100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Inleiding stafrecht - samenvatting literatuur en hoorcolleges €5,99
In winkelwagen

Samenvatting

Inleiding stafrecht - samenvatting literatuur en hoorcolleges

 2 keer bekeken  0 keer verkocht

In deze samenvatting heb ik alle hoorcolleges en literatuur samengevat van het vak Inleiding Strafrecht, bachelor 1 (rechtsgeleerdheid en criminologie). Ik heb het vak met een 7.4 afgerond.

Voorbeeld 3 van de 28  pagina's

  • Ja
  • 25 september 2023
  • 28
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (69)
avatar-seller
lunadenboer
Samenvatting Strafrecht

Week 1
hfst. 1
Strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd.
Strafrecht dient voornamelijk de doelen vergelding (leedtoevoeging zorgt voor morele
genoegdoening) en preventie (men onderscheidt speciale en generale preventie).
Strafrecht wordt onderverdeeld in drie delen.. Het materiële strafrecht (strafbepalingen, uitsluitingen
van strafbaarheid en uitbreiding van strafbaarheid) vindt men voornamelijk in het Wetboek van
Strafrecht. Het formele straf(proces)recht bepaalt regels die gevolgd moeten worden in het
strafproces (geregeld in Wetboek van Strafvordering). Het sanctierecht tenslotte gaat over de
voorwaarden en tenuitvoerlegging van straffen (Wetboek van Strafrecht).
Commune strafrecht is het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen. Strafbepalingen in andere
wetten wordt bijzonder strafrecht genoemd. Je hebt naast strafwetten in formele zin ook strafwetten
op lager niveau.
Het Sr bestaat uit drie onderdelen, boek 1 (algemene leerstukken), boek 2 (misdrijven) en boek 3
(overtredingen). Het Sv bestaat uit zes delen.
Het strafrecht heeft ook te maken met internationaal recht, bepaalde strafwetten komen vanuit
verdragen. Ook hebben we supranationaalrechtelijke regels, deze zijn bijvoorbeeld door de EU of het
EHRM opgesteld.

hfst. 2
Een strafbepaling in de meest volledige vorm bestaat uit een delictsomschrijving (welke gedraging
strafbaar is), kwalificatie-aanduiding (juridische term voor het gedrag, deze mist soms) en een
strafbedreiging. De strafbedreiging vinden we soms in een ander artikel, voornamelijk bijzondere
wetten hebben zo’n gelaagde structuur.
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten. Hierin zien we ook de vier
componenten (vierlagenmodel) die de voorwaarden zijn voor iemand gestraft kan worden:
menselijke gedraging (of nalaten), wettelijke delictsomschrijving (pas strafbaar wanneer dit in de
wet terug te vinden is, wel moet er een vertaalslag (juridisch etiket) gemaakt worden, wat altijd zorgt
voor interpretatie), wederrechtelijkheid (in strijd met de wet, heel soms kan er een beroep gedaan
worden op een rechtvaardigingsgrond) en schuld (als verwijtbaarheid, hier is sprake van als iemand
een gedragsalternatief had, heel soms kan er een beroep gedaan worden op
schulduitsluitingsgronden).
Ook binnen het strafrecht geldt het legaliteitsbeginsel (art. 16 Gw en art. 1 lid 1 Sr), er is sprake van
het verbod van terugwerkende kracht. Dit heeft tot doel het beschermen van de rechtszekerheid, ook
hierom moeten wetten algemeen en duidelijk zijn. Toch ontkom je niet aan een zekere vaagheid,
hierin is ruimte voor de rechter om de wet te interpreteren. Er zijn een aantal interpretatiemethoden:
wetshistorische interpretatie (wordt gekeken naar totstandkomingsgeschiedenis), grammaticale
interpretatie (inhoud wordt bepaald aan de hand van de taalkundige betekenis), systematische
interpretatie (aan de hand van de systematiek in de wet) en teleologische interpretatie (gekeken naar
het doel van de wetgever).
Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid worden elementen genoemd, bestanddelen zijn de
onderdelen van de delictsomschrijving (te vinden dus in de wettekst). Er moet worden voldaan aan
alle bestanddelen, voordat er aan de delictsomschrijving wordt voldaan. Er is sprake van een strafbaar
feit, wanneer er ook aan de elementen is voldaan. Soms komt wederrechtelijk voor in de

,delictsomschrijving, hier is het geen element maar een bestanddeel. Dit resulteert in een
drielagenmodel, i.p.v. een vierlagenmodel.
Strafbare feiten worden onderverdeeld in misdrijven en overtredingen, er zijn drie belangrijke
redenen voor dit onderscheid. Allereerst bepaalt dit onderscheid welke rechter bevoegd is
(procesrechtelijke reden), daarnaast zijn poging tot of medeplegen van een overtreding niet strafbaar,
wat bij een misdaad wel het geval is (materieelrechtelijke reden). Tenslotte is het van belang voor
dwangmiddelen, sommige mogen alleen bij misdrijven worden toegepast.
Bij formele delicten is een handeling strafbaar gesteld, bij materiële delicten is het veroorzaken van
het gevolg strafbaar gesteld.
Comissiedelicten zijn delicten waarbij een bepaalt handelen strafbaar gesteld is. Bij omissiedelicten
wordt juist het nalaten strafbaar gesteld. Er is sprake van een oneigenlijk omissiedelict, als een delict
dat wordt gepleegd door nalaten, in de wet staat als commissiedelict.
Wanneer er aan een gronddelict een verzwarend bestanddeel wordt toegevoegd, noemt men dit een
gekwalificeerd delict. Als dit bestanddeel juist verlichtend is, wordt er gesproken van een
geprivilegieerd delict.
Of er een causaal verband zit tussen een handeling en een strafbaar gevolg kan binnen zaak
moeilijkheden geven. De theorie conditio sine que non stelt dat bij het ontbreken van een schakel in
de reeks gebeurtenissen het gevolg zou uitblijven, deze schakel als oorzaak aan te wijzen is. Kritiek
op deze theorie is dat het oeverloos is; de gebeurtenissen gaan terug tot de Big Bang. Bij de causa-
proximaleer wordt ervan uitgegaan dat de veroorzakende factor die het dichtst bij het gevolg ligt, als
oorzaak geldt. Hier ontstaan problemen bij langere reeksen. Tenslotte heb je de
voorzienbaarheidsleer, van de handeling moet kunnen worden gezegd dat het gevolg redelijk
voorzienbaar was. Ook hier komen problemen bij, omdat er toeval bij de gevolgen kan spelen.
Tegenwoordig gebruikt men het arrest Letale longembolie om het causale verband te bepalen. Een
automobilist uit een verkeersongeluk overlijdt niet aan de directe gevolgen, maar aan de medische
verwikkelingen. Volgens de raadsman is er geen oorzakelijk verband tussen de botsing en de dood.
De HR verwerpt dit; de HR gebruikt het criterium van de redelijke toerekening.

hfst. 15
Niet iedere inbreuk op een mensenrecht levert een schending van dat recht op. Wanneer dit
ongerechtvaardigd is levert het pas een schending op. Het EHRM is het gerecht dat de wetten van het
EVRM handhaaft. Voor ontvankelijkheid van het EHRM moet worden voldaan aan een aantal eisen:
de nationale rechtsmiddelen moeten zijn uitgeput en moet de klacht zijn ingediend binnen zes
maanden na de rechterlijke uitspraak waartegen de klacht is gericht (art. 35 lid 1 EVRM).
Bij de toepassing van dwangmiddelen is art. 8 EVRM van belang (privacy). Inbreuk op dit recht mag
alleen wanneer er voldaan wordt aan drie vereisten. Allereerst moet er een wettelijke regeling zijn die
deze inbreuk toestaat. Ook moet de inbreuk een bepaald doel voor ogen hebben (art. 8 lid 2 EVRM).
Tenslotte moet het noodzakelijk zijn in een democratische samenleving.
De uitspraken van het EHRM zijn bindend voor de verdragsstaat die is aangeklaagd, maar ook hebben
deze res interpretata-werking. Dit houdt in dat het aantoont hoe een bepaalde wet geïnterpreteerd
moet worden. Naast wetgeving heeft de EHRM-rechtspraak ook invloed op de nationale rechtspraak.
EVRM heeft namelijk voorrang op de nationale rechtspraak.

hfst. 16
Rechtsvinding is het proces van het zoeken naar een juist antwoord op een rechtsvraag. Ook houdt de
rechter zich bezig met feitelijke vragen, deze hebben betrekking op het vaststellen van de waarheid.
Om een rechtsvraag te beantwoorden kan de rechter gebruik maken van een beslissingsmodel.
Allereerst moet de rechtsvraag vastgesteld worden. Daarna moet er gekeken worden naar welke

, rechtsregel er gehanteerd moet worden bij de beantwoording (wetgeving, jurisprudentie, verdagen en
dan literatuur). Er zijn een aantal standaardarresten (arresten waaruit een criterium is ontstaan). HR
Aanmerkelijke kans is voor voorwaardelijk opzet (HR Porsche juist geen voorwaardelijk opzet), HR
Cito is het begin van uitvoering bij poging en HR Melk en water is voor de afwezigheid van alle
schuld. Wanneer de rechtsregel is gevonden moet de rechter deze gaan toepassen op de casus. Uit de
jurisprudentie blijkt op welke manier de wettelijke criteria in een concrete casus moet worden
toegepast.

