnen verrichten)
deze mensen/ bestuur mag zonder instemming van de burger zijn rechten/ plichten bepalen
van die burger. Bijv. de garagehouder mag APK- keuringen uitvoeren en bepaald waar of ze
weer mogen rijden of niet


Categorieën Awb regels:

Dwingend recht: l. Dit zijn regels die zonder uitzondering voor het gehele
bestuursrecht behoren te gelden. Bij dwingend recht kunnen lagere
regelgevers geen regels maken die van de Awb afwijken, doen ze dit wel=
de regel onverbindend. Wettelijke bepalingen waar je niet van mag afwijken. 4; 46 lid
2Pour fa

Regelend recht: Regels die gelden Als de voor normale gevallen beste regeling. Aangezien er
ook bijzondere gevallen zijn, moet van deze regel in bepaalde gevallen kunnen worden
afgeweken. Bij een afwijking wordt de volgende formulering gebruikt de: tenzij bij wettelijke
voorschrift anders is bepaald de: met deze term wordt een wet in materiele zin bedoeld
(algemeen bindend voorschrift). Ook in lagere regelgeving mag dan een van de AWB
afwijkende regel worden opgenomen. Art. 4:1 Awb. Awb bevat de hooft regel.



Aanvullend recht: Gevallen waarvoor het niet goed mogelijk is een algemeen geldende regel
te formuleren, Maar het wel wenselijk is dat er een restbepaling bestaat wanneer de
bijzondere regelgever nagelaten heeft een regeling te treffen. Als er In het artikel wordt
gesproken over bijvoorbeeld ‘een beschikking dient te worden gegeven binnen de bij
wettelijke voorschrift...’ Dan gaat het over een wettelijk voorschrift (materiële zin). Er wordt
dus verwezen naar de bijzondere regeling, als u daar niks vindt, moet er verder worden
gelezen. Art. 4:13 Awb. Bijzondere wet bevat de hooft regel.

Facultatief recht: Dit recht geldt niet, tenzij een bestuursorgaan bepaalt dat het wel moet
worden gevolgd. Het is dus optioneel recht. bijv. afd. 3.4 Awb, dit lees je in art. 3:10 Awb.
Regelgevers en bestuursorganen kunnen zelf besluiten of ze van de geboden regels in
bepaalde gevallen gebruik willen maken. Indien

(is optioneel. Dat recht geldt niet, tenzij een regelgever of bestuursorgaan bepaalt dat het
wel moet worden gevolgd. art. 3:10.( de bijzondere wetgever kan een bepaling uit de Awb
van toepassing verklaren)

,Algemeen bestuursrecht:

- Geld voor alle terreinen van het bestuursrecht
- (Voornamelijk) opgenomen in de Awb

Bijzonder bestuursrecht:

- Zijn meer inhoudelijke regels neergelegd, de rechten en plichten van bestuur en
burgers in een concreet geval bepalen. Voorbeelden: bestuurlijk organisatierecht,
recht betreffende de openbare orde en veiligheid, vreemdelingenwet,
omgevingsrecht, economisch, sociaal, cultureel en fiscaal bestuursrecht.


Bestuursrecht+ strafrecht+ publiekrecht= the big three, volgens art. 107 Gw.
Staatsrecht gaat vooral over de Grondwet en organieke wetten bijv. gemeentewet en
provinciewet. Met organieke wetten wordt bedoeld: wetten die de organen en organisatie
van de staat regelen.


Doelstellingen Awb:
1. Stimuleren van eenheid binnen bestuurlijke wetgeving
2. Het systematisering en vereenvoudigen van de bestuursrechtelijke wetgeving: orde
in het systeem brengen. Bijv. gelaagde structuur in Awb- eerst algemeen dan
bijzonder
3. Het codificeren van ontwikkelingen in bestuurlijke jurisprudentie vastleggen in de
wet.
4. Het treffen van voorzieningen ten aanzien van onderwerpen die zich naar hun aard
niet regeling in bijzondere wet lenen.


Functies bestuursrecht:
1. Instrumentele functie: het bestuursrecht geeft de overheid instrumenten of
bevoegdheden om belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen.
2. Waarborgfunctie: het bestuursrecht geeft burgers bescherming tegen de overheid en
haar besluiten. Bijvoorbeeld bezwaar indienen.
3. Normerende functie: het bestuursrecht geeft regels waaraan het bestuur zich bij de
uitoefening van bevoegdheden moet houden.
Specialiteitsbeginsel: 3:4 lid 1 Awb: hierin staat dat de belangen af die bij het besluit is
betrokken. Dit bevestigt de eerste regel.

,Omvangrijke wetgevingsoperatie: een commissie die speciaal is georganiseerd om
bestuursrechtelijke regels te maken. De commissie heet ook Scheltema
Tranches: Awb is een aanbouwwet, Awb komt niet in een geheel maar in delen tot stand. Zo
creëren ze ruimte om nieuwe onderwerpen in de wet te voegen.
Tussentijdse wijzigingen: naast de tranches heb je de tussentijdse wijziging. Kleinere
problemen worden op deze manier opgelost. (Tussentijdse wijzigingen en aanvullingen. a


Gelaagde structuur: hoofdstukken zijn opgebouwd van algemeen naar bijzonder.
Belangrijke beginselen Awb:
- Zorgvuldigheidsbeginsel: 3:2 Awb.
- Specialiteitsbeginsel 3:4 lid 1 Awb.
- Evenredigheidsbeginsel 3:4 lid 2 Awb.
Awb= van algemeen naar bijzonder.


Aantekeningen die ik van Carmen heb ontvangen:
Vragen en antwoorden
 d. Uit art. 1:1 lid 1 sub b Awb blijkt dat personen of colleges, met enig openbaar
gezag bekleed, bestuursorganen zijn. Wat wordt in deze context bedoeld met
‘openbaar gezag’?
Met openbaar gezag wordt in deze context bedoeld dat bepaalde personen of
colleges bevoegd zijn om publiekrechtelijke rechtshandelingen te verrichten. Zij
hebben dan de bevoegdheid de rechtspositie van andere rechtssubjecten te bepalen.
(M.a.w. zij kunnen besluiten nemen).
 e. Het boek heeft het over ‘wettelijk openbaar gezag’ en ‘buitenwettelijk openbaar
gezag’. Wat houden deze termen in?
Wettelijk openbaar gezag
Openbaar gezag krachtens de wet, dus met een wettelijke grondslag.
Buitenwettelijk openbaar gezag
Openbaar gezag zonder dat daar een wettelijke grondslag voor is.
 f. Omdat Nederland een rechtsstaat is, is buitenwettelijk openbaar gezag eigenlijk
niet toegestaan. Leg dit uit.
Een van de beginselen van de rechtsstaat is het legaliteitsbeginsel. Het
legaliteitsbeginsel houdt in dat voor openbaar gezag een uitdrukkelijke wettelijke
bevoegdheid moet bestaan.

, H3+4
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat: dit is een centraal geregeerde staat
met onderdelen (zoals provincies en de gemeenten) dat taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden zijn op verschillende niveaus zijn belegd. Binnen ons huidige stelsel
geldt het uitgangspunt: 'decentraal wat kan, centraal wat moet'.
Blijkt uit:
 Territoriale decentralisatie:
- Andere organen (gemeente) die algemeen bevoegdheid hebben om algemeen
verbindende voorschriften (wettelijke regels) of andere beslissingen te nemen. Dit
geldt alleen over het territorium waar de mensen wonen.
 Functionele decentralisatie:
- Bepaalde taken die eerst op centraal niveau werden uitgeoefend doorgegeven aan
organisaties die zich op een specifieke taak concentreren. Bijvoorbeeld UWV.
 Een menging van de eerste twee is een WATERSCHAP:
- Is specifiek belast met de waterstaatkundige verzorging en/of zorg van
waterstaatsaangelegenheden binnen een bepaald territoriaal gebied.
Nadelen hiervan: democratische controle: bestuursorgaan kan niet gedwongen worden om
politieke verantwoording af te leggen.
Voordelen:

- Grote diversiteit binnen Nederlandse staat.
- Streven naar een optimale efficiëntie bij de uitoefening van overheidstaken.




Openbare lichamen: een aantal organen dat gezamenlijk een gemeenschapsverbond vormt.
1. Territoriale openbare lichamen: staat, provincie en gemeente art. 125 Gw
2. Functionele openbare lichamen: orde van advocaten. Een orde of instituut dat met
regelgevende bevoegdheid is belast. Art. 134 Gw
Alle openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid. Ze kunnen deelnemen aan
privaatrechtelijke rechtsverkeer: contracten sluiten en vermogen hebben. Art. 2:1 BW


Privaatrechtelijke persoonlijkheid: vennootschappen, verenigingen en stichtingen.
Publiekrechtelijke persoonlijkheid: rechtspersonen die krachtens wetten zijn
ingesteld en daarna hun rechtspersoonlijkheid ontlenen. Bijv. uni.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper denur. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,29. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71184 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,29  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen