Narratieve evidentie, levendigheid en overtuigingskracht
Narratieve evidentie kan een vorm van een krachtig overtuigingsmiddel zijn. Het kan de acceptatie van
standpunten over de (on)wenselijkheid van een situatie of gevolg beïnvloeden.
In eerste instantie lijkt statistische evidentie- gebaseerd op een groot aantal vergelijkingen – veel
overtuigender dan narratieve evidentie. Maar later wordt aangetoond dat het argumenttype een belangrijke
variabele vormt. Er zijn twee argumenttypes: op basis van generalisatie en van analogie-argumentatie. Bij de
eerste wordt het publiek geacht een algemene claim te accepteren op basis van één geval (dit geval zou dan
dus generaliseerbaar moeten zijn). Bij het tweede type is het aantal gevallen ter ondersteuning van een
argument minder belangrijk. Er wordt nu namelijk een standpunt ingenomen over een specifiek geval.
In een analogieargument is narratieve evidentie dus even sterk als generalisatie, behalve als het geval in de
narratieve evidentie afwijkt van het geval in het standpunt. VB: ‘Thomas meldt zich minder vaak ziek door de
aanwezigheid van de ontspanningsruimte. Willem zou in dat geval dus ook minder vaak ziek zijn.’ Dit geldt dus
alleen als Thomas en Willem vergelijkbare relevante eigenschappen hebben.
Statistische evidentie is dus óf overtuigender óf even overtuigend als narratieve evidentie. Daar staat
tegenover dat in het geval van exemplars narratieve evidentie overtuigender kan zijn. Dit zijn korte
voorbeeldgeschiedenissen die veel worden gebruikt in journalistieke en persuasieve teksten die vaak een
breder fenomeen illustreren. VB: bij fondswervingsbrieven nemen levensverhalen van mensen die een goed
doel steunen een prominente plek in. Mensen zijn geneigd om het in het exemplar beschreven geval als
representatief te zien voor een veel grotere groep. De sterke effecten hiervan worden vooral toegeschreven
aan de levendigheid van de exemplar. Een belangrijke determinant van levendigheid wordt gevormd door de
mate waarin de informatie details bevat over de betrokken personen, handelingen en situaties. Men kan zich
hierdoor namelijk beter een beeld vormen van de gebeurtenissen.
Nisbett en Ross onderscheiden de volgende determinanten van levendigheid: concreetheid, nabijheid en
emotionele interessantheid. Concreetheid heeft te maken met de aanwezigheid van details over de betrokken
personen, handelingen en situaties. Hoe meer details, hoe beter de gebeurtenissen voor te stellen. Nabijheid
draait om de mate waarin de gebeurtenissen dichterbij de wereld van het publiek aansluiten. Emotionele
interessantheid wordt opgewekt door onder andere de aard van de gebeurtenis. Deze determinanten kunnen
ook met elkaar interacteren.
De empirische evidentie voor de stelling dat levendige informatie zwaarder weegt in het menselijk
beslissingsproces is schaars. Hierbij valt op dat in verschillende onderzoeken levendigheid op zeer verschillende
manieren is gemanipuleerd. De enige reeks onderzoeken waarin levendige informatie meer invloed heeft, is die
waarin de invloed van een voorbeeldgeschiedenis wordt vergeleken met statistische informatie. Na nog veel
meer onderzoek wordt dan ook betoogd dat levendigheid van informatie geen directe invloed heeft op de
overtuigingskracht maar de invloed van andere factoren afzwakt of versterkt.
Er worden twee manieren beschreven waarop levendigheid kan worden gemanipuleerd, namelijk manipulaties
waarbij de inhoud van de boodschap wordt aangepast door voorbeeldgeschiedenissen toe te voegen (verticale
amplificatie) en manipulaties waarin men probeert de inhoud gelijk te houden en vooral de vorm wordt
gemanipuleerd (horizontale amplificatie), bijvoorbeeld door de gebeurtenissen in meer concrete termen te
beschrijven of door afbeeldingen van de gebeurtenissen toe te voegen.
Verticale amplificatie leidt wel tot grotere overtuigingskracht, horizontale amplificatie lijkt daarentegen geen
directe invloed te hebben.
Uit onderzoek blijkt dat het persuasieve effect van verhalen niet verklaard kan worden met behulp van het
Elaboration Likelihood Model (ELM) of het Heuristic-Systematic Model. Deze modellen proberen de
persuasieve effecten te verklaren van boodschappen die ontworpen zijn met de intentie om het publiek te
overtuigen. In deze ‘dual-process’ modellen wordt verondersteld dat een grotere betrokkenheid bij de
boodschap leidt tot een kritischer verwerking ervan, met als gevolg dat het publiek alleen nog door sterke
argumenten overtuigd zou kunnen worden. Bij narratieve overtuiging wordt juist het tegenovergestelde effect
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SJN. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.