Week 2
hfst. 3
Bij opzet is er sprake van willens en wetens handelen. Er zijn verschillende gradaties van opzet.
De hoogste gradatie is opzet met bedoeling. Het doel van de dader is het verrichten van de strafbare
handeling. Bij voorwaardelijk opzet zijn daders zodanig gericht op een doel, dat zij een
aanmerkelijke kans van een risicovol gevolg voor lief nemen. Dit is allereerst gebleken uit het Cicero-
arrest. De toneelvereniging Cicero twijfelde of er was voldaan aan de auteursrechtelijke voorwaarde,
uiteindelijk zijn ze vervolgd voor het opzettelijk overtreden van de Auteurswet. Tegenwoordig wordt
gekeken naar HR Aanmerkelijke kans; een verdachte vervoert heroïne, volgens hem is er geen sprake
van opzet, omdat hij deze koffers van iemand had geleend. De HR stelt dat er een aanmerkelijke kans
was dat deze koffers verdovende middelen bevatten (dubbele bodem, hoog leeggewicht) en dat de
verdachte deze heeft geaccepteerd. Hierom is er sprake van voorwaardelijk opzet. Het begrip
aanmerkelijke kans wordt duidelijk in HR HIV 1, dit ligt aan de aard van de gedraging en de
omstandigheden waaronder deze is verricht. Tenslotte is er opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn.
Een dader heeft een doel voor ogen, maar weet dat er een bepaald gevolg in moet treden om dat doel
te bereiken. Dit is geen aanmerkelijke kans, dit gevolg staat vast.
Opzet is in de wet te herkennen aan de woorden opzettelijk, wetende dat, wist, oogmerk of ingeblikt
opzet.. Men spreekt van een geobjectiveerd bestanddeel, als deze onttrokken is aan opzet (dit kan
ook na het woord opzet staan). Opzet is gericht op alle bestanddelen die na opzet in de wettelijke
delictsomschrijving zijn vermeld. Bij door het gevolg gekwalificeerd delict, is het gevolg aan het
opzet onttrokken. Het opzet moet alleen zijn gericht op het eerste deel (bijvoorbeeld toebrengen zwaar
lichamelijk letsel), niet op het gevolg (de dood).
Schuld als element is verwijtbwaarheid. Van verwijtbaarheid is sprake als iemand een
gedragsalternatief had; wie zich in alle redelijkheid kan onthouden van wetsovertreding moet dit
doen. Schuld als bestanddeel is culpa. Culpoze delicten worden veroorzaakt door onvoorzichtigheid.
Culpa is een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid
maken deel uit van culpa en zijn dus geen losse elementen of bestanddelen. Er wordt onderscheid
gemaakt tussen bewuste en onbewuste culpa. Bij bewuste culpa realiseert de dader zich dat hij
onvoorzichtig bezig is, maar gelooft hij in een goede afloop. Bij onbewuste culpa is de wetenschap
omtrent de onvoorzichtigheid niet aanwezig, maar zou dit wel aanwezig moeten zijn. Een bijzondere
vorm van culpa is roekeloosheid (art. 175 WvW, artt. 307 en 308 Sr). Hier blijkt uit het gedrag van
de dader dat hij bewust is van het risico op ernstige gevolgen, maar er wordt vanuit gegaan dat deze
zich niet zullen realiseren. De grens tussen voorwaardelijk opzet en bewuste culpa is soms lastig, dit
wordt gebaseerd op wat er in het hoofd van de dader gebeurd. Rechters maken gebruik van twee
redeneringen om deze grens te bepalen. Allereerst door te objectiveren; er wordt gekeken naar het
gedrag van de dader in de rechtbank. Daarnaast door te normaliseren; er wordt gekeken wat een
normaal mens zou weten.

HR verpleegster

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lunadenboer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51036 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd