Inleiding Bestuursrecht
Leerdoelen
kunt u het onderscheid tussen het algemeen en bijzonder bestuursrecht benoemen;
kunt u de kernbegrippen van het bestuursrecht, zijnde het bestuursorgaanbegrip, het
besluitbegrip en het belanghebbendebegrip definiëren en op een eenvoudige
bestuursrechtelijke casus toepassen;
kunt u uitleggen hoe bestuursbevoegdheden in het leven worden geroepen en worden
overgedragen, en kunt u herkennen of dit is gebeurd door middel van attributie, delegatie of
mandaat;
kunt u uitleggen welke beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing zijn in een
eenvoudige bestuursrechtelijke casus;
kunt u beoordelen hoeveel beslissingsruimte een bestuursorgaan heeft en wat de intensiteit
van de toetsing door de bestuursrechter in dat geval is in een eenvoudige bestuursrechtelijke
casus;
kunt u benoemen hoe het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming in de Algemene
wet bestuursrecht is vormgegeven en in een eenvoudige bestuursrechtelijke casus
beoordelen welke rechtsmiddelen openstaan voor burgers tegen verschillende typen
overheidshandelingen.
Het vak Inleiding bestuursrecht houdt zich bezig met vragen als: hoe komen bestuursorganen aan
de bevoegdheid om eenzijdig besluiten te nemen die burgers binden? Wat kunnen burgers doen
wanneer de overheid eenzijdig hun rechtspositie bepaalt en zij het daarmee niet eens zijn? Kan
elke burger tegen dergelijke besluitvorming in het geweer komen, of is de toegang tot de
bestuursrechter beperkt?
Literatuur:
Week 1
- Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, hoofdstuk 1, 2, 3 (behalve paragraaf 3.5)
- ABRvS 17 september 2014 (Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol), AAJ, p.
529
- J.M.J. van Rijn van Alkemade, A.A. Kleinhout, M.F. Vermaat, 'De Algemene wet bestuursrecht
en de terugtredende overheid', in: L.W. Verboeket e.a. (red.), Bestuursrecht in het echt.
Vriendenbundel voor prof. mr. drs. Willemien den Ouden, Deventer: Wolters Kluwer 2021.
Te downloaden via https://www.legalintelligence.com/permaLink?sourceId=source-25891
Week 2
- Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, par. 3.5 en hoofdstuk 10
- Bestuursrecht begrepen, p. 89-106 (te vinden in deze Brightspace-omgeving)
- L. Damen, “Van Awbmens naar responsieve burger” te downloden
via http://deeplinking.kluwer.nl/?param=00D20CB3&cpid=WKNL-LTR-Nav2
- ABRvS 23 augustus 2006 (LTO Noord), AAJ, p. 412
- ABRvS 1 oktober 2008 (Stichting Openbare Ruimte), AAJ, p. 435
- ABRvS 23 augustus 2017 (Mestbassin Mechelen), AAJ, p. 624
- ABRvS 20 juni 2018 (Minicamping ‘De Heksenketel’), AAJ, p. 651
1
,Week 3
- Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, hoofdstuk 4 en 5
- M. Scheltema, “Advies integrale geschilbeslechting in het sociaal domein”, NTB 2018/3, te
downloaden op http://deeplinking.kluwer.nl/?param=00CF73DE&cpid=WKNL-LTR-Nav2
- ABRvS 6 maart 2002 (Intrekking aanwijzingsbesluit raamprostitutie), AAJ, p. 343
- ABRvS 18 augustus 2004 (Bovenleidingportalen Duiven), AAJ, p. 395
- ABRvS 16 maart 2016 (Inzet videoteam), AAJ, p. 577
- ABRvS 2 mei 2018 (Bestuurlijke waarschuwing), AAJ, p. 647
- ABRvS 24 april 2019 (Gedoogde Hoogeloonse stal), AAJ, p. 679
Week 4
- Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, hoofdstukken 6, 7 en 8
- ABRvS 18 september 2002 (Jetski’s), AAJ p. 345
- ABRvS 4 oktober 2017 (Aanlijngebod Bordeaux dog), AAJ p. 640
- ABRVS 29 mei 2019 (Amsterdams dakterras), AAJ, p. 686
- ABRvS 23 oktober 2019, AB 2020/86 (te downloaden op http://deeplinking.kluwer.nl/?
param=00D30B9F&cpid=WKNL-LTR-Nav2)
- Lukas van den Berge, Bestuursrecht na de toeslagenaffaire: hoe nu verder? Over het
rechtskarakter van het bestuursrecht, AA 2021/0987, te downloaden
via https://www.legalintelligence.com/documents/37083316)
Week 5
- Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, hoofdstuk 12, 13, 14 en (nogmaals) 8.4.3
- CRvB 9 juli 2021, AB 2021/237, te downloaden via http://deeplinking.kluwer.nl/?
param=00D65014&cpid=WKNL-LTR-Nav2
- C. Bitter en H. Besselink, ’25 jaar Awb-bezwaarschriftprocedure: tijd voor heroverweging’, in:
Barkhuysen, Marseille, Den Ouden, Peters en Schlössels (red), 25 jaar Awb. In eenheid en
verscheidenheid, Kluwer 2019, p. 49-56, te downloaden via: http://deeplinking.kluwer.nl/?
param=00D26721&cpid=WKNL-LTR-Nav2
- Zie stappenschema rechtsbescherming
Week 6
- Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, hoofdstuk 9, 15 en 16
- Y.E. Schuurmans, 'Toegang tot het (bestuurs)recht', NTB 2023/78
(https://www.inview.nl/document/id3368c053d5d74794855350ef84368e2a?
ctx=WKNL_CSL_86)
Week 7
- Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, hoofdstuk 17 en 20
2
, Week 1
Studiestof
Te bestuderen stof
Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, hoofdstuk 1, 2, 3 (behalve paragraaf 3.5)
ABRvS 17 september 2014 (Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol), AAJ, p.
