Samenvatting Pedagogische Systemen
in de Baby-en Kindertijd (hoorcolleges,
werkgroepen, Berns, NRC en artikelen)
Deze samenvatting van PSBK omvat de hoorcolleges, literatuur (Berns: hoofdstuk 1 t/m 7, National
Research Council: hoofdstuk 3 t/m 6) en de artikelen (de Winter, Reynolds en Ungar). Daarnaast is
belangrijke stof uit de werkgroepen toegevoegd. Deze samenvatting is in het Nederlands geschreven
en ingedeeld per lesweek. Soms is belangrijke stof uit de literatuur al verwerkt in een werk- of
hoorcollege en niet apart. Verkleinde tekst is aanvullend. Controleer altijd in de cursushandleiding of
er nog extra stof is die van belang is voor het tentamen.
Literatuur:
Berns, R. M. and White, R. M. (2022). Child, Family, School, Community: Socialization and Support. (11th Edition).
Cengage. ISBN: 9780357509593
De Winter (2017). Pedagogiek over Hoop.
National Research Council (2015). Transforming the Workforce for Children Birth Through Age 8: A Unifying
Foundation. The National Academies Press. ISBN 978-0-309-32485-4. https://doi.org/10.17226/19401.
Reynolds, A. J., Temple, J. A., White, B. A. B., Ou, S-R., Robertson, D. L. (2011). Age 26. Cost–Benefit Analysis of the
Child-Parent Center Early Education Program. https://doi.org/10.1111/j.1467- 8624.2010.01563.x
Ungar, M., Ghazinour, M., & Richter, J. (2013). Annual research review: What is resilience within the social
ecology of human development? Journal of Child Psychology and Psychiatry, 54(4), 348-366.
https://doi.org/10.1111/jcpp.12025
Inhoud
Week 1...................................................................................................................................................2
Werkcollege 1.....................................................................................................................................2
Hoorcollege 1 Introductie...................................................................................................................3
Hoorcollege 2 Het bio-socio-ecologisch model en risicofactoren.......................................................4
Berns Hoofdstuk 1 Ecology of the child..............................................................................................8
Week 2.................................................................................................................................................10
Werkcollege 2...................................................................................................................................10
Hoorcollege 3 Het gezin als pedagogisch systeem: microprocessen................................................12
Berns Hoofdstuk 2 Ecology of socialization......................................................................................16
Berns Hoofdstuk 4 Ecology of parenting...........................................................................................18
Week 3.................................................................................................................................................22
Werkcollege 3...................................................................................................................................22
Hoorcollege 4 Het biologisch systeem..............................................................................................23
Week 4.................................................................................................................................................30
Werkcollege 4...................................................................................................................................30
Hoorcollege 5 Het gezin en het exo-, macro- en chronosysteem.....................................................31
Hoorcollege 6 Gezin en het mesosysteem........................................................................................34
Berns Hoofdstuk 3 Ecology of the family..........................................................................................38
, Hoorcollege 7 Interventies in het gezinssysteem.............................................................................39
Week 5.................................................................................................................................................43
Werkcollege 5...................................................................................................................................43
National Research Council Hoofdstuk 4............................................................................................44
National Research Council Hoofdstuk 5............................................................................................46
Berns Hoofdstuk 5 Ecology of non-parental childcare......................................................................47
Hoorcollege 8 Kinderopvang (en peuter- en kleuteronderwijs) in het jonge ecosysteem van het
kind...................................................................................................................................................48
Week 6.................................................................................................................................................54
Hoorcollege 9 De school in het ecologische systeem van het kind...................................................54
Berns hoofdstuk 6 Ecology of school................................................................................................59
Berns hoofdstuk 7 Ecology of teaching.............................................................................................61
Week 7.................................................................................................................................................64
Werkcollege 7 en Reynolds...............................................................................................................64
National Research Council Hoofdstuk 6............................................................................................65
Hoorcollege 10 Maatschappelijke opbrengsten van pedagogische voorzieningen..........................68
Week 1
Werkcollege 1 – Artikel de Winter – Hoorcollege 1 en 2 – Berns Hoofdstuk 1 (voor artikel Ungar, zie
week 2)
Werkcollege 1
Het bio-ecologische systeemmodel van Bronfenbrenner
Pedagogiek over HOOP (artikel de Winter)
Wat is de visie van Micha de Winter op het vakgebied van de pedagoog? Een sociaal
georiënteerde en hoopgevende wetenschap die opvoeders, kinderen en jongeren
zelf vooral in de handelingsstand moet zien te krijgen. Niet grootbrengen door
kleinhouden…
Wat is zijn kritiek op de huidige neiging tot problematiseren? Doorgeslagen in
medicalisering van afwijkingen, diagnosedrift en label cultuur.
Welke initiatieven biedt Micha de Winter? Contouren van de hoopgevende pedagogiek
1. Handelingsperspectieven cultiveren: via de opvoeders kinderen en jongeren zelf in
de handelingsstand zien te krijgen, gemeenschappelijk handelen. Leer kinderen een
onderzoekende en nieuwsgierige houding aan zelf en met elkaar.
2. Onderbreken van impulsieve oordelen en verlangens: pedagogisch
onderbreken, met elkaar proberen boven jezelf uit te stijgen, connecties te maken tussen
de wereld vóór en ná ons, samen je intelligentie gebruiken om na te denken over hoe we
problemen op nieuwe manieren kunnen oplossen .
3. Optimisme voorleven: optimistisch denken en mensen samen sociale problemen ter
hand nemen.
, 4. Participatie bevorderen: actief meedoen in de samenleving.
Extra
Biedt een categorisering hoop, of nestelt die zich als ware in het zelfbeeld?
De pedagogische invalshoek verschuift van problematiserend naar gerichtheid op groei (van
pessimistisch naar optimistisch) en van individueel naar sociaal.
‘Pedagogische civil society’, sociale netwerken rondom kinderen en gezinnen versterken om
specialisatie terug te dringen.
Pedagogische benaderingen
Individualistische pedagogische benadering (probleem diagnose behandeling).
Systeemgerichte, contextuele pedagogische benadering,
Hoorcollege 1 Introductie
Boodschap Elk persoon ontwikkelt zich door een complex samenspel van verschillende factoren, die
geordend zijn in systemen. Daarom is het ook zo moeilijk om de ontwikkeling te voorspellen!
Biologische systemen: genen, hersenen, hormonen, lichaam, etc.
Sociale of ecologische systemen: gezin, familie, buurt, school, studie, vrienden, culturele
groep, etc. (culturele overdracht).
Chronosysteem: de ontwikkelingen van de samenleving. Economisch, sociaal, cultureel en
politiek.
Fysische omgeving: huisvesting, veiligheid, kwaliteit, voeding, etc.
Maar ook door toeval!
Waar gaat opvoeding over? Biologie, interacties, begeleiden en ondersteunen, culturele overdracht
en tijdsgeest.
Samenvatting
Opvoeding draagt bij tot hoe jij je als persoon ontwikkelt.
Opvoeding is belangrijk voor de ontwikkeling van een kind, maar is niet de enige factor.
Definitie ‘De pedagogische wetenschappen bestuderen (empirisch-analytische discipline) de opvoeding,
het onderwijs en de hulpverlening aan kinderen en jeugdigen met het oog op verbetering van de
praktijk (interventie of handelingswetenschap).’
Empirisch-analytisch
Definitie: Op systematische wijze pedagogische handelingen, methoden, programma’s, therapieën
uitproberen en kijken of er sprake is van een pedagogisch effect = een handelingswetenschap.
Bezwaren: geen theorievorming, geen bestudering van processen, geen normatieve uitspraken (Wat
is een goede opvoeding? Hoe moet deze eruit zien?).
Empirisch: kennis ontstaat door het systematisch verzamelen van gegevens en deze via
statistische methoden analyseren.
Analytisch: reductie, de hele werkelijkheid is te complex om te onderzoeken.
Onderzoek moet repliceerbaar zijn.
Theorie en kennis moet falsificeerbaar zijn.
Niet normatief: de empirisch-analytische pedagogiek schrijft niet voor hoe de opvoeding
eruit moet zien.
, Langeveld en normatieve pedagogiek
Normatieve pedagogiek: waartoe voeden wij op? Wat is een goede opvoeding?
‘Het kind begrijpen, zoals het is,’. Kijk zo onbevooroordeeld mogelijk naar de wereld en naar
het kind met diens unieke mogelijkheden en moeilijkheden (N=1 methode).
Fenomenologische benadering, ‘Utrechtse School’.
De mens is een animal educandum, een wezen dat opgevoed moet worden met als doel
‘zelfverantwoordelijke zelfbepaling’.
Een kind moet zich (leren) ontwikkelen en als een mondige burger een plaats weten te
vinden in de wereld. Hier ligt een duidelijke opdracht en zelfs morele verantwoordelijkheid
voor de ouders en andere opvoeders.
Micha de Winter
De Winter (UU): beide empirisch-analytisch onderzoek en normatieve pedagogiek. ‘Een
‘hoopgevende sociale pedagogiek’ die bijdraagt aan de ontwikkeling van democratisch burgerschap’.
Minder problematiseren en meer gericht zijn op groei.
Minder individueel en meer sociaal.
Jeugd gedijt beter in rijke sociale netwerken.
‘De empirisch-analytische pedagogiek is zichzelf steeds meer gaan richten op individuele problemen
en stoornissen. We hebben een enorme neiging tot problematisering die ervoor zorgt dat steeds
minder kinderen en volwassenen ‘normaal’ zijn.
Grote maatschappelijke opvoedingsvraagstukken:
Migratie, radicalisering, onderwijsachterstanden, exclusie, sociale ongelijkheid,
kindermishandeling en discriminatie.
Als mensen het idee hebben dat ze geen enkele invloed hebben op hun omgeving, en dat
hun stem niet wordt gehoord, dan leidt dat tot pessimisme, moedeloosheid of woede.
De Winter: hoop = ‘leren zien van mogelijkheden tot verbetering’.
Hoorcollege 2 Het bio-socio-ecologisch model en risicofactoren
Nature & nurture Bronfenbrenner’s Systemenmodel
‘Het misverstand opvoeding’
Sterke effecten van erfelijkheid op uiteenlopende menselijke eigenschappen (intelligentie,
schoolsucces, persoonlijkheid, beroepskeuze, politieke voorkeur…).
Slechts heel kleine effecten van de gedeelde omgeving (gezin, klas).
Spoetnik effect De Russen brengen in de Koude Oorlog als eerste met succes een satelliet in een baan om de aarde
(Spoetnik). Amerika reageert, o.a. met een pedagogisch programma: brede stimulering van de ontwikkeling van de arme
(merendeels zwarte) bevolking.
Arthur Jensen Head Start (programma gericht op verhoging van het IQ) kon niet slagen, want intelligentie (‘g-factor’), als
erfelijke eigenschap is niet wezenlijk veranderbaar .
G-factor: de gemeenschappelijke kern van uiteenlopende tests voor intelligentie en
verwante cognitieve capaciteiten.