SAMENVATTING PERSOON FAMILIE ERF RECHT
H1 , DEEL 2:
ALGEMENE BEPALINGEN GESLACHTSNAAM
Wel een keuze van ouders:
o Art. 1:5 lid 4 BW → als een kind bij geboorte in familierechtelijke betrekking staat tot twee ouders,
dan mogen de ouders de geslachtsnaam van hun kind kiezen. Dit kan de naam van de moeder of die
van de vader zijn.
o Ouders mogen hun kind niet een zelfbedachte achternaam of de naam van bijvoorbeeld een
grootouder geven.
o De naamkeuze van het eerste kind heeft gevolgen voor alle kinderen die erna worden geboren. Deze
keuze geldt namelijk voor alle volgende kinderen van de ouders → art. 1:5 lid 8 BW.
o De bedoeling hiervan is naamseenheid.
o Maken de ouders geen keuze, dan krijgt het kind de achternaam van de vader→ art. 1:5 lid 5 BW.
Geen keuze van ouders:
o Art. 1:5 lid 1 BW → wanneer een kind alleen in een familierechtelijke betrekking tot de moeder staat,
dan krijgt het zijn moeders achternaam.
o Als een kind later door erkenning in familierechtelijke betrekking komt te staan tot een tweede ouder
(vader of duomoeder), dan houdt het kind in principe de achternaam van de moeder.
o Dit is ook het geval als door een uitspraak van de rechter de afstamming van een kind wordt bepaald (
gerechtelijke vaststelling ouderschap).
o Art. 1:5 lid 2 BW→ kunnen de moeder en de andere ouder er echter ook voor kiezen om het kind de
achternaam van die andere ouder te geven.
o Is het kind 16 of 17 je oud op het moment dat de familierechtelijke betrekking tot de tweede ouder
ontstaat, dan beslist het kind zelf welke achternaam het heeft → art. 1:5 lid 7 BW.
GESLACHTSNAAM ADOPTIE:
De naamkeuze van een geadopteerd kind wordt in de adoptie-uitspraak van de rechter opgenomen. De regels
die van toepassing zijn op adoptie staan voornamelijk → art. 1:5 lid 3 BW.
o Wanneer een kind wordt geadopteerd door een adoptievader en -moeder die met elkaar gehuwd zijn
of een GP hebben, dan krijgt het kind in principe de achternaam van de adoptievader. De
adoptieouders kunnen er echter ook voor kiezen dat het kind de naam van de adoptiemoeder krijgt.
o Zijn de adoptieouders niet met elkaar getrouwd of is er sprake van getrouwde adoptieouders van
hetzelfde geslacht, dan houdt het kind de achternaam die het heeft.
o (stel twee vrouwen trouwen met elkaar, dan krijgt het kind de achternaam van de biologische
moeder.)
o Als een kind wordt geadopteerd door een echtgenoot, GP of levensgezel van zijn vader of moeder, dan
houdt het kind in beginsel zijn eigen achternaam.
o In alle gevallen van adoptie geldt dat als het kind q16 jaar of ouder is, het zelf beslist welke
achternaam hij of zij heeft.
,WIJZIGING GESLACHTNAAM:
o Art. 1:6 BW → bepaalt namelijk dat iemand geslachtsnaam dwingend wordt bewezen door de akte
van geboorte. Hiermee wordt bedoeld dat de achternaam die op een geboorteakte is opgenomen het
bewijs is van iemands achternaam. Alleen als er rechtsgeldig tegenbewijs wordt gelevers, is deze
bepaling niet van toepassing.
o Rechtsgeldig tegenbewijs→ adoptie-uitspraak of koninklijk besluit waarin de achternaam is gewijzigd.
o Art. 1:7 lid 1 BW → kan de achternaam van een meerderjarige op zijn verzoek worden gewijzigd. Dit
gebeurt bij koninklijk besluit.
o Het verzoek tot naamswijziging wordt door het ministerie van justitie en Veiligheid beoordeeld.
o Als het verzoek wordt toegewezen, dan wordt de naamswijziging vastgelegd in een koninklijk besluit
en opgenomen in de basisregistratie persoonsgegevens.
WIJZIGING VAN IEMANDS ACHTERNAAM KAN IN DE VOLGENDE GEVALLEN:
§ De achternaam wijzigen in die van de andere ouder, na echtscheiding van ouders;
§ Ongedaan maken van een naamswijziging die plaatsvond toen iemand minderjarig was;
§ Naamskeuze van de ouders herzien;
§ Dezelfde naamswijziging als die van de ouder;
§ Naamswijziging in de oorspronkelijke achternaam na ontbinding van een in het buitenland gesloten
huwelijk waarbij automatisch de achternaam van de echtgenoot is toegekend;
§ Een niet-Nederlands klinkende achternaam wijzigen bij of na verkrijging Nederlanderschap;
§ Een onwelvoeglijke ( niet passende/onfatsoenlijke) of bespottelijke achternaam wijzigen;
§ Een veelvoorkomende achternaam wijzigen;
§ Een onjuiste gespelde achternaam, door een fout bij de invoering van de akte van de burgerlijke stand
in 1810-1838;
§ Een vernederlandste achternaam wijzigen in de oorspronkelijke Friese versie;
§ Een achternaam toevoegen als eerder door iemands voorouders een dubbele naam werd gebruikt;
§ Een achternaam toevoegen die is uitgestorven of met uitsterven wordt bedreigd;
§ Als er sprake is van psychische hinder ten gevolge van het hebben of juist niet hebben van een
achternaam;
§ De ouder wiens achternaam iemand draagt heeft een bepaald misdrijf gepleegd en is daarvoor
onherroepelijk veroordeeld;
§ Het wijzigen van een adoptienaam in de oorspronkelijke achternaam.
Art. 1:9 BW → wanneer iemand trouwt of GP aangaat, hij het recht heeft de achternaam van zijn partner te
gebruiken in plaats van zijn eigen naam. Ook mag hij de achternaam van zijn partner voor of na zijn eigen naam
gebruiken. Na ontbinding van het huwelijk of GP maf iemand de naam van zijn ex-partner blijven gebruiken. Dit
verandert wanneer iemand een nieuwe huwelijk of partner schap aangaat.
,H2 WOONPLAATS EN BURGELIJKE STAND
EIGENLIJKE WOONPLAATS
Art. 1:10 lid 1 BW → bepaalt dat de woonplaats van een natuurlijke persoon zijn ‘woonstede’→ het adres waar
iemand officieel woont en is ingeschreven.
Als iemand geen woonstede heeft, dan wordt de plaats waar hij feitelijk verblijft beschouwd als woonplaats →
Werkelijk verblijf ( iemand verblijft enige tijd op een bepaald adres).
Art. 1:10 lid 1 BW→ zelfstandige woonplaats, onafhankelijk van een ander.
Art. 1:12 lid 1 BW , afhankelijke woonplaats. Uit dit artikel volgt dat een minderjarig kind en iemand die onder
curatele staat een afhankelijke woonplaats hebben. Afhankelijk, want die woonplaats hangt af van de
woonplaats van de wettelijke vertegenwoordiger.
De rechter kan een volwassene onder curatele stellen die zelf niet voor zijn geldzaken en persoonlijke zaken
kan zorgen. Er wordt een curator ( wettelijke vertegenwoordiger ) aangesteld die alle beslissingen neemt over
geld, verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding.
o Zowel een minderjarige als een onder curatele gestelde is handelingsonbekwaam, en heeft een
wettelijke vertegenwoordiger → ze zijn niet bevoegd om zelfstandig rechtshandelingen te verrichtten.
o Iemand die onder curatele is gesteld volgt de woonplaats van zijn curator.
o Wanneer een kind meerderjarig wordt of wanneer de curatele eindigt omdat iemand voor zichzelf kan
zorgen, dan eindigt de afhankelijke woonplaats en is art. 1:10 lid 1 BW van toepassing.
Van belang in zowel formele als materiele recht:
o Art. 6:41 BW → de plaats van nakomen van verbintenis
o Art. 2 e.v. Rv → de rechtsmacht van Nederlandse rechter
o Art. 99 Rv → de relatieve competentie rechter
GEKOZEN WOONPLAATS:
Gekozen woonplaats wordt niet ingeschreven in BRP.
Soms verplicht de wet om een woonplaats te kiezen → noodzakelijke gekozen woonplaats. Dit is het geval bij
een hypotheek: ‘de hypotheekhouder moet in de akte woonplaats kiezen in Nederland’.
Art. 1:15 BW → kan ook vrijwillig voor een andere woonplaats worden gekozen ( vrijwillig gekozen
woonplaats). Dan moet er wel worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
o De keuze moet zijn gedaan bij ovk.
o Deze ovk moet schriftelijk of elektronisch zijn vastgelegd.
o De keuze is beperkt tot een of meer bepaalde rechtshandelingen of rechtsbetrekking.
o Er moet een redelijk belang zijn voor de gekozen woonplaats ( de keuze mag niet onevenredig
belastend zijn voor de wederpartij.
Art. 1:15 BW → een briefadres is een gekozen woonplaats. Dit is door de Hoge Raad bepaald.
, REGISTERS BURGERLIJKE STAND
Art. 1:17 lid 1 BW → bepaalt dat in iedere gemeente registers van geboorte, huwelijken , gps en overlijden
bestaan.
Art. 156 lid 2 Rv → een authentieke akte een schriftelijk en ondertekend stuk is dat in de vereiste vorm is
opgesteld door een openbaar ambtenaar. Een authentiek akte is bedoeld om een feit of handeling vast te
leggen en als bewijs te dienen.
Art. 1:18 lid 1 BW → voordat de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte opstelt, moet hij controleren of
de opgegeven gegevens correct zijn. Hij maakt hiervoor gebruik van de persoonsgegevens die al in de BRP
staan en, zo nodig is.
Art 1:22 BW → rechtsgeldige authentieke akte zelfde bewijskracht als het origineel, tenzij niet
overeenstemmend.
WEIGERING EEN AKTE OP TE MAKEN
Ambtenaar Burgerlijke Stand kan om drie redenen weigeren akte op te maken:
o De wettelijke vereiste stukken kunnen niet worden aangetoond ( art. 1:18 lid 2 jo. 1:18b lid 1 BW)
o Hij vindt overlegde stukken ongenoegzaam( art. 1:18b lid 1 BW) bijvoorbeeld buitenlande akte niet
overeenkomstig plaatselijke voorschriften is opgemaakt
o Er is sprake van strijd met Nederlandse rechtsorde
GEBOORTEAKTE
Art. 1:19 lid 1 BW → volgt dat een geboorteakte wordt opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand
van de gemeente waar het kind geboren is.
Een geboorteakte kan niet gemaakt worden door iemand anders of in een andere gemeente.
Art. 1:19a lid 1 BW → ziet op de situatie dat een kind wordt geboren in een rijdend voertuig, een vliegtuig dat
zich boven Nederland bevindt of op een varend schip. In dat geval wordt gemeente waar het kind het voertuig,
vliegtuig of schip verlaat, aangemerkt als geboortegemeente.
Art. 1:19a lid 1 BW → wordt een kind geboren in een Nederlands vliegtuig, dat zich buiten Nederland bevindt,
dan wordt de geboorteakte opgemaakt in Den Haag en daar ingeschreven.
Aangifte in persoon mag worden gedaan door de biologische moeder → art. 1:19e lid 2 BW). Verder zijn de
volgende personen verplicht om aangifte te doen:
o De vader of niet-biologische moeder ( lid 3)
o Ieder die bij de geboorte van het kind aanwezig is geweest ( lid 4 sub a)
o De bewoner van het huis of medewerker van de instelling waar het kind is geboren ( lid 4 sub b jo lid
5)
o De burgermeester of een door hem aangewezen ambtenaar ( lid 6) dit is aan de orde wanneer het
gaat om een kind van wie niet bekend is wie de ouders zijn.