Kernmedicatielijst
Pijnstillers
Paracetamol/acetaminophen
Paracetamol is bij acute nociceptieve pijn vaak de pijnstiller van eerste keuze. Het heeft een
antipyretisch en analgetisch effect, niet anti-inflammatoir! Het werkingsmechanisme is nog
steeds onduidelijk.
t½: 2-4h
Bijwerkingen: hepatotoxisch, hypotensie, nefrotoxisch.
Intoxicatie: >10 g/d
Letale dosis: 10-25 g/d
Codeïne
Dit kan worden gebruikt bij volwassen en kinderen (>12 jaar) bij acute matige pijn als andere
pijnstillers zoals paracetamol en NSAIDs niet werken. Het heeft een analgetische werking en
valt onder de opioïden. Dit betekent dat het een agonist is voor de μ,κ, en δ-receptoren.
Vervolgens treedt er een verlaging van het synaptisch potentiaal en een reductie van de
neuronale excitabiliteit op. Codeïne wordt in de lever voor een deel omgezet in morfine
(sterk opioïd).
t½: 3-4h
Bijwerkingen: obstipatie, duizeligheid, slaperigheid.
Tramadol
Ook tramadol valt onder de opioïden. Het wordt alleen voorgeschreven als paracetamol en
NSAIDs geen effect hebben. Het heeft een analgetische werking. Het is een agonist voor de
μ,κ, en δ-receptoren. Vervolgens treedt er een verlaging van het synaptisch potentiaal en
een reductie van de neuronale excitabiliteit op.
t½: 6h
Bijwerkingen: obstipatie, duizeligheid, slaperigheid.
Non-Steroidal-Anti-Inflammatory drugs (NSAIDs)
Ibuprofen
Ibuprofen heeft een analgetische en anti-inflammatoire werking. Het valt onder de NSAIDs
en is dus een COX-inhibitor (1 en 2). COX speelt een rol in de formatie van prostaglandines
die verantwoordelijk zijn voor:
- pijnsensatie (COX 2)
- trombocyt-activatie (COX 1)
- maag-cytoprotectie (COX 1)
- renale perfusie (COX 1)
t½: 2h
Bijwerkingen: GI-complicaties, verminderde nierfunctie, verminderde leverfunctie, natrium-
en vochtretentie, cardiovasculaire complicaties.
Diclofenac
Diclofenac heeft van de klassieke NSAID's het laagste gastro-intestinale en hoogste
cardiovasculaire risico. Diclofenac is gecontra-indiceerd bij congestief hartfalen, ischemische
, hartziekte en/of cerebrovasculair lijden en mag alleen met de kortst mogelijke behandelduur
en de laagste effectieve dagdosering worden toegepast.
Het werkingsmechanisme is gelijk aan die van ibuprofen.
t½: 1-2h
Bijwerkingen: GI-complicaties, verminderde nierfunctie, verminderde leverfunctie, natrium-
en vochtretentie, cardiovasculaire complicaties (meer dan bij andere NSAIDs).
Naprosyne/naproxen
Naproxen heeft van de klassieke NSAID's het laagste cardiovasculaire en hoogste gastro-
intestinale risico.
Het werkingsmechanisme is gelijk aan die van ibuprofen en diclofenac.
t½: 10-17h
Bijwerkingen: GI-complicaties (meer dan bij andere NSAIDs), verminderde nierfunctie,
verminderde leverfunctie, natrium- en vochtretentie, cardiovasculaire complicaties.
COX-II remmers (COXIBs)
Celecoxib
Celecoxib valt onder de COX-II remmers. Het wordt gebruikt als symptomatische verlichting
bij artrose, jicht en RA, maar paracetamol en NSAIDs hebben de voorkeur. Het is gecontra-
indiceerd bij congestief hartfalen, ischemische hartziekte en/of cerebrovasculair lijden.
COX2-inhibitors hebben namelijk dezelfde bijwerkingen als NSAIDs, maar de
cardiovasculaire complicaties staan meer op de voorgrond.
t½: 8-12h
Etoricoxib
Etoricoxib valt onder de COX-II remmers. Het wordt gebruikt als symptomatische verlichting
bij artrose, jicht en RA, maar paracetamol en NSAIDs hebben de voorkeur. Het is gecontra-
indiceerd bij congestief hartfalen, ischemische hartziekte en/of cerebrovasculair lijden.
COX2-inhibitors hebben namelijk dezelfde bijwerkingen als NSAIDs, maar de
cardiovasculaire complicaties staan meer op de voorgrond.
t½: 22h
Meloxicam
Meloxicam valt onder de COX-II remmers. Het wordt gebruikt als symptomatische verlichting
bij artrose, jicht en RA, maar paracetamol en NSAIDs hebben de voorkeur. Het is gecontra-
indiceerd bij congestief hartfalen, ischemische hartziekte en/of cerebrovasculair lijden.
COX2-inhibitors hebben namelijk dezelfde bijwerkingen als NSAIDs, maar de
cardiovasculaire complicaties staan meer op de voorgrond.
t½: 20h
Disease-Modifying-Anti-Rheumatic drugs (DMARDs)
Ledertrexaat (methotrexaat, MTX)
Methotrexaat valt onder de conventionele synthetische DMARDs en vormt de 1e/2e lijns
kernbehandeling bij reumatoïde artritis. Andere indicaties: ernstige psoriasis, artritis
psoriatica, axiale spondyloartritis en ziekte van Crohn. Het is een foliumzuurantagonist die