529
J.M.J. van Rijn van Alkemade, A.A. Kleinhout, M.F. Vermaat, 'De Algemene wet bestuursrecht
en de terugtredende overheid', in: L.W. Verboeket e.a. (red.), Bestuursrecht in het echt.
Vriendenbundel voor prof. mr. drs. Willemien den Ouden, Deventer: Wolters Kluwer 2021.
Te downloaden via https://www.legalintelligence.com/permaLink?sourceId=source-
25891 (indien de link niet werkt kunt u in LegalIntelligence zoeken op "Bestuursrecht in het
echt 2021/24").
Leerdoel
Na afronding van deze week:
kunt u het onderscheid tussen het algemeen en bijzonder bestuursrecht benoemen;
kunt u het kernbegrip ‘’bestuursorgaan’’ definiëren en op een eenvoudige
bestuursrechtelijke casus toepassen.
Hoofdstuk 1: Een omstreden evenementenvergunning: inleiding tot het bestuursrecht en dit boek’
Kenmerken van het Nederlandse bestuursrecht
- Het bereik van het bestuursrecht is groot; zeer veel onderwerpen worden erdoor geraakt,
waaronder onderwerpen die je misschien eerder met de grondrechten of met het strafrecht
associeert.
- Het Nederlandse bestuursrecht wordt sterk beïnvloedt door Europese regelgeving;
Bestuursrecht heeft betrekking op relaties tussen de overheid (als bestuursorganen) en burgers (als
belanghebbenden). Het bestuursrecht geeft regels voor de verhouding tussen bestuursorganen en
belanghebbenden, in het bijzonder voor de situatie waarin het bestuur handelt op basis van
publiekrechtelijke bevoegdheden (bevoegdheden van overheden die volgen uit het publiekrecht). Uit
kracht van deze publiekrechtelijke bevoegdheden oefent het bestuur macht uit.
Eenzijdige rechtshandelingen: bevoegdheden van het bestuur om zonder instemming van haar
burgers kan bepalen wat de rechten en plichten van die burgers zijn. De bevoegdheid om eenzijdige
rechtshandelingen te verrichten, geeft het bestuur veel macht. Deze begrensde macht is nodig om
het algemeen belang te behartigen. Deze bevoegdheden kunnen alleen worden uitgeoefend
wanneer de wetgever hem deze bevoegdheden heeft toegekend in een wettelijk voorschrift.
Functies van het bestuursrecht:
- Instrumentele functie: het bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden (of
instrumenten) om het algemeen belang daarmee te behartigen en zijn publieke taak te
vervullen.
- Waarborgfunctie: het bestuursrecht geeft de burgers bescherming tegen de overheid en
gaar besluiten. Het bestuursrecht geeft de burgers de middelen om het beleid van het
3
, bestuur te beïnvloeden en zich daartegen teweer te stellen. (in de vorm van
inspraakmogelijkheden) bescherming tegen de overheid
- Normerende functie: het bestuursrecht geeft regels waaraan het bestuur zich moet houden
bij de uitoefening van haar bevoegdheden. In een procedure kunnen burgers zich beroepen
op normen waar het bestuur zich aan moet houden bij de uitoefening van haar
bevoegdheden, ook wel de algemene beginselen van behoorlijk bestuur
o Specialiteitsbeginsel: art. 3:4 lid 1 Awb; het doen van een belangenafweging van de
rechtstreeks belanghebbenden (een van de abbb’s)
Sinds 1994 de codificatie van het bestuursrecht: Algemene Wet Bestuursrecht, voorganger daarvoor
was de Wet AROB, die de rechtsbescherming regelde.
Het bijzonder bestuursrecht bevat de meer inhoudelijke regels, die rechten en plichten van bestuur
en burger in een concreet geval bepalen.
Terreinen van het bijzonder bestuursrecht:
- Bestuursrechtelijk organisatierecht;
- Recht betreffende openbare orde en veiligheid;
- Vreemdelingenrecht;
- Omgevingsrecht;
- Economisch bestuursrecht;
- Sociaal bestuursrecht;
- Cultureel bestuursrecht;
- Medisch bestuursrecht;
- Fiscaal bestuursrecht
Het accentverschil tussen het staatsrecht en het bestuursrecht:
Het staatsrecht gaat vooral over de Grondwet en de organieke wetten (wetten die de organen en
organisatie van de staat regelen, zoals de Provinciewet). Bestaat uit regels die zien op de instelling,
werkwijze en globale bevoegdheden van de verschillende organen van de overheid. In het
staatsrecht gaat het meer om de grondregels voor de organisatie van de Nederlandse staat.
Het bestuursrecht kan niet zonder het staatsrecht en het staatsrecht kan niet zonder het
bestuursrecht. Bestuursorganen zijn voor hun organisatie afhankelijk van het staatsrecht;
zonder bestuursrecht kunnen de organen van de staat niet handelen ter uitvoering van hun
politieke taak
In het publiekrecht bepaalt de overheid welke rechten zij aan een burger toekent of afneemt, zonder
dat daar instemming van die burger voor nodig is. Verzet men zich daartegen, dan kan de overheid
het afdwingen.
Bronnen van het bestuursrecht
- De wet- en regelgeving;
- Jurisprudentie;
4